Skip to main content

nr5 • 2021 • Om gesticht te worden

35e jaargang nr. 5 (mei 2021)
thema: Waarom zou ik naar de kerk gaan?

P.L. de Jong
Om gesticht te worden

Laat ik meteen stellen: ik ga graag naar de kerk, liefst de hele zondag, ik ben een kerkdier. Dat bent u misschien niet. Dat kan. Voor mij was het afgelopen jaar een kwelling. Vlak voor Pasen hoorde ik in een radio-interview een collega antwoorden op de vraag: gaat u met Pasen nog naar de kerk? ‘Nee, dat zou niet solidair zijn met de anderen. Je kunt ook goed Pasen vieren zonder kerkgang.’

Ik slikte maar even, want om de dag van de Heer te vieren heb ik toch echt een kerk nodig. Een heilige ruimte, niet een keuken met zelfgebakken brood en een kaarsje, een kleurplaat en een schermpje. Al zijn er weinig mensen in de kerk. ‘Ik word nergens zo gesticht als in een lege kerk’, zei eens iemand tegen me. ‘Je wordt totaal niet afgeleid, niet eens door een voorganger!’ Ik geloof wel dat ik hem begreep.

Ik ga naar de kerk onder meer om gesticht te worden. Een van de antwoorden die dr. A.A. van Ruler gaf in zijn befaamde boek over kerkgang (1970). Het is niet zijn eerste antwoord, pas nummer 16. Dat relativeert dit antwoord misschien een beetje. Maar dat wil ik niet doen. In dit antwoord kan ik me goed vinden. Ik hou ook van het woord. Stichten en stichtelijk mag gedateerd klinken, maar als je bedenkt dat nog elke dag verenigingen gesticht worden, is het niet bijzonder. Het woord betekent opzetten, vast maken, bouwen en opbouwen. Een beetje activistisch woord op de klank af. Evangelische christenen hebben het vaak over ‘opbouwen’ en ‘uitbouwen’ van hun geloof. Je ziet het voor je. Maar in het woord stichtelijk hoor ik vooral een passieve laag. Je gaat naar de kerk om gesticht te worden. Je bent zelf passief, althans: je luistert en je laat gebeuren, je doet je jas open, je laat over je komen. En pas veel later – bijvoorbeeld op maandagmorgen - ga je zelf of samen als kerk aan het bouwen. Stichtelijk is een equivalent van vroom. Maar vroom klinkt zo vroom en doet al gauw zo vroom. Met stichten en gesticht worden voel ik me thuis tussen zondaars en zemelaars, tussen tobbers en temers, tussen mensen en beesten van mensen. Behept met een ongereflecteerd verlangen naar verzadiging. Ofwel: naar stichting, aanraking met de aanwezigheid van God.
Het is ook een bijbels woord. Vooral Paulus maakt er veel gebruik van. ‘Kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht’ (1 Kor. 8:1). En: ‘Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op.’ (1 Kor 10:23). In 1 Korintiërs 14 heeft hij het zelfs over ‘jezelf stichten’ en ook ‘de ander al of niet stichten.’ (NBV ‘alleen de liefde bouwt op’ en BGT: ‘Je moet anderen steunen door elkaar lief te hebben.’) Als ik het goed hoor, zit er in het de metafoor van oikodomeo meer bevestiging, bemoediging en troost dan vermaning.

Natuurlijk is er en moet er nog heel veel meer. Seculieren weten echt niet wat ze missen. Ik verdenk velen van hen, dat ze eigenlijk niet naar binnen durven. De heilige ruimte in. Bang voor de Heilige. Niet zonder reden. Daarom vooral zich opwinden buiten – in Krimpen bijvoorbeeld – met hun vragen uit een andere wereld. In plaats van stil gade te slaan hoe de stammen opgaan en zelf het geheimenis opmerken. Ga ik een kerk in, ik wil gesticht worden. Eventueel door een lege kerk. Maar liever door mee te doen in de geloofsgemeenschap binnen. Door samen te zingen, bidden en vooral het Woord van God horen in uitleg, vertolking en verkondiging. In heel dat gebeuren - want dat is een kerkdienst – wil ik minstens één keer geraakt worden, warm worden, zo dat ik de Aanwezigheid ervaar. Dat kan heel drukkend, of ook heel vreugdevol zijn. Zoals je de geur van een goed glas wijn even opsnuift, eraan proeft, ervan geniet. En iets ervaart van volheid en vreugde. Aan de rechterkant van de kerk in ons land heet dat bevindelijk preken. De bediening des Woords is dan bediening des Geestes geworden. Dat is niet alleen zeggen hoe het moet, maar vooral hoe het gaat. Meer eruit dan erover praten. Vanuit de ‘volheid van het gemoed’ (Ps. 145:3 ber.). Psalm 36 gaat op dit punt misschien wel wat te ver:

