Skip to main content

nr2 • 2020 • Met heel uw hart, ziel, verstand en kracht

35e jaargang nr. 2 (november 2020)
thema: Huisgodsdienst in tijden van corona

Leo Smelt
Met heel uw hart, ziel, verstand en kracht
Ter herinnering aan Wout van Laar

‘Zeg mij waar je voeten gaan en ik zal je zeggen wat voor theologie je aanhangt.’ Deze simpele oneliner laat iets oplichten van het inzicht dat de exegese van de Bijbeltekst en de analyse van je leefsituatie beide tezamen in het geding zijn. Ik schrijf dit artikel in dankbare nagedachtenis aan mijn zendingsbroeder Wout van Laar (1948-2020). Te vroeg is hij ons ontvallen. Veel komt boven.

Ik beperk me tot één periode waaraan wij beiden waardevolle herinneringen hadden. Mede op verzoek van de redactie van het theologische tijdschrift Theologia Reformata namen wij ons voor samen een artikel te schrijven over de spiritualiteit van de Peruaanse rooms-katholieke priester en bevrijdingstheoloog Gustavo Gutiérrez en dit in relatie te brengen met de Nederlandse gereformeerde bevinding, die ons lief is. Wij concentreerden ons op Gutiérrez’ tweede belangrijke boek: Beber en su propio pozo (1983), dat later in het Engels is vertaald: We Drink from Our Own Wells. Wij vonden dit een welkome verdieping en aanvulling van zijn Teología de la Liberación (1971, in Nederlandse vertaling: Theologie van de Bevrijding). Wij werkten beiden in het door rechts en links geterroriseerde Latijns-Amerika en snakten te midden van alle onrecht en geweld naar meditatie en contemplatie. Daarom namen we ons voor een gezamenlijke luisteroefening te ondernemen. In dit artikel put ik uit de correspondentie en aantekeningen uit die tijd.

Dualisme
Van Gutiérrez leerden wij in de jaren ’80 het volgende: Wie in de navolging van Christus wordt geroepen tot een bepaalde wijze, een methode (Grieks: met-hodos) van theologiseren, wordt sterk beïnvloed door de context waarin zijn leven een weg (hodos) vindt. ‘Mensen van de weg’ zo heetten de eerste christenen. Wie Jezus volgt, wordt een ‘arme van geest’ die behoort tot de ‘kerk van de armen’. Vooropgaat dan het met heel je lijf en wezen de concrete weg van de gehoorzaamheid aan Christus gaan en in tweede instantie komt dan – ondergeschikt daaraan – de theologische reflectie met je verstand. Wij herkenden vanuit onze eigen traditie de beduchtheid voor een te rationele en theoretische theologiebeoefening, die een levende omgang met God wegduwt. Te veel hoofd en te weinig hart én voeten.

De heftige ideologische tegenstellingen in het Westen ten tijde van de Koude Oorlog tastten ook de kerken in de arme continenten aan. Polariserende discussies met heilloze dualismen gaven de toon aan: eerst de zuivere leer, de dogmatiek, daarvan moet de ethiek in tweede instantie worden afgeleid. Uitleg van de tekst en toepassing ervan komen in een spagaat terecht. Geloven raakt los van gehoorzamen. Wat God samengevoegd heeft, wordt gescheiden of eenzijdig onderscheiden, zoals: Woord en daad; meditatie en actie; mystiek en politiek; theorie en praktijk; het verticale en het horizontale; progressief en conservatief; het objectieve (de beloften van het evangelie) en het subjectieve (de beleving en de bevinding); het hart waarin de vreze des Heeren woont én de structuren van de maatschappij die zo moeilijk te bekeren zijn. Belangen die we hebben bij de handhaving van de status quo overheersen spoedig het verlangen naar het Koninkrijk van God.

