Skip to main content

nr1 • 2010 • Interview ds. Pieters

september 2010 (25e jaargang nr. 1)

‘Ik ben ontzettend kerkelijk en onkerkelijk’

Interview met ds. W. Pieters

P.L. de Jong, P. Schreuder en J. van Noppen

Ds. W. Pieters, lid van het breed moderamen van de Synode van de Hersteld Hervormde Kerk, is predikant te Garderen. In die hoedanigheid plaatst hij zich in de lijn van de traditie van Anastasius Veluanus, die eeuwen geleden het reformatorisch christendom naar de Veluwe bracht. Zes jaar na de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland, waarbij de ‘herstelden op de puinhopen achterbleven’, blikt hij in een gesprek terug.

‘Wat zou het een zegen zijn als we nu toch eens geen landelijke structuren hadden, geen synode met dwingend gezag!’
We zitten in de huiskamer van de voorname pastorie aan het eind van de oprijlaan. Buiten steekt de hete middagzon het wasgoed, dat hangt te drogen aan de rand van de achtertuin, een immens grasveld. Het gesprek is net op gang, de koffie zit achter de knoopjes. Er raast een straaljager over. Hoorden we dat goed? Ja, hij zal het die middag nog wel een paar keer herhalen. ‘Als de kerk nu gewoon een plaatselijke aangelegenheid was gebleven, dan hadden we in 1834 de naweeën van de kerkscheuring in Ulrum niet tot in Zoutelande gevoeld. Nu wordt in Utrecht iets beslist en tot in de kleinste dorpen ontstaan verhitte debatten. Zonder die voortgezette breuken zou ons kerkelijk leven er totaal anders uitzien. Nee, dan zou ook deze materie niet aan de orde zijn.’

Deze materie: Zes jaar geleden ontstond de Hersteld Hervormde kerk. Of, vanuit zijn perspectief: de Protestantse Kerk in Nederland ontstond, én de geruïneerde hervormde kerk werd voortgezet.
Pieters had het inleidende wapengekletter gevolgd via internet, vanuit Canada. Na 19 jaar predikantschap in Genemuiden was hij daar in 2000 bevestigd tot predikant in Springford (Ontario); een betrekkelijk stil en gerust leven. ‘De Samen op Weg-perikelen kwamen daar amper op mijn bordje.’ Natuurlijk, hij had het van de zijlijn wel een beetje proberen bij te houden. Met instemming las hij ‘Om het behoud van de kerk’ van de latere voormannen van de HHK en hij vond het ‘gedraai en gekronkel’ van vroegere geestverwanten die wel ‘meegingen’, erg. Pas toen hij terugkeerde naar Nederland zag hij zich genoodzaakt zich in het conflict te verdiepen. Alle functies binnen de HHK waren toen bezet, wat hem de gelegenheid bood het reilen en zeilen eens rustig vanaf de zijlijn te bezien. Tot hij na verloop van tijd afgevaardigd werd naar de synode; momenteel maakt hij deel uit van het breed moderamen.
Het beslissende moment in het proces was voor Pieters de ommezwaai van de Gereformeerde Bond, in Amersfoort. Had die – menselijk gepraat natuurlijk – zijn been stijf gehouden, dan was het zover niet gekomen, want de fusie was er zonder de bonders nóóit gekomen. ‘Het heeft me intens verdrietig gemaakt. Het exclusief-gereformeerde is opgegeven, want we hadden een voluit gereformeerde belijdenis: de Drie Formulieren van Enigheid.’

Dat was voor u dus de kern van het probleem: de lutheranen kwamen erbij, met hun belijdenisgeschriften…
‘Ja. Hoewel, als zij er niet waren bijgekomen, dan was er voor mij nog een breekpunt. De gereformeerden bleven star eisen dat zij niet terug wilden keren in de kerk die ze ooit verlaten hadden. Zij vonden dat wij de hervormde kerk moesten opheffen om samen een nieuwe kerk te vormen. Maar een kerk die een planting van God is, kun je niet opheffen. Die bevoegdheid heeft een synode niet. Daarom heb ik het besluit van 2004 nooit als wettig erkend. Wij zijn op de puinhopen achtergelaten. Op die ruïne hebben we verder gebouwd.’

