Skip to main content

nr2 • 2020 • Gods hand en de sores

35e jaargang nr. 2 (november 2020)
thema: Huisgodsdienst in tijden van corona

Piet de Jong
Kroniek
Gods hand en de sores

Voor een Kroniek zijn er begin oktober genoeg dingen die de aandacht vragen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen van de nieuwe maatregelen voor de kerken? Of eerst maar aandacht voor het afgebrande kamp Moria op Lesbos en de zuinige reacties van het kabinet?

Een ander item: dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, nodigde in een interview de vrijgemaakt- en de Nederlands Gereformeerde Kerken uit om meteen door te lopen naar het dienstencentrum van de PKN aan de Joseph Haydnlaan. Het overlijden van kardinaal dr. Ad Simonis en eind september van dr. Herman Wiersinga zetten mij ook even stil. Simonis, een typisch rooms-katholiek leidsman: altijd heel sympathiek naar protestanten, zichzelf bijna gewild bescheiden opstellend en de bijbelonkennis van zijn schapen excuserend, intussen geen roomse letter ooit verzettend. Zelfs in zijn afscheidsdienst als kardinaal en hoofd van de rooms-katholieke kerk in Nederland werden onze kerkleiders van het hoofdmenu uitgesloten. En toen overleed ook nog dr. Herman Wiersinga, de typische rebel uit de woelige jaren van de Gereformeerde Kerken die de verzoening door het offer van Christus uitdagend een andere betekenis gaf; kompaan van dr. Kuitert. Theologen die de ene ketterij – zo werd in die tijd nog gesproken – na de andere uitdroegen, maar heel lang zichzelf bleven beschouwen als gereformeerde dominees en theologen. Totdat ze ook het geloof kwijt waren. En dan was er ook nog de dreiging van nog eens vier jaar Trump.

Mondkapjes
Eerst maar COVID-19. Eind september kwam er een nieuwe golf aanrollen. We lieten ons weer verrassen. Sinds 1 oktober zijn we toch aan de mondkapjes geraakt. De vraag loopt al vanaf maart. De voor- en tegenargumenten zijn bekend, vooral de voor- en tegenstanders. Want verder valt er geen chocola van te maken. We kennen intussen alle deskundigen, virologen, epidemologen, andere wetenschappers die ook graag iets meeroeren. Het woord mondkapje kan ik niet meer horen, dat komt door dat kap. Maar gezichtsmasker is nog veel erger. Je ziet er niet uit en je bril beslaat. Als iedereen het wil, dan doen we dat, zei Rutte uiteindelijk. En er zijn er inmiddels genoeg. Ook mijn vrouw maakt ze zelf met vrolijke kleuren. Maar misschien zijn de inktzwarte wel het meest aan te raden vanwege de waarschuwende kleur. Gaan nu de mondkapjes ons redden? Wordt er niet teveel van óns verwacht? Zijn er niet altijd dingen geweest die wíj ook met de beste wil van de wereld niet kunnen? Voetbalsupporters van Feyenoord hoorde ik zeggen: ‘Wij kúnnen niet stil zijn, als er gescoord wordt... wij kunnen dat niet.’ Het raakte me. Wij hebben volgens mij de beste ministers op de bok zitten en ze werken zich letterlijk kapot, maar er zijn dingen die niet maakbaar zijn.

De pest
In maart las ik de eerste dagen van het thuisblijven De pest van Albert Camus (1913-1960). Had ik dat maar niet gedaan. Het is het verhaal van een pestepidemie in de Noord-Afrikaanse stad Oran. Eerst liggen er overal dode ratten. Maar even later slaat de builenpest toe. Alle poorten gaan dicht. Niemand erin, niemand eruit. Wat mij in de maartse context vooral trof: aanvankelijk ontwikkelde zich in Oran een immense solidariteit die echter na een paar maanden zich oploste in ontkenning en onverschilligheid. En tenslotte berusting. Al snel ging ieder voor zich. Het theater stopte, er was niets meer aan. Er vielen heel veel doden. Maar bij uitvaarten verscheen bijna niemand meer. Camus zet op een bepaald moment ook de kerk even in de schijnwerpers. In de stad organiseerden de kerken een gebedsweek waaraan velen deelnamen. Niet uit vroomheid, maar alle beetjes helpen. De week liep uit op een bijzondere mis met een boetepreek van een bekende priester. Men hoopte op een bevrijdend woord. Maar toen de man op de kansel verscheen, was zijn eerste zin: `Broeders, onheil is over u gekomen, en broeders, dat is uw verdiende loon.’ De mensen begrepen, dat ze gestraft werden maar wisten niet voor welke misdaad, schrijft Camus. Gelukkig verschenen na maanden in de stad weer ratten. En dan wordt alles weer ‘normaal’.

