Skip to main content

nr1 • 2012 • Waarom alleen mannen in het ambt?

september 2012 (27e jaargang nr. 1)

Waarom alleen mannen in het ambt?

Dr. P.F. Bouter

Als Jezus na zijn doop en 40-daagse woestijnverzoeking zijn werk aanvangt blijkt Hij zijn genade en heil tot mannen en vrouwen te brengen. Allebei geneest Hij van ziekten, bij allebei drijft Hij demonen uit, allebei onderwijst Hij, allebei leidt Hij binnen in het koninkrijk der hemelen. De liefde van God de Vader stroomt van Hem uit naar vele mannen en vrouwen, die vergeving ontvangen en tot kind van God worden.

Opmerkelijk genoeg verkiest Jezus geen vrouw tot apostel. Wel zijn er vele vrouwen die Hem dienen met hun bezittingen. Jezus kiest zijn apostelen na een intensief nachtelijk gebed waarin Hij de wil van zijn Vader in deze dingen ontvangt (Lukas 6:12-13). Als na de Hemelvaart een nieuwe apostel moet worden verkozen, wordt expliciet aangegeven dat het een man moet zijn (Hand. 1:21). In de kracht van de Heilige Geest trekken de apostelen na Pinksteren de wereld in om het evangelie te verkondigen, voorzien van wonderen. In het spoor van Jezus brengen ze Gods volle heil aan mannen en vrouwen. Ook krijgen vrouwen deel aan dezelfde Geestesgaven. Ondertussen stellen de apostelen als hun opvolgers alleen mannen aan: opzieners en oudsten. De enige tekst waarin volgens sommigen een vrouwelijke apostel bedoeld zou zijn (Rom.16:7) is tekstueel onzeker en inhoudelijk beslist niet op een uitleg van een ‘Junias’ als apostel aangelegd. De doorgaande apostolische lijn is dat mannen als hun opvolgers de gemeente leidden. De apostelen wijzen er rond huwelijk en eredienst op dat God man en vrouw ieder een eigen positie en roeping heeft gegeven (1 Kor. 11, 1 Kor. 14, Ef. 5, 1 Tim. 2).

In de vroege kerk gaat deze lijn door. Juist ook veel vrouwen komen tot geloof, krijgen soms machtige Geestesgaven (met bekende martelaressen als Perpetua). Maar geen vrouw wordt tot bisschop, priester of oudste aangesteld. Als een afgescheiden beweging (de Montanisten) wel vrouwen in het ambt bevestigt, wijst de kerk dat af. Zo is de lijn van de Middeleeuwen en de Reformatie en in een zeer groot deel van de christenheid tot op deze dag.

Gehoorzaamheid

Voor veel tegenstanders van de vrouw in het ambt ligt hier de reden van hun verzet: gehoorzaamheid aan Gods Woord, gaan in de weg van Christus en de apostelen. Een weg die bevestigd is in de kerk der eeuwen. Ook wanneer dat vanuit onze cultuur als vreemd ervaren wordt. Achter het verzet steekt geen vrouwonvriendelijkheid en discriminatie. Menig protestant kan zich herkennen in de manier waarop paus Benedictus dit punt omschrijft: ‘De Kerk heeft geen enkele volmacht om vrouwen te wijden. Wij zeggen niet: wij willen niet, maar: wij kunnen het niet. De Heer heeft de Kerk een vorm meegegeven met de twaalf apostelen – en met de bisschoppen en de presbyters, de priesters, als hun opvolgers. Die vormgeving van de kerk hebben wij niet zelf gemaakt, maar is door Christus gegeven en constitutief. Daaraan gevolg geven is een daad van gehoorzaamheid, een in de huidige situatie misschien moeizaam op te brengen gehoorzaamheid. Maar daarin schuilt ook het belang: wij zijn niet een willekeurig gezelschap, wij kunnen niet doen wat we willen. De Heer wil iets voor ons, en daar houden wij ons aan, ook wanneer dat in deze cultuur en deze beschaving moeite kost en ingewikkeld is.’

