Skip to main content

nr2 • 2011 • Zijn oordeel is genade

november 2011 (26e jaargang nr. 2)

W. Dekker
Zijn oordeel is genade

Het begon meteen al op de avond waarop mijn boek Marginaal en missionair werd gepresenteerd: veel waardering, maar een groot vraagteken bij mijn spreken over de krimp van de kerk als een oordeel. Deze vraag bleef ook daarna centraal staan, evenals de vraag of het boek wel een stimulans is om missionair bezig te zijn.  Op deze beide vragen wil ik in deze bijdrage ingaan met een stevig accent op de eerste vraag.

Ik ben me er goed van bewust, dat wanneer je gebeurtenissen in je eigen tijd duidt en daarbij voorbeelden uit de bijbel aanhaalt, er altijd vooronderstellingen een rol spelen, die verder bevraagd moeten worden. We kunnen immers niet zomaar losse teksten uit de bijbel citeren. Althans, dat kan wel, maar heel snel wordt dit een kwestie van willekeurig bijbelgebruik. Een concrete vraag in het verband van het thema dat ons hier bezighoudt, is of het mogelijk is de situatie van het volk Israël in het Oude Testament te vergelijken met  de  situatie van de kerk in Nederland en Europa.  Binnen mijn manier van bijbel lezen (hermeneutiek) is dat zeer wel mogelijk.
Toen Jezus zijn leerlingen de opdracht gaf het goede nieuws in de wereld bekend te maken, gaf hij het bevel heen te gaan tot alle volken en hen tot discipelen te maken (Mat. 28:19). Het is opmerkelijk dat dit er zo staat. Althans, in onze oren klinkt het opmerkelijk, omdat wij bij discipelschap denken aan de gemeenschap van de gelovigen, de kerk, en aan enkelingen, die tot persoonlijk geloof komen.  Dat is niet verkeerd. Mensen worden persoonlijk geroepen tot geloof en bekering en vormen samen een gemeenschap van gelovigen. Het grote thema van het Oude Testament is echter het thema van  Israël en de volken. God heeft het volk Israël verkoren om door middel van dit volk ook de andere volken te zegenen. Het is daarom helemaal in de lijn van het Oude Testament, dat het bevel van Jezus luidt zoals het luidt: gaat heen, onderwijst alle volken. Na het volk Israël komen nu ook de andere volken aan de beurt.

Europa
Wanneer we ons nu even beperken tot Europa, dan kunnen we zeggen dat door de verkondiging van het evangelie in ons werelddeel inderdaad niet alleen groepjes gelovigen zijn gevormd, maar dat de volkeren van ons werelddeel daardoor zijn bereikt en veranderd. We laten nu de vraag liggen of dat altijd op de goede manier is gebeurd, of daar niet ook een verkeerde manier - bijvoorbeeld  wereldse macht -  een rol in heeft gespeeld. Dat is wel een belangrijke vraag, maar niet van doorslaggevende betekenis wanneer het gaat om het resultaat. Door de evangelieverkondiging zijn niet alleen mensen tot een persoonlijk geloof gekomen, maar zijn ook de volkeren van Europa verregaand beïnvloed door bijbels gedachtegoed, tot uitdrukking komend in sociale en politieke wetgeving,  in het ontstaan van democratieën en rechtsstaten. Wanneer anderen stellen dat het gedachtegoed van de Verlichting hier een beslissende rol in heeft gespeeld, is dat evenzeer waar, maar moet tegelijk gesteld worden, dat dit gedachtegoed van de Verlichting zijn wortels had zowel in de Griekse oudheid als in christelijke normen en waarden. De Verlichting is ontstaan op christelijke bodem en het ging pas fout toen het Verlichtingsdenken zich hiervan los ging maken en er zich tegen af ging zetten.
Ik zie heel deze ontwikkeling van de doorwerking van het bijbelse gedachtegoed in de volkeren van Europa als het handelen van God, dat Hij reeds bedoelde toen Hij Israël verkoos. Niet alleen Israël zou als volk door Hem gezegend worden, ook de andere volken van deze wereld.  Het is dus in mijn optiek niet zo, dat na Gods bijzondere zorg voor zijn volk Israël zijn verkiezing van de gemeente kwam. De gemeente is altijd gemeente te midden van een volk, opdat het volk door deze gemeente zal worden gezegend.

