Skip to main content

nr5 • 2011 • 25 jaar Kontekstueel

mei 2011 (25e jaargang nr. 5)

25 jaar Kontekstueel

A. Markus

Ze waren op zoek naar vernieuwing. Ze wilden de gereformeerde theologie bij de tijd brengen. In feite vormden ze een soort rebellenclub aldus Piet de Jong (ND 25-3). ‘Ze’ dat zijn de oprichters van het blad Kontekstueel dat dit jaar 25 jaar bestaat. Kontekstueel - tijdschrift voor gereformeerd belijden nú, zo luidt de naam voluit.

Het streven was om ‘de tekst van de Schrift en de geestelijke energie van ons belijden in de context van onze tijd te laten spreken.’ (Wim Dekker in het jubileumnummer). Dat heeft gedurende de jaren geleid tot een keur van artikelen over hermeneutiek, ethische kwesties, liturgie, de toekomst van de kerk, de ambtsvisie, homoseksualiteit, analyse van de hedendaagse cultuur waarin de prediking klinkt. Noem maar op. Het is een felicitatie waard!

Welk geloof?
Op 26 maart was er ter ere van het jubileum een studiedag in Amersfoort. Bij het binnenstappen van de zaal bleek direct dat de rebellenclub grijs geworden was. Grijs, maar wel vitaal. Niet alleen omdat de dag druk bezocht was en de bezoekers ook niet allemaal grijs waren. De vitaliteit was zeker ook te vinden in de manier waarop op deze dag antwoorden werden gezocht op hedendaagse vragen. Het thema was ‘Ik voel dus ik geloof – Welk geloof houdt het?’ We leven in een cultuur waar God een afwezige is geworden en dat laat gelovige mensen natuurlijk niet onberoerd. Velen hebben daarom een grote behoefte aan beleving van God om zo de zekerheid van het geloof te vinden. Welk geloof houdt het in een cultuur waarin God afwezig is? De antwoorden die klonken op deze vraag waren geen herhaling van oude waarheden, maar eerder pogingen om vanuit oude waarheden nieuwe aanwijzingen te vinden.

Navolging
In de openingslezing gaf ds. Andries Zoutendijk de analyse dat de vraag over de zekerheid van het geloof veranderd is in de afgelopen decennia. Was in (hervormde) gemeenten van gereformeerde snit de vraag naar heilszekerheid belangrijk, dat is nu in dit soort gemeenten in de Protestantse Kerk niet meer zo het geval. De vraag is nu, in elk geval onder meelevende dertigers en veertigers, veel meer een vraag naar de zekerheid in de ervaring van het doen. Deugt mijn geloof? Hoe kan ik navolger zijn van Jezus? Welke gehoorzaamheid wordt er van mij gevraagd? Hoe kan ik in mijn navolging iets laten zien van God aan vrienden of familieleden die zonder God leven? Daarbij is er zomaar de ervaring dat je zelf merkt dat je geloof is leeggelopen. Die richting die Zoutendijk wees, was dat zekerheid te vinden is als Godsgeschenk op een plaats waar de crisis van de kerk en de wereld ervaren wordt. Op zo’n plaats moet je terechtkomen. De zekerheid die je daar ontvangt is er een die mensen krijgen in gemeenschap van gelovigen van nu en van de kerk der eeuwen. ‘Wij weten.’ zo klinkt het bijvoorbeeld in 1 Joh.5.
Ds. Paul Visser werkte het thema van de navolging verder uit en sloot daarbij aan bij Bonhoeffer. Hij vond dat veel geloof tegenwoordig dun en individueel is geworden en weinig lijkt te kosten. Dat kan niet als je Jezus navolgt. Dan kun je niet bezig blijven met geloof als zoekontwerp en/of met religieuze ervaringen die je aanspreken. Dan gaat het ook om kruis dragen en zelfverloochening. Geloof zonder navolging is geen volgen van Jezus. Daarbij haakte Visser aan bij de stelling van Stanley Hauerwas dat de kerk geen boodschap heeft, maar boodschap is.

Nieuwe ecclesiologie
Ds. Bert de Leede besloot de dag inhoudelijk met een ‘voorlaatste woord’. Hij riep op te accepteren dat de secularisatie een feit is en dat ook nog wel even zal blijven. Wat wij nu moeten doen, is niet de kerk tot een schuilplaats maken, maar het leren uithouden in een weerbaar geloof. Er zijn drie dingen nodig volgens hem. Allereerst moeten we de weerstand van de secularisatie benutten. Belangrijk daarbij is een nadruk op de dooppraktijk en de doopvernieuwing. Leren om het oude leven af te leggen, de essentie van de heiliging leren. Het gaat om leven met God in een wereld zonder God. Het tweede dat van belang is, is het oefenen van het leven in de weerstand door gemeente te zijn. In de gemeente zijn we niet gelijk en ook niet gelijkgezind, maar we leren om elkaar te verdragen en elkaar te dragen. Dat begint met het vieren van het Avondmaal. In de derde plaats is er een nieuwe protestantse ecclesiologie nodig om weerbaar te kunnen geloven. We zijn niet alleen kerk van het Woord, we zijn kerk van Christus en dat is breder. Dan gaat het om woord, sacrament, ambt, gemeenschap, liturgie en katholiciteit. De Leede riep de leiding van de Protestantse Kerk op om binnenkort te komen met een belijdend stuk over de ecclesiologie.

Aansprekend vond ik dat er op deze jubileumdag een weg werd gezocht om vanuit Schrift en belijden antwoorden te vinden op de zaken die nu urgent zijn, zonder conservatisme of angst voor vragen. Wel vroeg ik me af aan het eind van de dag of het ook niet iets gedurfder had gekund en wat concreter. Het is niet te hopen dat de rebellenclub na vijfentwintig jaar meer gevestigd raakt. Misschien had het wel wat rebelser gekund. Welke kant moet het nu echt uit?

Gemengde liedcultuur
In de workshops van het middagprogramma was dat wellicht wat meer te vinden, in elk geval in de workshop over liturgie en geloofservaring. Daar bepleitte ds. Bas van der Graaf een gemengde liedcultuur. Volgens hem moeten de liturgie en de liedcultuur dienstbaar zijn aan het innen en uiten van het geloof op het niveau van hoofd, hart en lichaam. We kunnen er niet omheen dat de klassieke liederen van de kerk, zoals die te vinden zijn in het Liedboek voor de Kerken daarin voor steeds meer mensen te kort schieten. Zowel wat betreft taal als muzikale taal. We moeten toe naar een gemengde liedcultuur, waarin klassieke liederen worden aangevuld met Opwekkingsliederen (voor een deel zijn die geschikt), Taizéliederen, Psalmen voor Nu en af en toe een goede popsong. Daarnaast is er behoefte aan de beleving van vormen en rituelen uit de rooms-katholieke en vroeg kerkelijke traditie.

Aan het eind van de dag werden glazen met champagne geheven en dat was terecht. Proost en alle goeds voor Kontekstueel!

Deze tekst werd eerder geplaatst in 'Woord en Dienst'; uitg. Boekencentrum, Zotermeer

Dr. Arjan Markus is missionair predikant (PKN) in de Jacobikerk te Utrecht