Scheppingsorde

Het is goed te kijken of we door kunnen dringen in de reden en het belang van deze weg die Jezus en de apostelen gaan. Wellicht dat we verder worden geholpen door de uitspraak van Jezus dat Hij zijn gelovigen weer terugvoert in de orde en zegen van paradijselijke schepping, van voor de zondeval (Mat.19:4). De verlossing die Jezus brengt, het koninkrijk der hemelen, heft de schepping niet op, maar brengt haar juist terug in haar oorspronkelijke heerlijkheid en bedoeling. In Genesis 1 wordt de heerlijkheid van man en vrouw getekend als een gelijkelijk delen in het beeld zijn van God. Dan komt Genesis 2. Daar blijkt dat er een eigen plaats is van man en vrouw tot elkaar. De man wordt als eerste geschapen met een gezagvolle taak (zie bijvoorbeeld het namen geven aan de dieren, wat wijst op gezag over de omringende werkelijkheid). Vervolgens wordt de vrouw geschapen, als een hulp tegenover hem. Samen beeld van God, maar daarbinnen ieder een eigen plek. God schept een polariteit van geslachten die niet alleen lichamelijk is, maar ook levensbetekenis heeft.

De laatste jaren krijgt de polariteit van man en vrouw op psychologisch gebied weer meer aandacht (met reden), maar de bijbel wijst vooral op het lichamelijke en sociale aspect van de polariteit. Dat schept het mysterie van wederzijdse aanvulling. Als we zo Genesis 1 en 2 in ons opnemen wordt de handelwijze van Jezus en de apostelen meer inzichtelijk. Bij het aanbreken van het koninkrijk van God leidt Jezus man en vrouw weer binnen in de rijke scheppingsorde van het begin. Die was bij de zondeval verworden door het binnengedrongen kwaad, maar Jezus opent weer de toegang tot die oorspronkelijk bedoelde orde. De vrouw wordt geroepen tot dezelfde zaligheid als de man, krijgt dezelfde Heilige Geest, om evenzeer een kind van God te worden. Maar Jezus en de apostelen herstellen ook de verschillende positie zoals bedoeld bij de schepping: daarom wordt geen vrouw tot apostel gekozen of tot opziener.

We kunnen dan ook niet meegaan met hen die zeggen: Jezus en de apostelen pasten zich aan om de omgeving niet voor het hoofd te stoten en daarom gaven ze geen ambt aan vrouwen. Maar dat klopt niet. Ten eerste paste Jezus zich niet aan ter wille van zijn omgeving, maar nam waar nodig het risico van verzet. Ten tweede was het bij het heidendom juist gewoon om priesteressen te hebben. Nee, de wijze van optreden van Jezus en de apostelen is het beste verklaarbaar vanuit de scheppingsorde, die in de genade van Christus hersteld wordt. Maar wel binnen het heil: waarin de vrouw in dezelfde genade deelt als de man.

Mysterie

Vanuit deze lijn wordt ook inzichtelijk wat sommigen als een spanning bij Paulus ervaren. De apostel zegt aan de ene kant: ‘In Christus is het niet van belang of men man is of vrouw’ (Gal. 3:28). Aan de andere kant noemt Paulus de man het hoofd van de vrouw, geeft Hij haar in de kerk het zwijggebod (wat zich lijkt te richten op de gezagvolle verkondiging van het evangelie). Men probeert uit deze spanning te komen door allerlei teksten van Paulus relatief te verklaren als zouden ze alleen gericht zijn op extreme situaties. Of veroorzaakt worden door een toenmalige patriarchale cultuur of Joodse wijze van redeneren. Maar het is ontegenzeggelijk dat Paulus als integraal deel van zijn onderwijs de scheppingsorde uitdraagt (1 Kor. 11:3). Dat strijdt in het geheel niet met de indringende woorden dat in Christus noch man noch vrouw is. Paulus spreekt daar immers over de vergeving, het heil, het kindschap van God. Oftewel: het verschil van man en vrouw is van gelding binnen de gelijkheid van genade. Op deze wijze kan aan het veelkleurige palet van Paulus’ inzichten recht gedaan worden en wordt duidelijk hoe de apostel de bedoeling van God met man en vrouw vanuit Genesis 1 en 2 toepast binnen de christelijke gemeente.

