Skip to main content

nr5 • 2020 • Corona, kerk en staat

34e jaargang nr. 5 (mei 2020)
thema: de Geest delen

Jos Wienen
Kroniek
Corona, kerk en staat

We zitten midden in een wonderlijke crisis. Enerzijds omvattender en ingrijpender dan enige andere crisis sinds de oorlog: een wereldwijde pandemie die iedereen bedreigt en in het persoonlijk leven van miljarden mensen ingrijpt. Anderzijds trager en vreemder dan andere crisissituaties, waarbij paniek en heftige emoties over elkaar heen buitelen. Deze Coronacrisis dringt stil onze steden en dorpen, onze huizen en gezinnen binnen.

’s Avonds loop ik door een verlaten en stille stad. Bijna onwerkelijk. Mooi en tegelijk een beetje beklemmend, omdat achter alle stille gevels mensen zich hebben teruggetrokken. Bij de een komt er de angst en zorg bij voor een sluipende nieuwe ziekte, bij de ander juist het gevoel dat de maatregelen wel heel zwaar zijn voor een ziekte die toch eigenlijk wel meevalt. Maar wie de beelden ziet van ernstig zieke mensen en de berichten leest over overvolle intensive careafdelingen begrijpt beter waar die maatregelen vandaan komen. De maatregelen volgen deskundige adviezen en lopen ongeveer gelijk op met het maatschappelijk draagvlak. Dat zorgt vooralsnog voor een redelijk goede naleving en voor veel onderlinge hulp in de samenleving.

Volgzaam
Voor de kerken is deze crisis evenzeer onwerkelijk. Is er ooit een periode geweest waarin de wekelijkse samenkomsten van de gemeente zo lang en over zo’n groot deel van de wereld zijn opgeschort? Wat vervolging, verboden, oorlogen en eerdere epidemieën niet konden bereiken, is door dit kleine virus voor elkaar gebracht. De kerken zijn voor het overgrote deel gesloten, diensten gaan niet door of zijn teruggebracht tot enkele personen.
Zoals iedereen heb ik ook een periode gehad van gewenning aan de maatregelen die werden afgekondigd. Na de eerste nuchterheid, volgde zorg en na de zorg kwamen die ongekende maatregelen, onder andere het verbod op samenkomsten met meer dan honderd personen. Dezelfde dag werd ik gebeld door een voorzitter van een moskee: wat betekent dit voor de diensten in de moskee? Ik zei dat de diensten niet direct verboden waren, maar dat het mij goed leek om alle maatregelen te treffen om besmetting te voorkomen en de voorgeschreven afstand en veiligheidsmaatregelen te treffen. Vanuit de kerken hoorde ik in eerste instantie niets. Al spoedig volgden de berichten dat kerkdiensten waren afgelast. Eigenlijk was ik een beetje verbaasd dat er geen protesten waren en geen verzet. Met een grote vanzelfsprekendheid volgden kerken en moskeeën de richtlijnen van de overheid, al waren die strikt genomen niet op hen van toepassing verklaard. De zorg voor de gezondheid van de kerkgangers en de verantwoordelijkheid voor de samenleving woog zwaar. En de enkele voorbeelden van kerkdiensten waar diverse kerkgangers besmet bleken maken duidelijk dat dat ook niet voor niets was. De technische middelen van deze tijd maken het mogelijk toch contact te hebben en kerkdiensten te kunnen volgen. Hier en daar werden de diensten aangepast voorgezet met een kleinere groep en de voorzorgsmaatregelen die werden gevraagd.