U noemt de PKN een ‘man made church’. Een valse kerk ook?
‘Plaatselijk is het nog steeds mogelijk dat in de PKN het Woord recht wordt gepredikt. In Harskamp, Elspeet, Uddel, ik noem maar een aantal plaatsen. Nee, ik durf niet te zeggen dat de PKN een valse kerk is. Maar de structuren zijn door mensen gemaakt en daar kan ik absoluut niet in meegaan.’

Had u bij terugkeer binnen de PKN beroepen kunnen worden?
‘Dat had gekund, maar ik kan de grondslag niet ondertekenen. Het is een menselijke kerk.’

Maar in andere kerken is natuurlijk ook heel moeilijk te traceren hoeveel er aan Heilige Geest aanwezig is en hoeveel aan mensenwerk.
‘Ja, dat loopt door elkaar heen.’

Precies. Dus stel dat een gemeente binnen de PKN zich had gemeld, zou u dat dan niet ernstig in overweging hebben genomen?
‘Wie weet, zou ik dat wel hebben gedaan, maar dan zou dat toch weer zijn vastgelopen op de grondslag.’

Er zijn collega’s van u die weleens voorgaan binnen de PKN.
‘Ik ben ontzettend kerkelijk en onkerkelijk. Op zondag ben ik altijd in Garderen en verder binnen de HHK. Maar op doordeweekse dagen ga ik waar ze me vragen; oud-gereformeerden, vrije oud-gereformeerden, overal. ’

U bleef op de puinhopen achter, zegt u. De ‘achterblijvers’ behoorden niet allemaal tot de kring van het Gekrookte Riet.
‘Integendeel, verre van dat. Wie er ook maar hervormd wilde blijven, bleef hervormd. Ook de buitengewone wijkgemeente in Katwijk bijvoorbeeld; toch niet echt een Gekrookte Riet-gemeente.’

Was er ook ruimte geweest voor een gemeente als Delfshaven, met vrouwelijke ambtsdragers?
‘Geen idee hoe dat zou zijn uitgepakt. Ik denk niet dat het aan ons is om uit te maken wie wel en niet hervormd zou mogen blijven. Wie wilde, zou moeten kunnen. Maar op een gegeven ogenblik  zou wel bezien moeten worden: is dit  in overeenstemming met de Schrift?’

Heeft de leiding van de HHK in het proces iets fout gedaan?
‘Ongetwijfeld zullen er fouten zijn gemaakt, maar in de kern van de kwestie konden we niet anders. Wij hebben hier niet voor gekozen. Als er door de NHK synode voor een federatief model was gekozen waren we bijeengebleven. Maar er moest en zou één kerk worden gevormd, met één grondslag.’

Ondertussen hadden hersteld hervormden ook hun blauwdruk al klaarliggen.
‘Nou, ik weet wel dat er in Huizen (bij de GB, red.) een blauwdruk in de kluis lag.’
Na enig aandringen zet hij wel een vraagteken bij het feit dat ook de HHK kort vóór 1 mei 2004 juridisch in elkaar is getimmerd. ‘Maar al dat juridische getouwtrek dat er op volgde… Laat maar ploffen. Ik ben niet zo juridisch ingesteld, meer congregationalistisch, gericht op de plaatselijke gemeente.’

Daar zegt u het alweer. Is dat de erfenis van een paar jaar Canada?
‘Nee, die mening koester ik latent al jaren, maar de laatste tijd raak ik er steeds meer van overtuigd. Zo weinig mogelijk plaatselijke structuren. Het centrale punt ligt in de plaatselijke gemeente.’