Daar komt bij dat de polariteit (het contrast) van mannelijk en vrouwelijk een bijzondere plek inneemt in de schepping. Het is rationeel niet eenvoudig uit te leggen. Man-vrouw is een mysterie dat meer is dan een seksueel en lichamelijk verschil. Het is niet zomaar dat God zich vader laat noemen en geen moeder. Het is niet zomaar dat het Woord bij zijn menswording een man werd en geen vrouw. Het mannelijke dat mede staat voor leiding en gezag heeft een belangrijke plek in de scheppingswerkelijkheid. Daarom kiest Jezus mannen tot apostel, omdat de apostelen Hem representeren op aarde. De ambtsdragers representeren de apostelen, en via hen representeren ze Christus.

Hermeneutiek

Alles bij elkaar is de lijn van de heilige Schrift duidelijk. Toch ligt er dan nog een belangrijke vraag te wachten: de hermeneutische vraag. Want uitlegkundig kan de lijn helder zijn. Maar de vraag is: wat wil deze bijbelse lijn ons zeggen in de cultuur van nu? Deze vraag heeft sommigen ertoe gebracht om bij Genesis 1-2 alsook bij nieuwtestamentische gedeelten als Efeziërs 5 en 1 Timoteüs 2 te spreken van een culturele beperktheid. In Genesis, en ook in verschillende gedeelten bij Paulus zou de patriarchale cultuur doorklinken. Hermeneutisch kiest men er dan voor om die culturele zaken op de achtergrond te laten en te kijken wat er dan voor wezenlijke boodschap voor ons spreekt. Dit lijkt me echter een weg die veel plekken met drijfzand kent. Want het risico wordt zeer groot dat je teksten waar dingen staan die vreemd zijn aan onze cultuur wat wegschuift. Kortom: de bijbel kan op een aantal punten moeilijk een tegenover zijn en wordt zo aangepast aan onze cultuur. Vooral op ethische punten zal dat het gevolg zijn. Hermeneutiek moet echter een sleutel zijn om de inhoud van het Woord te openen, niet een slot waardoor we dingen buitensluiten omdat ze ons vreemd overkomen. Het is ook te gemakkelijk. Juist bij teksten waar wij culturele vervreemding ervaren, zal een grondige doordenking en worsteling met de inhoud de doorslag moeten geven.

Neem Genesis 1 en 2. Naar mijn gevoelen vinden we daar niet een soort verouderde (patriarchale) cultuur die lager is dan onze cultuur met gelijkheid van man en vrouw. Nee, we vinden in Genesis 1 en 2 iets wat veel rijker is: God die man en vrouw naar zijn beeld schept, maar in een mysterie van wederzijdse aanvulling en onderscheid. De tweeslag van gelijkheid in Gods beeld en anders zijn van lichaam en positie schept een schat van rijke mogelijkheden voor de verhouding van man en vrouw in het huwelijk, ook in het samenleven. Onze cultuur is dat mysterie van mannelijk en vrouwelijk in bepaalde aspecten kwijt geraakt en daardoor armer geworden.

Ten slotte

Bovenstaande overwegingen proberen af te tasten wat er zit achter het feit dat Christus en de apostelen wel man en vrouw gelijkelijk Gods volle genade hebben gebracht, maar dat geen vrouw tot apostel of opziener werd gekozen. We ontwaren de scheppingsorde, het geheim van het ‘mannelijk en vrouwelijk’. Wat te maken heeft met God als Vader en Jezus als Zoon. Wat uitwerkt in het huwelijk, seksualiteit, omgang. Wat liggen rond de scheppingsorde als polariteit van man en vrouw schatten begraven! Het is hoognodig dat die – op onze tijd betrokken - meer gedolven worden en positief doordacht en uitgewerkt. Blijft staan dat uiteindelijk de gehoorzaamheid aan de bijbel beslissend is. In een diep vertrouwen dat ook wanneer wij iets in de bijbel als moeilijk ervaren, toch Gods bedoeling erin het beste en hoogste zal zijn.

Dr. Peter Bouter is predikant (PKN) te Bodegraven;

mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.