Normaal
Maar normaal wordt het niet vanzelf. In de kerken is het stil geworden. Men is moe en men is het beu. Nu de tweede golf is gekomen, terwijl het winterseizoen juist met kunst en vliegwerk is gestart, zakt alles weer in elkaar. Voor de kerken, met name de PKN, kan dit dramatisch worden. Vanaf 1 juni waren de kerken weer open, maar hooguit zestig procent liet zich gaandeweg zien. Op het scherm zijn veel thuiskerkgangers intussen wel uitgekeken. In het boek Kerk in tijden van Corona (red. Leo Fijen) schreef dr. A. van de Beek een heel eerlijke impressie: onlinediensten zijn geen diensten, dat is op een afstand ergens naar kijken waar je niet bij hoort. Zo ongeveer. Hij pleit dan voor huisgroepen. Diverse auteurs – o.a. scriba De Reuver – wijzen op positieve leerpunten voor de kerken. Maar erg overtuigend zijn ze voor Leo Fijen en andere scribenten in deze bundel niet. En ongemeen hard is het verhaal van Hilde Kieboom, voorzitter van een stichting voor ouderen en daklozen in Vlaanderen en Nederland, zij laat zelfs het woord ‘gerontocide’ vallen. Dat woord kende ik nog niet.
Kerkleiders en opiniemakers ogen overigens tevreden. Er is geen klacht. In het ND las ik een commentaar met de strekking: wat hebben we het goed gedaan als kerken en als krant. En ook: ‘Nu gehoorzamen’, in naam van Bonhoeffer. In het RD las ik deze zomer een commentaar, dat wij ons niet moesten beklagen. Wij hadden het Woord niet hoeven te missen. In tegenstelling tot de liefhebbers van de topsport, de festivals, de Gaypride. Ja, zo kun je er ook naar kijken, maar is dat niet een poging om kritische stemmen te neutraliseren? Ik heb namelijk heel veel gemist.

Staphorst bedankt?
Het kabinet kwam met nieuwe beperkende maatregelen. Omdat het in kerken goed gegaan was, maakte Rutte een uitzondering voor kerkdiensten. Het is ook een grondrecht, belangrijk voor elke Nederlander.
Maar het OMT van het PKN-dienstencentrum begon meteen met afschalen. Jeugdwerk, kringwerk, catechese? Zingen? Doe maar niet, was het advies. Dat wordt in veel gemeenten dus heel de winter niets meer. Vervolgens trokken de kerkdiensten in Staphorst op 4 oktober de aandacht. Er zouden teveel kerkgangers op één zondag in drie diensten de kerk bezoeken. Er ontstond een ware hetze tegen Staphorst. Ook diverse christenpolitici toonden zich verontwaardigd (de CU kwam hier snel op terug). Reden voor minister Grapperhaus om dezelfde zondagavond nog te besluiten dat ook in kerkdiensten dertig het maximum zou zijn. De andere dag werd dit besluit de kerken bij monde van het CIO meegedeeld, die het ‘vrijwillig’ slikten. De PKN voorop. ‘Ze (de kerken) hebben het zelf besloten’, zei de minister. Zo waren we weer terug bij dertig kerkgangers, ongeacht ruimte, volume, afstanden, goede ventilatie, het doet er niet meer toe. Ook geen samen zingen. Aan het eind van een week van verzet en commotie vanuit vooral de refokerken, draaide de minister wat bij, doordat kerkelijke vertegenwoordigers besloten volgens eigen verantwoordelijkheid. Daarbij was dertig max niet meer heilig, ook het zingen werd niet totaal verboden. Van zo’n zwalkende, zich gevoelig tonende overheid voor stemmingen in de samenleving, word je niet vrolijk. Is het als kerk niet beter afstand te houden van de overheid en als kerk je eigen afwegingen te maken? De overheid is immers met politiek beleid bezig, daar moet je als kerk geen onderdeel van worden. Van diverse kanten in de kerk hoorde ik roepen: ‘Staphorst bedankt!’ Zelfs van collega’s. Dat is onterecht. Zeg liever: Nederland bedankt.

