Skip to main content

nr3 • 2019 • Kroniek

33e jaargang nr. 3 (jan. 2019)
thema: Zorg voor de schepping

P.L. de Jong
Kroniek
Wachten op een Samuel

December, tijd van ‘duisternis bedekt de aarde en donkerte de volken, maar over jou schijnt de HEER.’ Er zijn zoveel dingen in die maand gebeurd waarover ik iets kan schrijven, dat ik maar begin met mijn eigen preekverlegenheid. Parijs kleurde elk weekend geel; Macron is een te kille man om het aan te voelen. In Londen zag je Prime Minister May de Brexit uitleggen, bewonderd en uitgelachen.

In Berlijn kwam een nieuwe Merkel in de persoon van Annegret Kramp-Karrenbauer – AKK genoemd – gelukkig koos men niet voor de conservatief Friedrich Merz. Rutte en Buma kunnen bijna geen zin meer uitspreken over de zorgen van onze samenleving waarin niet het tweede of derde woord ‘migranten’ is. Gele hesjes? Mislukt pensioenakkoord? ‘Weet u, de mensen maken zich zorgen over de vele migranten…’ Het kinderpardon begint de CU op te breken. Vraag: zijn er dominees die over dit soort dingen in de preek wel eens een opmerking maken die hout snijdt; één en ander proberen te duiden bij het licht van het Woord van God? Geregeld lees ik dat er een studiedag is over profetische prediking – ook wel complete cursussen. Leeftijd en tijdtekort hielden me tot nu toe thuis. Dr. Kees van Ekris schreef een door iedereen hoog geprezen dissertatie over profetische preken en predikers, zoals Martin Luther King, Desmund Tutu, Bonhoeffer, en Rowan Williams. En juist vorige maand promoveerde in Amsterdam ons redactielid Niels den Hertog op een studie over dr. Jan Koopmans; eveneens een profeet in zijn tijd.

Het onderwerp leeft, maar bij wie kun je in de PKN terecht voor een profetische preek? In een krant zag ik een kolommetje van tien regels over een statement dat begin december afgegeven was door de gezamenlijke raad van protestantse kerken in Europa, the Conference of European Churches (CEC). Ja, die bestaat echt. Op hun website vond ik hun statement, ondertekend door kerken uit alle Europese landen, namens de PKN door dr. René de Reuver. Behalve een goede opmerking over de verplichting om migranten welkom te heten en te beschermen, ‘as long as reason for migration exists’ vind ik geen enkele kerkelijke visie op bijvoorbeeld de Brexit. Europa stort in elkaar, de CEC vergadert. Hoe doen al die voorgangers dat deze weken? ‘Het woord van de HEER was schaars in die dagen; gezichten waren niet talrijk’ (1 Samuel 3:1). Het wachten is op een Samuel; een Hanna mag ook.

Homoseksualiteit en de kerk
In november was er veel kerkelijke homodiscussie en opwinding. Om te beginnen in de synode van de Protestantse Kerk. De PKN overleefde het maar net. Je hoorde het kraken. Hoewel eerder min of meer afgesproken was er niet meer op synodeniveau over te praten, maar kerkenraden hun ding te laten doen, werd het toch weer een agendapunt op aandringen van een aantal liberale synodeleden. Inzet: het in de ordinanties genoemde onderscheid tussen inzegenen (huwelijk) en zegenen (alternatieve relaties) gladstrijken. Het voelde volgens de liberale lobby als discriminerend en niet uit te leggen. Hoewel men heel goed begreep, dat met deze opstelling bewust aangestuurd werd op een harde botsing met de rechter flank en er feitelijk niets positiefs meer was te winnen voor homovieringen, ging men er vol gas in. Vroeger noemden we dat polarisatie en voor zover ik me herinner leverde dat nooit iets op. De Gereformeerde Bond speelde het overigens niet minder hoog. Ze hadden steeds al moeite gehad met wat er in de huidige ordinanties 5.3 en 5.4 staat over alternatieve levensverbintenissen, maar het voorstel waarmee het moderamen hoopte de vrede te bewaren ging nog een stap verder: de woorden inzegenen en zegenen zouden worden gehandhaafd, maar met de toelichtende uitleg dat het daarbij niet om een waardeoordeel ging of een inhoudelijk verschillende lading. In een waarschuwend artikel in De Waarheidsvriend maakte ds. A.J. Mensink, voorzitter van de Bond, de kwestie tot een status confessionis. Hij stelde: ‘Geestelijk gezien wordt de kerk gedwongen zich voor of tegen de leer van Christus uit te spreken. Geestelijk gezien wordt de kerk beproefd of zij zuil en fundament van de waarheid is (I Tim.3:15)’. Het liep goed af doordat de meeste synodeleden liever het moderamen steunden dan de eenheid op het spel zetten voor iets dat overal functioneert (43 tegen 29). In dagblad Trouw stond echter een week later een verklaring van ca. 400 voorgangers uit de PKN die met hun verklaring aan Nederland (!) wilden laten weten dat een trouwdienst van hetero’s of homo’s voor hen niets uitmaakte. De verklaring stemde mij niet vrolijk. In plaats van elkaar weer te zoeken, neem je nog een keer openlijk afstand via de media. Dat heet wrijven in een wond. Mijns inziens hadden de Bonders het ook niet zo hoog moeten spelen, voor je er erg in hebt, hebben anderen je rol als sturende leiding overgenomen en zitten we met een nieuwe scheuring. De Bond krabbelde op tijd terug, zich vastklampend aan het feit dat de kerkorde niet werd gewijzigd en de nadere uitleg maar wegslikkend. P. J. Vergunst, secretaris van de Bond, schreef in de Waarheidsvriend dat hij ‘dankbaar was voor de uitslag’ en de wijze waarop het moderamen met dit thema was omgegaan.’ Maar ‘hij ging niet blij naar huis.’ Vooral had hij zich aangetrokken dat hem steeds weer discriminatie werd verweten, een –inderdaad – veel te zwaar woord. En verder maakte hij zich zorgen over de bescherming van het huwelijk door de kerk. Maar de Bond ‘blijft vanuit haar roeping voor de kerk ook over dit thema het gesprek zoeken’, beloofde hij.