Schuld, oordeel, godsverduistering
De vraag is dan echter na verloop van tijd wat de volkeren hiermee hebben gedaan. Wanneer het nu gaat om Europa, dan noemde ik al de Verlichting. Enerzijds is deze beweging doorwerking van het evangelie in het opkomen voor de humaniteit, anderzijds zijn uit deze beweging ideologieën voortgekomen, die zich als alternatieve heilswegen gingen ontwikkelen: nationalistische, socialistische en kapitalistische ideologieën met als absolute dieptepunten het stalinistisch communisme en het nationaal socialisme. Door deze ideologieën is onnoemelijke schade aangericht en door het neoliberalisme gebeurt dat nog steeds. Hoe hebben we dit nu te duiden? In ieder geval hebben mensen zich bewust los gemaakt van de geboden en beloften van de God van de bijbel. Waarom hebben ze dat gedaan? Was het de schuld van de kerk, die door interne verdeeldheid en machtsmisbruik de goede woorden van God verduisterd heeft? Was het de schuld van mensen die zich verzetten, niet tegen de kerk, maar ten diepste tegen God zelf? Beide zal het geval zijn zonder dat wij dat precies kunnen ontrafelen. In ieder geval kan de kerk zich hier nooit terzijde opstellen en de handen in onschuld wassen. Is het vreemd bij zoveel schuld, van wie dan ook precies, in ieder geval schuld, vervolgens te spreken over de oordelen van God?
De God van het Oude Testament is de Vader van Jezus, die de volkeren betrok in het heil van het volk Israël. Hij is niet veranderd. Daarom lees ik het Oude Testament als een actueel boek, wanneer het gaat om duiding van schuld en oordeel. In de tijd van  het Oude Testament werden de afgoden gediend en dan kwam het oordeel. In ons werelddeel kwamen we in de greep van ideologieën. Dan komt evenzeer het oordeel. Waaruit bestaat dat oordeel? In onze postmoderne tijd zie ik dat zich voltrekken in het feit, dat de meeste ideologieën een puinhoop hebben achter gelaten en dat de enige ideologie die nog overbleef, het neoliberalisme, ons momenteel bezig is in de steek te laten. Intussen hebben de ideologieën ons wel zo lang verblind, dat er een waas voor onze ogen gekomen is, waardoor de meeste mensen zeggen dat ze met de God van de bijbel niets meer aan kunnen vangen. Dit verschijnsel heet godsverduistering. God is er nog wel, maar wij hebben het zicht op Hem verduisterd. Ook de godsverduistering is op deze wijze een oordeel. God oordeelt in de bijbel mensen door hen over te laten aan de gevolgen van hun eigen keuzen (Rom. 1:18-32).