Polarisatie
Wout en Teunie van Laar woonden en werkten in de hoofdstad van Chili, Santiago. Wout was docent aan een klein presbyteriaans seminarie. Dat betekende onherroepelijk dat hij te maken kreeg met de verlammende polarisatie tussen hen die openlijk dictator Pinochet steunden of gedoogden (orthodox, rechts in de politiek) en zij die open stonden voor bevrijdingstheologie (links in de politiek, aanhangers van de gedode president Allende, en vaak familieleden van vermisten). Onder het mom van meer willen weten van Calvijn of het bestrijden van verderfelijke linkspolitieke, rooms-katholieke of pentecostale leringen probeerde de presbyteriaanse seminaria hun bestaansrecht veilig te stellen. De oprechte en evenwichtige Wout werd vermalen tussen de verschillende belangen(groepen). Chilenen zijn zelfbewust en politiek geëngageerd en strijdbaar. In Chili was er in de rooms-katholieke kerk een sterke, progressieve stroming. Daartegenover probeerde Pinochet meer en meer invloed uit te oefenen op de middenklas kerken en de pinksterkerken. Ik herinner me vooral het zondagse bezoek aan een imponerende kerkdienst van een methodistische pinksterkerk, die gemend werd door een macho-bisschop en die gepleased werd door dictator Pinochet die af en toe deze megakerk (de Jotabeche-kathedraal in Santiago) bezocht. Wout kreeg met zijn nadruk op de Bijbels onderbouwde ‘integrale zending’ (‘misión íntegral’) niet veel steun of kreeg te maken met discussies met ‘hete hoofden en koude harten’. Hij kreeg door zijn antenne voor gerechtigheid te maken met de aantasting van de mensenrechten en trok zich het lot aan van hen die ‘verdwenen’. Hij moest daarom ook voorzichtig zijn wat betreft de contacten in de arme buurten van Santiago. Wout en Teunie steunden daar een kleine presbyteriaanse gemeente, maar dat werd door de leiders van hun kerk niet begrepen. Kortom: Ze hebben het niet makkelijk gehad in Chili. Ze hielden het vol omdat ze putten uit de Bron.

De situatie in Peru was anders. Het was de paus gelukt door het overplaatsten van een aantal progressieve priesters en bisschoppen om daar de ‘verderfelijke’ invloed van de bevrijdingstheologie te keren. Er waren minder rooms-katholieke basisgemeenschappen dan in Chili.
Jannet en ik hadden het voorrecht te wonen en te werken in een volkswijk in Lima. Terug van verlof in 1985 was er tegenover ons schuurkerkje een immense invasiewijk uit de grond gestampt met palen en rietmatten hutjes. Zo’n uitzicht en het met ziel, lijf en portemonnee geïnvolveerd raken in een ‘misión íntegral’ doet je onbewust en bewust de Bijbel anders lezen. Wij hadden het voorrecht dat we verbonden werden aan een kleine zelfstandige presbyteriaanse gemeente waar we veel mochten mee-delen, maar ook veel mochten ontvangen in de zes samenkomsten per week. De voedingsbron voor ons geloof en leven was heel dichtbij open. We dronken de spiritualiteit van arme gelovigen in. We namen het nadeel voor lief dat het in- en uitlopen van buren en gemeenteleden in onze gehuurde bovenwoning ons weinig privacy overliet. Wij hadden ook te maken met de constante dreiging van het terrorisme, die lichtmasten opbliezen. We kregen te maken met de avondklok en met de stroom op rantsoen. We konden echter kerk en school in en met de buurt zijn. Pastoraat en diaconaat gingen hand in hand. Ik kon lessen volgen en later gastlessen Bijbelse theologie geven aan het seminarie in Lima zonder monddood gemaakt te worden door verdachtmakingen omtrent leer en praxis.