Geen kerkdienst
De zondagmorgen 22 maart kwam. Wonderlijk en onwerkelijk. Geen kerk. Even voelde ik de verleiding om op zoek te gaan naar een gemeente waar wel dienst was. Maar ik las op een website ergens de nadrukkelijke mededeling dat in verband met de coronamaatregelen de dienst alleen voor eigen gemeenteleden was. Bovendien leek het me beter om niet het voorbeeld te geven bijeenkomsten op te zoeken, terwijl we als overheid bijeenkomsten verbieden of ontraden. Voor het eerst in tientallen jaren niet naar de kerk op zondag voelde vreemd en ongemakkelijk. Je mist iets wezenlijks. Ik volgde een gestreamde dienst in een kerk. Het was mooi om toch verbondenheid te ervaren. Wat mij betreft fijner dan de alternatieven via nationale televisie. De vertrouwde plek, vertrouwde namen en gezichten, het gevoel dat de gemeente er toch is. Wat ik heel mooi vond was dat de lijdenstijd niet werd verdrongen door corona. Op radio en televisie is het al corona wat de klok slaat, maar in de kerk stond het lijdensevangelie centraal, al was er natuurlijk de verbinding met de situatie waar we nu in zitten. De hele entourage maakt duidelijk dat de kerk helemaal deel uitmaakt van onze tijd en situatie, maar zoals altijd word je daar in de kerk ook altijd even bovenuit getild.

Discriminatie
Het is opvallend op hoeveel plekken kerken snel nieuwe wegen vonden om samenkomsten via internet te laten volgen of via vlogs boodschappen te delen met gemeenteleden. In één klap wordt duidelijk dat communicatie via nieuwe mediakanalen ook voor het gemeenteleven een grote toegevoegde waarde kunnen hebben. Ik kan mij voorstellen dat deze crisis in de kerken zal zorgen voor een versnelling van het introduceren van verbindingen via sociale media. Meer dan een virtuele gemeente via televisie kan de verbinding met de eigen gemeenteleden via smartphones en computers de beleving van het gemeente-zijn versterken. Het risico van een televisiekerk blijft dat het heel sterk een individueel beleven wordt. Dat kan prachtig en waardevol zijn, maar is toch veel vrijblijvender dan verbondenheid met de mensen die je kent en misschien via de sociale media zelfs beter kunt leren kennen dan vroeger mogelijk was.

Bij de eerste reeks maatregelen werd in onze veiligheidsregio gemeld dat de maatregelen geen betrekking hadden op kerkdiensten en godsdienstige samenkomsten. Dat was vanuit het ministerie gemeld. De voorzitter meldde dat dat te maken had met iets ingewikkelds. Ik vond dat wel grappig. Ik neem aan dat hier plotseling de scheiding tussen kerk en staat om de hoek kwam kijken. Kun je zomaar kerkdiensten verbieden als overheid? Er is een grondwettelijke vrijheid van godsdienst! Ik vond het wel mooi: de overheid die terughoudend is en de kerken die hun verantwoordelijkheid nemen en zelf diensten afblazen of aanpassen.
Bij de volgende noodverordening was de zaak van de kerkdiensten zichtbaarder. Bijeenkomsten met minder dan honderd mensen mogen ook niet, behalve bijeenkomsten van de volksvertegenwoordiging en bijeenkomsten van godsdienstige aard, waarbij wel een maximum van dertig personen is aangegeven. Dat getal geldt ook bij begrafenissen en huwelijken. Nu godsdienstige bijeenkomsten apart benoemd werden, ontstond er enige onrust. Het Humanistisch Verbond sloeg alarm. Dit is discriminatie. En al spoedig volgden er anderen. In de Tweede Kamer kwam de PVV met een motie om ook godsdienstige bijeenkomsten te verbieden. De motie haalde het niet. Ook mensen die normaal toch niet in het spoor van Wilders gaan, betuigden hun adhesie. Stevo Akkerman meende in Trouw dat christelijke partijen zich achter de motie hadden moeten scharen. Gewoon uit sportiviteit, alles dicht, dan wij ook dicht. En vanwege het besmettingsgevaar. Het geloof werd toch niet verboden? Alleen godsdienstige samenkomsten! Weliswaar zou dat op gespannen voet met de grondwet staan, maar dat geldt ook voor het verbod op het recht van vergadering. Ook in het redactioneel commentaar koos de krant voor deze benadering.