Kuyper zou het u van harte nazeggen.
Grinnikend: ‘Maar hij stichtte wel een landelijke kerk…’

Een deel van het SoW-proces volgde Pieters van nabij, ‘als enige gekrookte rieter’ in de hervormde synode. ‘Ik heb me er nooit thuis gevoeld. Vreselijk. Soms Godonterend.’ Hij haalt een herinnering op aan een classisvergadering, waar wijlen prof.dr. M.J.G. van der Velden sprak. Het ging over de ruimte om af te wijken van de confessie. Tijdens de vragenronde vroeg Pieters: Maar al die ketters dan, die ‘vijanden van het kruis van Christus’. Ja, zei Van der Velden, daar schrijft Paulus ook over. Maar hij voegt eraan toe ‘ik zeg het wenende’. Dat mis ik weleens in het gesprek hierover. Dat was zó raak hè. Ik stond daar zo hoog verheven boven al die linkse mensen. Mijn houding was verkeerd. Maar dat laat onverlet, dat ik vind dat ze geen recht van aanwezigheid hebben in de kerk van Christus.’

U vertrok naar Canada toen de fusievoorbereiding in een spannende fase belandde.
‘Ik heb me zeer afgevraagd of ik wel uit Nederland kon vertrekken, maar goed, ik wist zeker dat ik weg moest, maar het kwam toch op me af… Mijn opvolger in de synode – ds. G. de Fijter -  was aanvankelijk tegenstander van de fusie, maar in de beslissende stemming, in 2003, stemde hij toch voor. Samen met die van ds. De Jong (Windesheim) gaf zijn stem de doorslag. Hij heeft - zo voel ik het tenminste - de kerk losgelaten, opgegeven. Was ik niet naar Canada gegaan, dan had ik daar nog gezeten. Dan hadden we Windesheim misschien…nou ja, als die afgevaardigde niet te bewerken zou zijn geweest… Laten we het zo zeggen: dan was de meerderheid nog miniemer geweest.’

U was predikant in Genemuiden. Dominee, van de volkskerk, met een hervormd kerkgevoel…
Fel: ‘Vergis je daar niet in! Ik ben nooit hervormd geweest in die zin, dat ik recht wilde geven aan degenen die niet gereformeerd zijn. Wij hebben een gedoogplaats ingenomen, maar niet omdat zij die van het Woord afwijken rechtens in de Hervormde Kerk stonden.’

Hoe zou u dat hervormde kerkgevoel dan omschrijven?
‘Verantwoordelijk voor heel het volk. Een volkskerk op gereformeerde grondslag. Zo zie ik mijn plek hier op het dorp. Het liefst zou ik er ook een gereformeerde openbare school bij hebben. Niet gereformeerd-Kuyper, maar gereformeerd-Dordt.’

Er is hier een voortgezet-gereformeerde kerk…
‘Geen contact mee. Maar dat gaat terug op een lokale breuk van decennia geleden. Men heeft ons afgeschreven. Dat is vice versa gebeurd. Altijd zo gebleven. In 2004 is er contact geweest om te zien wat we samen zouden kunnen doen. Het pensioenfonds zit bij ons, verder niets. Ook met de hervormden die zijn meegegaan met de Protestantse Kerk zijn er geen contacten.’

Ondertussen bent u nu lid van het breed moderamen van de Synode van de HHK. En helpt u een kerkorde optuigen.
‘Je moet het zo zien: het is toch puin ruimen. Allerlei ongereformeerde elementen uit de hervormde kerkorde dienen verwijderd worden. In de afgelopen decennia zijn de schaduwzijden van de apostolaatstheologie die door heel de hervormde kerkorde heen zit, genoegzaam duidelijk geworden. En natuurlijk is de kerk qua omvang veel kleiner geworden. Deze dingen dienen verwerkt te worden in een vernieuwde versie van de hervormde kerkorde, ook al heeft de rechter uitgesproken dat de HHK juridisch niet de voortzetting is van de NHK. We zullen ze dus veel anders moeten formuleren of ook helemaal terugnemen. Dat vergt veel tijd en energie. Bijvoorbeeld de erkenning van ‘Leuenberg’, de inzegening van homoseksuele relaties, noem maar op. We weten amper wat er allemaal nog in de boedel zit. We hebben weinig kerkrechtspecialisten in huis. Vergeet niet, een kerkorde is net een muur. Je kunt er wel een of meer stenen uitwrikken, maar als je er teveel aan wilt veranderen, dan kon het weleens zo zijn dat er wat gaat bewegen… Ik denk dat  we met deze operatie nog wel een paar jaar bezig zullen zijn.’