Oordeel
Over corona als oordeel Gods hoor je weinig mensen hardop spreken. Is dat in het verleden te vaak en te simpel gedaan? Het is verleidelijk te denken volgens het schema van Richteren of de ballingschap: ongehoorzaamheid – vergeefse oproep tot bekering – afstraffing Gods: in sommige kerkelijke en evangelische kringen altijd een vertrouwd en geliefd schema. ‘Nog is Zijn hand uitgestrekt’, was een geliefd thema onder tijdredenaars in de naoorlogse jaren. In een eerder nummer van Kontekstueel schreef ds. Gert de Goeijen een verhelderend artikel over de verschillende duidingen. Is COVID-19 een oordeel Gods?
In een klein boekje ging Tom Wright in op de vraag hoe je de crisis zou mogen duiden. Behalve schuld en straf zag hij in de Schrift ook andere schema’s. Van kwetsbaarheid en lijden dat over je komt zonder aanwijsbare redenen. Bijvoorbeeld het volk Israel in Egypte. Volgens Lucas verscheen in Antiochië op een bepaald moment ene Agabus die ‘door de Geest’ een zware hongersnood voorspelde. Bijzonder, zegt Wright dan, dat: 1. niemand zegt: wat hebben we misdaan? Waarvan moeten we ons bekeren? 2. Dit is het teken dat de Heer snel terugkomt, of 3. Wat geeft de Heer ons hier grote missionaire kansen. Wat hen bezig houdt is de vraag: wie zullen het zwaarst getroffen worden, en hoe kunnen we helpen?

Moria
Het zou mooi zijn, als deze vraag onder ons sterker zou leven. Afwezig was die vraag zeker niet. Al in maart maakte dr. De Reuver ons attent op de verschrikkelijke omstandigheden op Lesbos. Daarna zakte de aandacht weg. Om in alle heftigheid terug te komen in augustus toen het kamp afbrandde en circa 12.000 mensen op straat belandden, terwijl de corona onder hen om zich heengreep. Het maakte duidelijk hoezeer onze aanpak – de Turkije-deal – en de besluiten van de EU gefaald hebben. Van veel kanten meldden zich mensen die in Den Haag pleitten om minstens vijfhonderd mensen naar ons land over te laten komen. Er ging een lijst rond onder voorgangers die ondertekend werd door ongeveer duizend voorgangers van orthodox tot vrijzinnig. Op een bepaald moment werden kerkklokken geluid, ruim acht minuten (vijfhonderd seconden). De politiek kwam in beweging. Na een hele dag steggelen besloot het kabinet honderd mensen te laten overkomen, maar die honderd werden wel weer afgetrokken van de vijfhonderd die al eerder beloofd waren. Bij monde van GertJan Segers schaamde de CU zich, en het was ook gênant. Ook heel veel leden van het CDA in den lande schaamden zich. Vanuit de SGP kwam een voorstel voor een civiel-militaire actie op Lesbos in EU-verband: alle aanwezigen screenen en terug naar huis sturen, zogenaamde echte vluchtelingen doorsturen. Nog meer schaamte. De EU deed het niet veel beter. Wie als land geen migranten en vluchtelingen wil opnemen kan het afkopen. Ik ben geen profeet, maar als een oordeel ons treft – en nieuwe golven – zou dat ook kunnen samenhangen met onze inzet om vooral zoveel mogelijk mensen buiten onze Europese grenzen te houden?