Samen schrijven
Deze grove schets van onze werkomstandigheden maken voldoende duidelijk hoezeer wij elkaar konden bemoedigen door samen een artikel voor Theologia Reformata te schrijven. En dat terwijl we dus op grote afstand van elkaar werkten. Wij hadden geen telefoon, laat staan internet. Op basis van thuisstudie, briefverkeer en wederzijdse bezoeken schreven wij het artikel rond eind 1986. Ik vatte vooral de inhoud van het boek van Gutiérrez samen en Wout riep vooral de overeenkomsten wakker die wij zagen tussen de gereformeerde bevinding en de spiritualiteit van deze bevrijdingstheoloog. Dat moest gebeuren te midden van onze drukke werkzaamheden. Een aantal keren moesten we de deadline uitstellen. Op 23 november 1986 schrijft Wout: ‘Ik ben te optimistisch geweest: veel werk rolde weer over me heen. De lessen moet ik veel aandacht geven, nu allerlei vonden gezocht worden om mij te kunnen pakken. Er hangt een inquisitiereuk in de IPNA die je soms misselijk maakt.’ Vlot ging het schrijfproces ook niet omdat wij behoedzaam, evenwichtig en onnodige misverstanden wilden vermijden. Dit vanwege het feit dat in ons vaderland en in onze achterban (GZB en GB) de polarisatie tussen simpel gezegd ‘links’en ‘rechts’ sterk opgerukt was. Ik hoor het een voorman van de Gereformeerde Bond nog zo zeggen in een lezing: ‘en dan zijn daar de zogenaamde ‘genitief theologieën’, zoals de theologie van de bevrijding, de theologie van de hoop, de theologie van de revolutie en de politieke of de feministische theologie. Deze ‘nieuwste snufjes’ werden resoluut en zonder er echt naar te luisteren weggezet als on-Bijbels of niet gereformeerd. Het besef dat de theologie van de reformatie eigenlijk ook een genitief theologie was en dus contextueel bepaald, profetisch en eenzijdig, begon net pas door te dringen via bijvoorbeeld het artikel van prof. dr. C. Graafland over de gereformeerde hermeneutiek in het eerste nummer van het nieuwe blad Kontekstueel in 1986.

De redactie van Theologia Reformata reageerde op ons ingezonden artikel: ‘De redactie wil allereerst uitspreken dat zij het onderwerp, dat onder ons nauwelijks bekend is, graag in een goed artikel aan de orde wil stellen. Niettemin is er een aantal fundamentele bedenkingen m.b.t. vormgeving en inhoud. Het artikel is veel te lang en de vergelijking met bevinding in onze kring is een goede vondst, maar ze is o.i. te eenvoudig uitgewerkt.’ Ons werd aangeraden contact op te nemen met prof. dr. S. v.d. Linde, contactpersoon namens de redactie. Wout schreef aan onze professor en leermeester en vroeg hem: ‘Wij zouden het zeer op prijs stellen wanneer u ons uw kanttekeningen zou willen doen toekomen, waardoor wij zouden worden gecorrigeerd en geholpen om te komen tot een zo verantwoord en verstaanbaar mogelijk artikel, dat strekt tot een uitnodigende en vruchtbare bezinning ten aanzien van een voor de meesten onzer nog vrijwel onbetreden terrein, dat niet langer ontweken kan worden en waarin de gereformeerde theologie, juist gezien zijn katholieke karakter en zijn aandacht voor het Oude Testament en schepping, een uitdaging mag zien.’ Een antwoord op dit verzoek is er bij mijn weten niet gekomen. Dit en onze ruiterlijke erkenning dat ons artikel met de vele noten drastisch ingekort en verhelderd moest worden, heeft ervoor gezorgd dat het in een map belandde en tot nu toe menige verhuizing heeft overleefd.

Fragmenten
Ik beperk me verder door een aantal karakteristieke citaten uit ons artikel door te geven. In deze citaten hoor je vooral de stem van Wout.

‘Kunnen geloof en kerk trouw zijn aan de roeping het Evangelie van het Koninkrijk te verkondigen zonder concreet in te gaan op déze werkelijkheid met zoveel ellende en vormen van sociaal kwaad?’ – ‘Wie Mat.25:31-46 serieus neemt én de zin van Berdjajev (‘Als ik honger heb is dat een materieel probleem, als een ander honger heeft, is dat een geestelijk probleem.’), zal erkennen dat het je zorgen maken om de materiële noden van de arme een wezenlijk element is van onze spiritualiteit. Het is niet alleen maar een diaconale dimensie van het geloof, maar het raakt het hart van het geloof: de ontmoeting met de Heere, als een genadegave. Het is niet alleen een plicht, maar het impliceert een persoonlijke overgave. Deze nieuwe weg van dagelijkse bekering vraagt om een zekere koppigheid en vastberadenheid, want het is niet gemakkelijk om tegen de stroom in te roeien.’ (…)
‘Alleen op basis van het geestelijk worden als een kind (‘infancia espiritual’) is het mogelijk je werkelijk en blijvend te engageren met de armen en verdrukten in ons subcontinent.’ (…) ‘Het dokimè (bevinding, beproefdheid) van Rom.5:4 hoort thuis in de context van vervolging en nood; in een wereld, waarin wij verdrukking lijden. Het is opmerkelijk dat deze lijdens-spiritualiteit van Gutiérrez momenteel de meeste protestantse kerken in Chili vreemd is, terwijl vele rooms-katholieken vervolgd worden omdat ze protesteren tegen de verdwijningen van anti-Pinochet personen.’ (…)