De HHK als zuiveringssynode.
‘Natuurlijk is dat treurig! Wij hebben er niet om gevraagd. Alles wat niet gereformeerd is, proberen we er weer uit te werken.’

Nooit gedacht, waar zijn we mee bezig? Het verzet tegen het fusieproces kostte jaren, nu dit….
‘Nee. Het enige waar ik mee zit is: moeten we niet meer congregationalistisch worden? Zo min mogelijk regeltjes en dwang. Neem bijvoorbeeld de regel dat ambtsdragers na vier jaar herkiesbaar zijn, na twee termijnen aftredend. Waar lees ik dat in de Bijbel? Waarom zou je dat aan alle gemeenten opleggen? Ik snap wel dat het niet verkieslijk kan zijn dat iemand dertig, veertig jaar ouderling is, maar waarom zou je dat niet plaatselijk regelen. De dunste kerkorde is de beste. Maar dat standpunt heb ik nog niet in onze synode ingebracht, ik heb er geen blauwdruk voor, ik weet niet hoeveel medestanders er voor zijn. Ik heb ook geen zin om de zaak er voor op z’n kop te zetten. Het zit er nu eenmaal diep ingebakken dat men denkt dat het synodaal-presbyteriale automatisch goed is. Ja, ik weet het, officieel is het presbyteriaal-synodaal, maar in werkelijkheid is het andersom. Niettemin, wij ervaren in onze vergaderingen veel geestelijke eenheid. Zolang iedereen blijft binnen de ruimte van de Drie Formulieren van Enigheid is er vrijheid.’

Intussen werkt de HHK aan het terugdraaien van besluiten rond de vrouw in het ambt.
‘Daar zijn we mee bezig, ja.’

Dat heeft weinig met de belijdenisgeschriften uit te staan. Als iemand op dat punt een afwijkende mening heeft, mag dat?Of bijvoorbeeld op het terrein van liturgie, het zingen van gezangen.
‘Zou kunnen. Maar het is nu niet aan de orde. Anders dan in de afgescheiden kerken – bijvoorbeeld de gereformeerde gemeenten – is er bij ons geen systeemdwang, waarbij alle neuzen dezelfde kant op moeten staan.’

De Hersteld Hervormde Kerk voert gesprekken met afvaardigingen van andere kerkverbanden. Christelijk-gereformeerden, gereformeerde gemeenten, etc.
‘Het breed moderamen heeft een commissie interkerkelijke contacten. Let wel, wij hebben nooit het initiatief genomen tot gesprekken. Het verzoek kwam altijd van anderen.’

En er zijn officiële gesprekken met het moderamen van de PKN.
‘Ik vraag me af hoe jullie daarvan op de hoogte zijn. Want dat vindt achter gesloten deuren plaats. Er wordt alleen mondeling verslag van uitgebracht richting de synode. Het gaat alleen over zaken betreffende de Commissie Bijzondere Zorg. Inhoudelijk hebben ze verder nog nooit iets aan de orde gesteld. Zouden ze het doen, dan gaan we dat misschien niet uit de weg. Soms ben ik zozeer georiënteerd op mijn eigen gemeente, dat al die landelijke ontwikkelingen me echt helemaal niets zeggen. Aan de andere kant: omdat die landelijke verbanden er nog steeds zijn, zou ik zeggen, laten we proberen met een commissie te bezien in hoeverre er een soort federatief verband te vormen is.’

Met wie?
‘Broeders binnen de PKN, binnen de Gereformeerde Bond. Dan kan de grondslag van de HHK dezelfde blijven.’

