Skip to main content

november 2011 (26e jaargang nr. 2)

W.J. Dekker

Biografische schets
A.A. van Ruler (1908 – 1970)

Arnold Albert van Ruler wordt op 10 december 1908 te Apeldoorn geboren. Hij groeit op in een orthodox-hervormd milieu met bevindelijke inslag. Na de openbare lagere school volgt hij de h.b.s. en het gymnasium. In die jaren groeit reeds zijn belangstelling voor wijsbegeerte en theologie. Hij gaat theologie studeren aan de Universiteit van Groningen waar zijn vroegere predikant Th.L. Haitjema hoogleraar is. Behalve van Haitjema krijgt Van Ruler onderwijs van G. van der Leeuw, W.J. Aalders, J. Lindeboom, J. de Zwaan, L.H.K. Bleeker en A. van Veldhuizen. Zijn studietijd wordt inhoudelijk met name gestempeld door de theologie van Karl Barth. Nadat hij in 1932 is toegelaten tot de evangeliebediening in de Nederlandse Hervormde Kerk zet hij zich aan een doctoraalstudie. Zijn hoofdvak is godsdienstwijsbegeerte bij de eerder genoemde Aalders. Op 26 november 1933 doet hij intrede in het Friese Kubaard. Een week ervoor is hij getrouwd met Joanna Adriana Hamelink. Zij krijgen vijf kinderen.

Van Ruler besteedt veel aandacht aan zijn preken, aan het pastoraat en ook aan studie. Hij werkt aan een proefschrift over Ernst Troeltsch. In zijn Kubaardse tijd sluit hij zich aan bij het in 1930 opgerichte Nederlandsch Verbond tot Kerkherstel, dat onder leiding van Haitjema streeft naar reorganisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1939 neemt hij een beroep naar Hilversum aan. Gaandeweg geniet Van Ruler meer bekendheid. Het leidt ertoe dat hij betrokken wordt bij de totstandkoming van de nieuwe hervormde kerkorde van 1951. Bekendheid heeft Van Ruler ook gekregen door de morgenwijdingen die hij tweewekelijks voor de AVRO-radio uitsprak. Uit de bundel ‘Religie en politiek’ (1945) kan worden opgemaakt dat ook cultuur, politiek en samenleving zijn interesse hebben gekregen. Cum laude verdedigt hij op 1 juli 1947 zijn proefschrift dat niet over Troeltsch gaat, maar over De vervulling van de wet. Een dogmatische studie over de verhouding van openbaring en existentie. Na zijn promotie is hij overwerkt en moet hij enige tijd rust nemen.

Enkele weken voor zijn promotie is Van Ruler benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Op 3 november van hetzelfde jaar spreekt hij zijn inaugurele rede Het Koninkrijk Gods en de geschiedenis uit. Zijn leeropdracht omvat de vakken dogmatiek, christelijke ethiek, geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk en van haar symbolen en liturgische geschriften en kerkrecht. Hij ontwikkelt een eigen, kenmerkende stijl van doceren, uitdagend en vol humor.

Van Ruler heeft nogal eens te kampen gehad met gezondheidsproblemen, waaronder maagklachten, overwerkt zijn en depressiviteit. Zelf noemde hij zich ‘zwaarmoedig van nature’. Des te opmerkelijker is dat vreugde, genieten en waardering van het aardse leven een centrale rol spelen in zijn theologie. In het najaar van 1967 wordt Van Ruler getroffen door een hartinfarct. Hij herstelt hiervan, pakt zijn werk weer op, maar een derde hartinfarct wordt hem op 15 december 1970 fataal. Kerk en theologie verliezen in hem een invloedrijk en betekenisvol theoloog. Een aantal jaren geleden is men begonnen met de uitgave van zijn Verzameld Werk waarvan inmiddels de delen 1-4 verschenen zijn (Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer).

Voor een uitgebreide biografische schets en de receptie van Van Rulers werk zie Verzameld Werk, deel I, 17-53.