Skip to main content

nr5 • 2010 • Bewaard in Gods trouw

mei 2010 (24e jaargang nr. 5)

Bewaard in Gods trouw
De hervormde Handreiking en de visie van ‘Christenen voor Israël’

C.C. de Vreugd

Dertig jaar geleden werd de Stichting Christenen voor Israël opgericht. Reden was dat de pro-Israëlische stemming in Nederland, en in het bijzonder in de kerken, snel aan het omslaan was en dat er ‘iets’ gedaan moest worden. De stichting heeft zich sindsdien ten doel gesteld ‘christenen in Nederland en wereldwijd bewust te maken van de betekenis van het Joodse volk in Gods handelen met deze wereld. Zij doet dit door het geven van betrouwbare informatie over land, volk en staat van Israël. Zij roept christenen op tot solidariteit met Israël en wijst elke vorm van antisemitisme af. Zij gaat hierbij uit van het gezag van de bijbel als Gods Woord. Zij steunt Israël metterdaad en is werkzaam in Nederlandse kerken en gemeenten.’1

Bij de laatste zin teken ik aan dat Christenen voor Israël eigenlijk maar van één kerk weet heeft: de Kerk van Christus, maar dat zo’n driekwart van de achterban te vinden was in de Hervormde Kerk en nu in de Protestantse Kerk. Veel predikanten en gemeenteleden die in de kring van Christenen voor Israël actief zijn, voelen zich verwant aan de Israëltheologie zoals die met name in de Hervormde Kerk gangbaar was. Natuurlijk zullen er nuanceverschillen zijn. Maar vanuit die congenialiteit is bijvoorbeeld in 2002 het tijdschrift Israël en de Kerk van start gegaan om de bezinning op Israël voort te zetten en een nieuwe impuls te geven. En meteen het tweede nummer2 was al gewijd aan het thema ‘Volk, land en staat’.
Niettemin vinden mensen uit verschillende achtergronden elkaar binnen Christenen voor Israël. Wat hen samenbindt is de liefde voor Israël en het verlangen om Israël daadwerkelijk te steunen. Dat is meer dan een warm gevoel. Het is gegrond in het geloof dat de Eeuwige Israël nooit ontrouw is geworden. Zijn verbond met Israël is een eeuwig verbond en Hij houdt zich aan de daarin gegeven beloften. Tegen deze achtergrond geloven wij dat God in de terugkeer van het Joodse volk naar het land Israël bezig is zijn belofte te vervullen. De stichting van de staat als uitdrukking van de eigenheid van het Joodse volk is een moment daarin.
Als ik in deze bijdrage reflecteer op de Handreiking en de visie van Christenen voor Israël, dan doe ik dat met dit als uitgangspunt. Tegelijk zou ik vanuit mijn eigen perspectief een paar punten aan willen stippen die mijns inziens niet alleen voor Christenen voor Israël van belang zijn om verder over te denken, maar ook voor de kerk, die ons ‘werkterrein’ is.

Volk en land
Het onderwerp van de Handreiking is ‘omgrensd’, aldus het woord vooraf. Het gaat specifiek om de plaats van land en staat ten opzichte van het volk. Voorop staat dus (de relatie met) het volk. In de doelstelling van Christenen voor Israël is sprake van het geven van informatie over land, volk en staat. Overigens, ook in de uitnodiging om dit artikel te schrijven spreekt de redactie van Kontekstueel over land, volk en staat. Ik weet niet of die volgorde bij beide bewust is. Maar het attendeert mij erop dat misschien wel eens bewust of onbewust het land op de voorgrond komt te staan ten koste van het volk. Over land en volk is het te makkelijk praten als we niet oog in oog staan met de Jood die alleen in het land tot zijn bestemming komt.
Ik geloof dat de Handreiking ons hier nog steeds iets te zeggen heeft. Het gaat om de ontmoeting met het volk Israël, en in die ontmoeting krijgen wij perspectief op het land. Of anders gezegd, het gaat in het geloof om de belijdenis van Gods verkiezing van Israël. En vanuit die keuze verstaan wij de betekenis van het land. Maar daarom begint Christenen voor Israël dan ook met de betekenis van het Joodse volk in Gods handelen met deze wereld. Daar komen wij dat volk tegen als een unieke gestalte. En dan beleven wij dat ongekende, dat het volk terugkomt in het land dat het ooit beloofd is. Dat geeft nieuw zicht op het heilshandelen van God. In de concrete werkelijkheid van vandaag heeft Israël een concrete plaats, aanwijsbaar te midden van de volken. Het land is die plaats. De uniciteit van het land verstaan we uit de unieke relatie van God met zijn volk, die het land aan Israël geeft en Israël aan het land verbindt. En zo zien we ook weer perspectief voor de volken en de wereld.