U voert ook gesprekken met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
‘Niet met het hoofdbestuur zelf, wel samen met enkele collega’s, ook uit de GB onder wie ook wel leden van het hoofdbestuur. Over dezelfde thema’s. Neem nou de situatie op een dorp waar twee geestverwante predikanten door de kerkscheuring elkaars tegenpolen zijn geworden. Met een federatief verband kun je er aan werken dat dergelijke situaties normaliseren.’

Opvallend dat u bij een eventuele toenadering toch vooral naar de PKN kijkt.
‘We zitten wel te praten met de gereformeerde gemeenten en de christelijk-gereformeerden, maar het komt nooit tot eenheid. Vergeet het maar. Hoogstens ontstaat er een vorm van samenwerking, waar een dominee van de CGK een keer in Garderen komt preken en ik een keer bij hen. That’s it. Verder komen we nooit. We hebben zo nu en dan overleg, maar voor mij hoeft het helemaal niet. Goed dat er contact is, daar niet van…’

Maar met de PKN daarentegen…
‘Er komt geen beweging in synodale structuren; koester geen illusies. De instituties zijn te log om daar echt iets in te veranderen. Maar je zou elkaar meer vrijheid kunnen geven om als lokale gemeenten – of die nu van de PKN of de HHK zijn -  onderling kanselruil overeen te komen. Daar zou ik voorstander van zijn.’

Laten we het even concreet maken: U zou dus kanselruil kunnen overwegen, met de hervormden binnen de PKN, hier in Garderen.
‘Wat mij betreft. Maar dan zit je nog wel met het probleem dat degenen die gevraagd worden in de PKN-hervormde gemeente nooit gevraagd werden in de HHK-gemeente van Garderen. De modaliteitenkwestie speelt ook hier…’

Het is nu zes jaar geleden dat de breuk plaatsvond. Maakt u de balans eens op.
‘De breuk en de vorming van de PKN – ze hebben niets met de gunst des Heeren te maken. Niets. Dus de winst-verliesrekening komt uit op verlies.’

Wat baart u het meeste zorgen? Welke signalen hoort u uit gemeenten?
‘In de beginperiode heeft men veel werk gehad aan beheerszaken, het verkrijgen van een kerkgebouw. In sommige plaatsen waar men aanvankelijk één gezamenlijke ‘vijand’ had – de PKN – ontstaan breukjes in de eensgezindheid. De verschillen komen hier en daar openbaar. Als dominee A voorgaat, ga ik elders kerken. Dat soort dingen. Als je vraagt of de voortzetting van de Hervormde Kerk ook een geestelijke opleving te zien heeft gegeven, zeg ik nee. De scheuring is onder het oordeel geschied. Daarin delen wij evenzeer als de PKN. Om die reden is er geen geestelijke bloei te verwachten. Al kan de Heere het geven.’

Hebt u tot slot nog een advies voor het moderamen van de HHK en het moderamen van de PKN?
‘Versterk zoveel mogelijk de plaatselijke gemeenten. Ik zeg niet: veeg die landelijke structuren maar van de kaart, want ik weet niet wat er dan gebeurt. Maar versterk het plaatselijke. Daar klopt het hart van de kerk.’

Ds. Wouter Pieters (1957) is predikant, verbonden aan de Hersteld Hervormde Gemeente van Garderen sinds januari 2005.
Ds. Piet de Jong en mr. Piet Schreuder maken deel uit van de Commissie Bijzondere Zorg voor de hervormde gemeenten die de Synode van de Ned. Herv. Kerk begin 2004 heeft ingesteld. De commissie ondersteunt gemeenten waar geen overeenstemming gevonden kan worden over participatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Zo nodig treft zij plaatselijk een voorziening die hersteld hervormden helpt een eigen kerkelijk leven op te bouwen. Momenteel is de commissie met de laatste (van de 61) voorzieningen bezig. Naar verwachting is in 2011 de opgedragen taak afgerond.
Koos van Noppen, die het gesprek op schrift stelde, is hoofd communicatie van de IZB.