Kansen
In de eerste maanden kon je alom horen dat de crisis ook veel kansen bood voor kerken om zichzelf opnieuw uit te vinden. Zelf heb ik dat zo niet beleefd. Als je moet overleven word je natuurlijk wel creatief. Alles wordt vloeibaar. Kerkgangers die heel hun leven gewend waren op een bepaalde plaats in de kerk te zitten, lieten zich heel mak een plek aanwijzen in een andere hoek van de kerk. Als voorganger doe je ook dingen die je jezelf nooit had toevertrouwd. Geregeld dacht ik: zo kan het ook. De vakgroep praktische theologie van de PThU (dr. T. Pleizier en dr. H. de Roest) deed een onderzoek onder voorgangers, als onderdeel van een project in twintig landen. Vanuit de voorgangers gezien had de communicatie via scherm op zondag en doordeweeks best voordelen, begreep ik. Je leerde om je kort en bondig uit te drukken. Maar pastorale gesprekken via telefoon of beeldbellen voelden kaal. Al zag men ook voordelen: per telefoon zou deze en gene opener zijn in het pastorale gesprek. Soort eerherstel van de oorbiecht dus. Maar per saldo vond men het pastoraat het moeilijkst. Naar mijn idee kan de missionaire winst ook nooit groot zijn. Want wordt iemand geraakt, dan zal hij of zij toch op zoek gaan naar een geloofsgemeenschap. Geloven is een samending.
In september las ik een uitvoerig interview met dr. De Reuver. Hij lag niet wakker van de kerk. Op zich is deze relaxte houding geruststellend, zeker van een scriba. Tegelijk mis ik urgentie. Het gaat nu wel heel erg hard. Zeker zal de kerk der eeuwen ook deze eeuw doorstaan. Intussen zijn er zoveel mensen die geestelijk kaal aan de dijk staan, van de Bijbel weinig weten en kerken wantrouwen. Op het moment worstelen de vrijgemaakte- en Nederlands Gereformeerde kerken richting verenigen. Vanuit een andere kerk werd alweer gewaarschuwd voor ‘de vrije val’ waarin deze kerken beland zijn. Dan help je elkaar niet, maar bevestig je de negatieve beeldvorming die men van kerken heeft.

Tenslotte
Op 1 september jongslede trad ik terug als dienstdoend predikant. Na 46 jaar. Afscheid nemen en je toga uittrekken in deze coronatijd voelt bevrijdend, maar ook wrang zoals al veel collega’s dit jaar hebben ondervonden. Natuurlijk dank je God – altijd geholpen, je hebt het overleefd – maar het doet pijn na bijna een halve eeuw inzet de kerk als het ware te zien verdwijnen in de avondmist. Mijn toga is versleten. Nog steeds dezelfde als ik kocht in 1973 bij de Fa Jörg in de Schoutenstraat, vlakbij de universiteit. Mijn vrouw wil hem allang niet meer opknappen, omdat ik vaker geld kreeg voor een nieuwe, maar die niet aanschafte. Gelukkig was er altijd wel een mevrouw in de gemeente die mijn toga renoveerde. Ook Theo, met een moslimnaaiatelier in de Nieuwe Binneweg, waagde zich er een keer aan, hoewel hij het als een heilige en dus riskante klus inschaalde. En wat nu? Een beetje helpen hier en daar, en voorgaan als het niet te donker is en je nog een beetje stem hebt. En verder weet je het nooit. In Londen in het Missionary House stond een keer een oude dame, Jane, met haar koffer te wachten bij de receptie om weg te gaan:

Ik vroeg: ‘Jane, waar ga je naar toe?’
‘Ik ga naar huis’, zei ze
‘Naar huis?’
‘Terug naar het dorp waar ik vandaan kom. Ik ben nu 81, heb heel mijn leven missionair werk gedaan in de stad. Veel kinderwerk, jongeren, zondagschool. Ik stop, ik ga nu naar huis.’ Ik viel even stil. Ze keek me aan en zei toen: ‘But you never know what the Lord has in his mind on the next corner.’ Dat weet je inderdaad nooit.

Tom Wright, God en de pandemie, Utrecht 2020.
Leo Fijen en anderen, Kerk in tijden van corona, Baarn 2020.
Albert Camus, De pest, 1947, Amsterdam 2020.

9 oktober 2020

P.L. de Jong is lid van de redactie en emeritus predikant (PKN)

 

 

  • Hits: 1083