‘Rome zoekt de wereld binnen de kerk te trekken en te sacraliseren; de Reformatie staat getuigend midden in de wereld en zoekt de heiliging van het bestaan. Het is de vreze des Heeren, die het profane, dagelijkse bestaan van de mens tot in alle uithoeken in de tegenwoordigheid van Jahwe trekt. Het is uiterst bevindelijk het zuchten en kreunen van de schepping op te merken. Te treuren omdat er zo weinig zichtbaar is van het koningschap van God in deze wereld en er zoveel onrecht geschiedt. Hunkerend uit te zien naar de nieuwe aarde waarop gerechtigheid zal wonen.’ (…) ‘De theologische reflectie komt op uit het engagement en het gebed, de twee grote dimensies van het christen-zijn, die onafscheidelijk samengaan in de navolging van Christus. Eerst komt dus het leven en dan de leer.’ (…) ‘Wij kennen allemaal van die ‘tiende uren’ (Joh. 1:40c): onvergetelijke ogenblikken van ontmoeting met de Heere, waardoor ons geestelijk leven wordt gevoed. Zij vormen de bornput waaraan wij ons steeds weer mogen laven.’ (…) ‘Onze binnenkamer moet midden in de buitenwereld staan. De ‘bevinding van het Woord’ en de ‘bevinding van het bestaan’ (verwoordingen van Miskotte; zie dissertatie van M.G.J. van der Velden) staan permanent met elkaar in verbinding.’ (…) ‘Het gevaar bij zowel de spiritualiteit a là Gutiérrez als de bevinding a là de Nadere Reformatie is dat een noodzakelijk nieuw accent een voorwaarde vooraf wordt en dat een schema-denken de onvoorwaardelijke prediking van de vrije genade in Christus gaat vervangen.’

Terug in Nederland

Na onze werkperiodes in Chili en Peru kwamen nieuwe fronten op ons pad. Voor Wout in Vlaardingen betekende dat het blijven verbinden van hier en daar. Wij horen bij die ene wereldwijde kerk van Christus en hebben elkaar nodig. Vanuit Chili zag hij reeds het belang van contact met en Bijbels-theologisch onderricht voor de snelgroeiende mega pinksterkerken. Tijdens zijn werk bij de Nederlandse Zendingsraad drukte hij ons op het hart hoe het zwaartepunt van de wereldzending naar het zuidelijk halfrond verschoven was.
Terug uit Peru gaven we graag gastlessen aan Bijbelschool ‘De Wittenberg’ en de Christelijke Hogeschool Ede over de Theologie van de Bevrijding. Al spoedig bleek dat studenten daar heel andere associaties bij hadden. Meer en meer werd gedacht aan bijvoorbeeld bevrijdingspastoraat. Dit deed ons beseffen hoezeer ook de Theologie van de Bevrijding als een voorbijgaande trend werd beschouwd. Daarachter zitten echter taaie weerstanden tegen haar blijvend waarheidsgehalte. Tegelijk moet erkend worden dat nieuwe ‘genitief theologieën’ (zoals die van Tomas Halík, Bram van de Beek, Wim Dekker, Willem Maarten Dekker en Kees van Ekris) noodzakelijk zijn om tegen nieuwe fronten de waarheid van het Evangelie te laten oplichten in woorden en vooral daden.
Laten we vaker in onderling beraad – met de voeten in de blubber – theologie van de weg beoefenen, als pelgrims. Samen doorpraten en artikelen schrijven. De communicatiemogelijkheden zijn in ieder geval vele malen groter geworden!

a Dios, Wout!

L.W. Smelt was van 1982 tot 1992 zendingspredikant in Peru; nu werkt hij als hervormd predikant in Voorthuizen.
Emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 

  • Hits: 1152