Terughoudendheid siert
Ik begrijp het goed. Het voelt aan als een bevoorrechting van godsdienstige mensen en ook nog eens een domme vorm van bevoorrechting, want de besmetting blijft toch niet voor de kerkdeur staan? In de pers werd breed uitgemeten dat er naast Brabant en Limburg in Nederland een tweede besmettingshaard was: de Biblebelt. Naast Hasselt en Goeree behoorde voor deze gelegenheid ook Oudewater tot de Biblebelt. De voorbeelden zijn aangrijpend genoeg. Veel kerkgangers in diensten aan het begin van de coronacrisis waren besmet. Maar van een echte trend bleek toch geen sprake te zijn. Er vinden praktisch geen kerkdiensten plaats in Nederland waarbij de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. En hetzelfde geldt voor godsdienstige bijeenkomsten van moslims of andere godsdiensten.
Volgens een onderzoek (voor wat het waard is) vond de helft van de christenen in Nederland het onterecht dat religieuze bijeenkomsten tot dertig personen mogen doorgaan. Bij niet-christenen vindt driekwart dat onterecht. Toch ben ik blij met de opstelling van de regering en de meerderheid van de Tweede Kamer. In de eerste plaats spreekt er een eerbied uit om de eigen verantwoordelijkheid van de kerk een grote plaats toe te kennen. Een verbod van een kerkdienst is van een andere orde dan een verbod op een willekeurige bijeenkomst. Het raakt het hart van het geloof, dat in gemeenschap beleefd wordt. In de tweede plaats is het een heel praktische erkenning van het feit dat in vele kerken op zondag aangepaste bijeenkomsten plaatsvinden met een beperkt aantal aanwezigen, maar via internet te volgen voor veel gemeenteleden. Daarbij worden de voorgeschreven afstanden in acht genomen, evenals de andere veiligheidsmaatregelen. Een kerkdienst is verdraaid wel van een andere orde dan een bezoek aan de bioscoop of een restaurant.
Deze discussie lijkt op de discussie over de grondwettelijke vrijheid van godsdienst. Soms wordt gepleit die uit de grondwet te schrappen. Het zou een overbodig, arbitrair en discriminerend artikel zijn. De vrijheid van vergadering en van meningsuiting regelt voldoende. Dus wat heeft godsdienstvrijheid daar nog aan toe te voegen? Zelf denk ik dat het precies andersom is. Het recht op godsdienstvrijheid is in mijn ogen het hart van de mensenrechten. Het betekent dat de overheid het principiële recht erkent dat ieder mens zelf verantwoordelijk is voor zijn diepste overtuiging. De overheid gaat daar niet over. Om het met de woorden van de beroemde oudejaarsrede van Willem van Oranje in 1564 te zeggen: ‘Ik kan niet toestaan dat vorsten heersen over de gewetens van hun onderdanen.’

Het idee dat beperkingen van het recht op religieuze bijeenkomsten slechts het recht op vergadering beperkt en niet de godsdienstvrijheid doet me denken aan een discussie met een medewerker van de IND. Die vertelde een christen uit Iran dat hij niet begreep waarom hij wegens geloofsvervolging vroeg om asiel. Als hij zijn mond hield over zijn geloof en niet naar kerkdiensten ging kraaide er geen haan naar. Dus van vervolging was geen sprake. De overheid doet er verstandig aan om te erkennen dat geloof een diepe persoonlijke overtuiging is, met consequenties voor het dagelijks leven. Godsdienstige bijeenkomsten maken daar deel van uit. En zeker kan en moet de overheid ook beschermende maatregelen nemen tegen zeer besmettelijke ziekten. Maar een grote terughoudendheid in het geheel onmogelijk maken van kerkelijke bijeenkomsten, huwelijken en begrafenissen is te prijzen. In de praktijk blijkt de volksgezondheid goed te beschermen zonder godsdienstige bijeenkomsten onmogelijk te maken. Televisie- en radio-uitzendingen en talkshows gaan ook aangepast door, overigens.