Ontmoeting
Een van de kritiekpunten3 op de Handreiking is geweest dat er meer óver dan mét het Joodse volk gesproken werd. Direct daarmee samen hangt dat er aan Israël als volk en als staat een soort ideaalbeeld wordt opgelegd waaraan het zou moeten voldoen, zonder dat er ogenschijnlijk rekening is gehouden met het zelfverstaan van Israël. Hoe Israël zijn bestaan in het land vormgeeft, is primair een zaak van Israël zelf. Noch een organisatie van vrienden, noch de kerk kan Israël voorschrijven hoe het zich als volk heeft te gedragen of hoe het zijn staat zou moeten inrichten. De Israëlische samenleving blijkt trouwens heel goed in staat te zijn tot zelfkritiek en zelfreflectie.
Maar ook als wij willen spreken over de plaats van het Joodse volk in Gods handelen met deze wereld moeten wij ons daar bewust van zijn. Juist dan zullen wij dat steeds luisterend naar Israël moeten doen: hoe verstaat Israël zijn roeping? Hoe gaat Israël om met de Eeuwige? We mogen er niet van uitgaan dat Israël iets van die intimiteit wil laten zien. Dat is allerminst vanzelfsprekend tegen de achtergrond van de geschiedenis van de Joods-christelijke betrekkingen. Wij zullen zeker ook onze eigen vooroordelen - bijvoorbeeld ten aanzien van Israëls wetsbetrachting - moeten opschorten. Des te dankbaarder merken we dat we de laatste jaren vertrouwen gewonnen hebben onder Joden. De ontmoeting is mogelijk. Laat het gesprek open zijn en blijven.

Jeruzalem
Geldt dat ook voor onze visie op de toekomst? Wij verwachten de komst van onze Here Jezus Christus in heerlijkheid. En we zeggen graag dat de terugkeer van het Joodse volk en de wereldwijde verkondiging van het evangelie niet te miskennen tekenen van de tijd zijn. Maar laten we ervoor oppassen Israël in onze eindtijdvisie te persen. De ontmoeting met Israël zal ons er voorgoed van weerhouden om Israël te gebruiken voor onze eschatologie.
Boven deze paragraaf heb ik ‘Jeruzalem’ gezet, en niet ‘eschatologie’ of ‘tekenen van de tijd’ of iets dergelijks. De Handreiking zegt niet zoveel over de eschatologie, maar stelt alleen de vraag of Jeruzalem ‘nog een bepaalde plaats voor alle volkeren inneemt in de eschatologische vervulling’. Volmondig erkennen dat het volk Israël en de stad Jeruzalem blijvend met elkaar verbonden zijn doet de Handreiking jammer genoeg niet.
Christenen voor Israël gaat daarin veel verder. Ook nieuwtestamentisch zien we genoeg aanleiding – op zijn zachtst gezegd – om het herstel van Jeruzalem te verwachten. ‘De Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen’, horen we bij de aankondiging van Jezus’ geboorte uit de mond van de engel (Lukas 1:33). Maar ik wil ook dit verstaan in het kader van wat wij beluisteren in de ontmoeting met Israël. Sion is het middelpunt van het Joodse verlangen. Dagelijks bidt het Joodse volk om de terugkeer van de Eeuwige naar Sion en het herstel van Jeruzalem. En wij bidden met Israël mee. We zien met Israël uit naar de komst van de Messias. Rabbijn Van de Kamp zegt dan altijd tegen ons: ‘Als jullie gelijk hebben en Jezus is het, dan weet ik zeker dat Hij niet met jullie mee naar de kerk, maar met mij mee naar de synagoge zal gaan.’ Ik hoop dat ik dan mee mag naar de synagoge...

Oriëntatie op Jeruzalem
Dan toch de vraag van de Handreiking naar de betekenis van Jeruzalem voor de volken, maar gesteld vanuit de erkenning van de onverbrekelijke band tussen volk, land en stad. Dat is de erkenning van het verbond van God met het volk Israël waarvan het land ook inhoud is. Jeruzalem is de plaats waar de Eeuwige bij zijn volk wil wonen. Zo is de tabernakel Gods onder de mensen. En als het dan zover is, als God terugkeert tot Sion, als de Messias heerst op de troon van David over het huis van Jakob, dan komen de volken. Van jaar tot jaar trekken ze op om het Loofhuttenfeest te vieren en om de God van Israël te smeken. Zo ziet de profeet Zacharia de voleinding van de geschiedenis.
Jeruzalem is zowel in de Joodse als in de christelijke traditie ‘navel van de aarde’, centrum van de wereld en haar geschiedenis. De aandacht van de volkeren richt zich nu op Jeruzalem. De beslissende vraag is: ten kwade of ten goede? In erkenning van of verzet tegen de God van Israël? De terugkeer van de ballingen naar Sion is een appèl om Gods keuze te erkennen. Dat kan alleen maar tot heil strekken. Wie zich oriënteert op Jeruzalem zegent Israël en ontvangt heil. Daarin ligt de ontknoping van de geschiedenis. Dan weten de volken, dan weten wij wel onze plaats. Maar dat is alleen maar ten goede.

Bewaard in Gods trouw
God bewaart Israël in zijn trouw. Gods trouw is het grote gegeven waar ik mij voortdurend over verwonder. Op grond van Gods trouw hopen wij op de wederoprichting van alle dingen (Handelingen 3:21). En wij prijzen God om zijn ontferming (Romeinen 15:9).

Drs. Kees de Vreugd is als medewerker van Christenen voor Israël onder andere eindredacteur van Israël en de Kerk en betrokken bij het geven van onderwijs en bijbelstudies in het kader van ‘Focus op Israël’. 

Noten:
1. De doelstelling is o.a. te vinden op blz. 2 van de maandkrant Israël Aktueel en op de website www.christenenvoorisrael.nl.
2. Israël en de Kerk, jaargang 1 nr. 2, Nijkerk, september 2002; met o.a. een bijdrage van dr. H. Vreekamp over de Handreiking en zijn werkingsgeschiedenis.
3. Zie H. Vreekamp, Teken van trouw. Begin van een theologie na de terugkeer. Blz. 19 e.v. in het genoemde nummer van Israël en de Kerk.