‘Hier wordt de rust geschonken;
hier `t vette van uw huis gesmaakt;
een volle beek van wellust maakt
hier elk van liefde dronken.’

Toemaar. Er zijn voorgangers die hierin heel goed zijn. Anderen minder, maar die kunnen veel goed maken met treffende citaten van anderen. Natuurlijk mag een preek ook puur onderwijzing zijn, teaching of ook story of preaching, zo hoorde ik eens in Londen. Maar vooral ‘het vette’ sticht hart, ziel en gemoed. Het helpt echt, als je de bijbel goed kent. Het helpt echt als je de highlights van de bijbel kent tot op Golgotha en de Paasmorgen. In Duitsland zeiden indertijd (1974) oudere broeders die pas in 1950 waren teruggekomen uit jarenlange krijgsgevangenschap in Rusland: ‘Wat heb ik veel gehad aan alle catechismusvragen en bijbelteksten die we van Herr Pastor uit ons hoofd moesten leren. Het was ons enige houvast.’ Zo werden ze tussen de Russische bewakers gesticht, vastgemaakt aan Christus.

Van Ruler refereert aan het eind van zijn boeiende antwoord over gesticht worden nog even nadrukkelijk aan de Avondmaalsviering. Het deel hebben aan de bediening is al zo’n bijzondere genadevolle stichting van het geloof. En zo ook van ons en zelfs mijn geloof. Maar ook de toespraak aan de Tafel. Hier en daar nog steeds gebruikelijk. Dat de voorganger na de consecratie en communie uit het hart en voor het hart spreekt over het verkregen heil. Waarin aanbidding, vreugde en verwondering domineren. Dat is echt stichting.
Helaas vind ik niet in elke kerk of kerkdienst stichting, ook niet waarin ik zelf voorga. Het luistert nauw. En vaak moet je als voorganger om heel veel denken. Om steeds meer. In Delfshaven waren er soms drie afkondigers, en dan moesten we nog met het introïtus beginnen. Gaandeweg kwam er steeds meer aandacht voor de kinderen en hun ouders. De jonge stellen op weg naar banen en baby’s. Er zijn lofprijzingsdiensten voor wie vooral gesticht wordt door deze vormen van zingen en bidden. Iedereen is zo een eigen iemand geworden. Er is een tijd geweest dat je alle jonge mensen met een voorbeeld kon helpen en alle weduwen met een enkel woord kon troosten. Nu moet iedereen zelf wat horen. Apart gesticht worden. Dat maakt het voor voorgangers niet eenvoudiger. Toch pleit ik voor aandacht voor dit antwoord van Van Ruler. Wat er ook allemaal gebeurt in kerkdiensten – in coronatijd werden we vanuit de PKN overstelpt met zogenaamde tips en ideeën, zelden met stichting – laat de aandacht ervoor blijven. Waarom zou ik naar de kerk gaan anno 2021? Het schijnt weer te mogen, althans als ook de meest angstige kerkenraad het ook weer durft en er nog zin in heeft. Maar waarom zou je gaan? Stap op je fiets, oortjes in en geniet van muziek. Eventueel van de preek van je wijkpredikant.
Maar ik hoor de klok. Het is de dag van de Heer. Ik ga naar de kerk om gesticht te worden.

Ds. P.L. de Jong is emeritus predikant te Rotterdam.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

  • Hits: 1155