Aandacht voor kerken
Als er zoveel zorg en onrust is in de samenleving, betekent dat ook een uitdaging voor de kerken en het geloof. Heeft de kerk in deze situatie nog een bijzonder woord te spreken? In ieder geval was er vanuit de media wel extra belangstelling voor kerken en het functioneren van kerken in deze tijd. Predikanten werd gevraagd hun licht te laten schijnen. Velen waren zeer onder de indruk van het lege Sint Pietersplein in Rome, waar de paus op het eenzame plein in Rome, hoofdstad van het zwaar getroffen Italië, zijn woorden van hoop en troost sprak en de zegen van God aan stad en wereld gaf. Op veel plaatsen maakt het ook indruk dat kerken een belangrijke rol spelen in de sociale zorg voor elkaar, in het bijzonder voor zieken, eenzamen en ouderen. Overigens is het (gelukkig) ook duidelijk dat kerken hier bepaald niet het alleenrecht hebben. Op allerlei plekken komt hulp en steun voor kwetsbaren op gang, ook via sportverenigingen en spontane initiatieven bijvoorbeeld.

Natuurlijk was er ook aandacht voor predikanten die de opvatting verkondigen dat de crisis een straf van God is. Eeuwenlang was dat een wijdverbreide overtuiging. Rampen van deze omvang komen uit Gods oordelende hand. Is er een kwaad in de stad dat de Here niet doet? Wat in de belevingswereld van het Oude Testament zo vanzelfsprekend lijkt, wordt in de woorden van Jezus veel minder vanzelfsprekend. In Lucas 13 wijst hij het idee dat slachtoffers van een groot ongeval wel grotere zondaren zullen zijn dan andere mensen van de hand. Het heeft mij altijd een beetje verbaasd dat sommige predikanten toch zo snel een direct verband leggen tussen zonden in de samenleving en rampen. Tegelijk begrijp ik ook het besef dat er een relatie is tussen rampen op aarde en de gebrokenheid van schuld en zonde in de wereld. Maar ik heb de indruk dat het directe verband tegenwoordig aanzienlijk minder wordt gelegd dan vroeger. In de kerk is er grotere schroom dit zo te stellen. En buiten de kerk is er totale verbijstering over deze opvatting. Hoe kan een mens dit soort dingen geloven, laat staan zeggen? Totaal onbegrip is het deel van deze predikanten. Het laat iets zien van de verschuivingen in onze cultuur, zowel in als buiten de kerk.
Er is wel een moderne variant van de voorstelling van de ziekte als een oordeel. Er wordt soms redelijk direct verband gelegd tussen onze levensstijl en de crisis. De dierenpartij ziet een verband tussen virussen en de bio-industrie. En anderen menen dat heel onze moderne manier van leven – energieverslindend, dieronvriendelijk, grenzeloos – rampen over ons afroept. Onze levensstijl stort de wereld in een klimaatcrisis. De bio-industrie tast dieren aan, zorgt voor verspilling van grondstoffen, zorgt voor zware uitstoot van verkeerde stoffen en bedreigt de gezondheid van mensen en dieren. Natuurlijk is het idee dat het hier gaat om een wetenschappelijk aangetoond verband, niet over een oordeel van God. Maar mij viel op dat toen een wetenschapper aangaf dat de bio-industrie geen extra risico op virussen oplevert, er direct wordt overgeschakeld op de morele verwerpelijkheid en de stelling dat er toch een relatie is. Zo bezien zijn wetenschappelijk gefundeerde zorgen, maatschappelijk bepaalde angsten en oude theologische ideeën minder ver van elkaar verwijderd dan je zou denken.

Pasen
Als ik dit schrijf is het paastijd. Door lijden en oordeel heen klinkt er paasevangelie. Deze wereld is niet aan zichzelf of, nog erger, aan ons overgelaten, maar wacht door alle oordelen en dreigingen heen op het openbaar worden van Gods toekomst.
En natuurlijk hoop ik dat deze crisis ons ook helpt ons te herbezinnen op de wezenlijke waarden in het leven. Er wordt veel gespeculeerd over de veranderingen in de samenleving door deze diepe crisis. ‘De wereld wordt nooit meer hetzelfde’, zei Rutte. Dat hebben we vaker gedacht. Maar mensen veranderen niet zo snel, niet zo makkelijk en niet zo fundamenteel. Voor we het weten zullen oude patronen weer opgepakt worden. Voor echte veranderingen hebben we wel wat hulp nodig.

Drs. J. Wienen is burgemeester van Haarlem, theoloog en redacteur van Kontekstueel.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 

 

 

 

  • Hits: 1395