Solidariteit
De kerk staat daar niet buiten. De kerk bestaat uit mensen, die met alle vezels van hun bestaan verweven zijn met de cultuur. Ook de afzonderlijke leden van de kerk hebben te maken met de algehele godsverduistering, want tot in het hart van de gemeente heerst onzekerheid over de laatste en grote vragen in een mensenleven: waar kom ik vandaan, wie ben ik, waar ga ik naar toe? Tot in het hart van de gemeente is de moderne identiteitsproblematiek aanwezig en tot in het hart van de gemeente heerst er een agnostische duisternis over onze eeuwige toekomst bij God.  De kerk als instituut heeft eveneens te lijden onder de godsverduistering, want het betekent concreet de afbraak van kerkgebouwen, de teloorgang van veel kerkelijk leven, dat gebrekkig was, maar tegelijk voor velen van grote betekenis is geweest .
Wie zou in dit alles dan niet spreken van een oordeel?  Nee, zeggen sommigen van mijn respondenten: het is een verzoeking, een beproeving, het zijn boze machten, die ons te grazen willen nemen, maar dan mogen we juist weten, dat die door Christus overwonnen zijn en dan mogen we sterk staan in Hem. Deze aspecten wil ik zeker niet ontkennen. Ze staan echter voor mij volstrekt niet in tegenstelling met de realiteit van het oordeel. In het Oude Testament treffen de oordelen altijd heel het volk en dan hebben de ware gelovigen er ook onder te lijden. Zij lopen dan niet weg onder het oordeel vandaan, maar gaan wel roepen tot God: tot hoelang? Naast vele andere bijbelgedeelten zou ik hier willen verwijzen naar het gebed van Daniël in Daniël 9. De rechtvaardige Daniël stelt zich op geen enkele manier buiten de schuld van het volk, maar gaat wel optreden als voorbidder. Dat is nu volgens mij ook precies de taak van de gemeente in het heden. De gemeente heeft in elk opzicht deel aan de nood en de schuld van ons werelddeel, maar is tegelijk priester namens God in de dienst van voorbede, offer en zegening.

Missionaire gemeente
Met dit laatste ben ik dan meteen bij wat volgens mij vandaag het belangrijkste is in de missionaire gestalte van de gemeente. Missionair ben je niet wanneer je op een eilandje wilt leven. Missionair ben je ook niet wanneer je vanuit een kerk met de good guys je richt op de bad guys buiten. Missionair ben je evenmin wanneer je vanuit een kerk, die geen deel heeft aan de nood en schuld van de wereld, aan het oordeel over de wereld, een algemene boodschap van Gods liefde verkondigt. We moeten er niet vreemd van opkijken wanneer in dat geval de boodschap van het evangelie als niet relevant terzijde wordt gelegd. Missionair ben je wanneer je in volstrekte solidariteit met de nood en vervreemding van onze cultuur jezelf al biddend, offers brengend en zegenend een pad baant naar de ander. Dan zullen er vragen komen. Waar halen jullie dat tegendraadse vandaan? Waar halen jullie dat lef vandaan? Waar halen jullie die compassie vandaan?
Boven dit artikel schreef ik een regel uit gezang 130 uit het Liedboek voor de kerken: ‘Zijn oordeel is genade’. De tekst is van Jochen Klepper. Het hele couplet luidt:

God lijkt wel diep verborgen

in onze duisternis

Maar schenkt ons toch een morgen

die vol van luister is.

Hij komt ons toch te stade

ook in het strengst gericht.

Zijn oordeel is genade

zijn duisternis is licht.
De christen Klepper was getrouwd met een joodse vrouw en kreeg daardoor te maken met de verschrikkingen van het nationaal socialisme. Op geen enkel e manier probeerde hij er onderuit te komen, maar in volstrekte solidariteit met zijn vrouw en dochters vond hij de dood. Ad den Besten schrijft over hem in het Compendium bij het Liedboek: Zijn liederen zijn zeer bijbels van gehalte, het vrome gevoel krijgt daarin weinig kans. Opmerkelijk is ook, dat zij op een voor Duitse verhoudingen ongewoon sterke wijze aan het Oude Testament georiënteerd zijn.
‘Het strengst gericht’,  ‘zijn oordeel’, ‘zijn duisternis’: blijkbaar is het mogelijk dit zo te beleven, terwijl  je met evenveel recht zou kunnen zeggen dat hij  leed onder de verschrikkingen van de boze machten. Echter,  je kunt alleen zo zwaar meebuigen onder het oordeel wanneer je ook dat andere durft zeggen: zijn oordeel is genade, zijn duisternis is licht. Overtuigd zijn van het oordeel en missionair zijn is volstrekt niet tegenstrijdig. Wij durven het met overtuiging te hebben over een morgen vol van luister in een wereld vol  van verschrikkingen.

Drs. Wim Dekker is hoofd vorming & educatie bij de IZB – vereniging voor zending in Nederland.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.