Verschillende visies, één geloof
Meteen de dag erop was er in Nijkerk een conferentie over het thema ‘Homoseksualiteit en de kerk. Verschillende visies, één geloof’, georganiseerd door onder andere de Theologische Universiteit Apeldoorn en Kampen. Een conferentie die begon om half tien en doorliep tot circa vijf uur. Maar liefst zeven hooggeleerde sprekers, een panel met homo’s en lesbo’s (gehuwd en celibatair), ruim zeshonderd deelnemers, kerkgangers en dominees; allemaal uit het meer verlichte segment van de refowereld. Er waren weinig dominees of trendbepalende theologen uit de Bond (alleen spreker prof. dr. Jan Hoek), geen hoofdbestuur. Ook geen liberale activisten van de PKN-synode en ook geen activisten uit de anti-homolobby zoals dr. Bart Jan Spruyt. Maar misschien heb ik hen niet gezien. In elk geval ter geruststelling van de lezer: ik was er wel bij. Iedereen was een brochure (92 pagina’s) toegestuurd waarin alle sprekers al een behoorlijk schot voor de boeg hadden gegeven. Zo’n opzet en inzet beloven op zich veel. Leverde deze dag ook een nieuw punt op?
Ds. Jan Mudde vatte meteen helder samen: het gaat om het klassieke standpunt of het moderne, alternatieve standpunt waar hijzelf voor pleitte zonder vrijzinnig te worden. Zijn vraag aan dr. Maarten Kater was: ‘het klassieke standpunt hangen jullie toch ook niet meer aan?’ Begin de achttiende eeuw kregen homo’s in ons land nog de doodstraf; er is toch niemand meer die dat wil? Als je de teksten uit Leviticus inbrengt, dan laat je de woorden over terdoodbrenging toch ook liggen?

Als Graafland indertijd stelde dat hij het heel jammer vond dat hij in de Bijbel geen woord kon vinden om homostellen te accepteren, dan zegt die sympathie toch eigenlijk al genoeg. Ook de bepleiters van het klassieke standpunt zijn het erover eens, dat homoseksuele mensen die in liefde en trouw hun weg gaan, in de Bijbel zo niet voorkomen. Ook zij maken steeds duidelijk dat ze respect hebben voor zulke gelovige stellen en hen niet kwalificeren als grote zondaren. Hoe groot is nu eigenlijk het verschil? Is het een kwestie van ongelijktijdigheid? Prof. dr. G. C. den Hertog legde uit dat het geloof in de scheppingsorde van God echt niet kan betekenen dat je daarmee conservatieve standpunten over het huwelijk eindeloos kan rekken en daarbij open laat hoe het in onze tijd zou kunnen. Robert Plomp pleitte als enige voor een onvoorwaardelijke acceptatie en ook openstelling van het huwelijk. Volgens hem gaat het in de scheppingsorde om de waarde van omgaan in liefde en trouw. De normen en vormen veranderen heel de Bijbel door. Prof. dr. Jan Hoek zette echter als Bonder – zo introduceerde hij zichzelf ook – nog eens uiteen dat in zijn kring deze visie onbestaanbaar is. De kerk is niet alleen een veilige plek, ze is vooral een heilige plek. Alle homo’s zijn dus hartelijk welkom en mogen zich veilig weten, maar homostellen hebben een probleem. Toch zou het volgens Hoek ‘niet moeten gaan om standpunten, maar om mensen.’ Mij is een raadsel hoe je dan nog kunt denken een veilige plek te bieden aan alleengaande én samenwonende homo’s. Overigens mogen ook de vierhonderd liberale PKN-voorgangers zich hetzelfde afvragen: zijn bij hen de principieel alleengaande homo’s veilig? Ik denk dat met deze aanpak vooral de andere kerkgangers een veilig gevoel wordt gegeven. Maar maak je het punt zo niet veel te groot?
Het is goed als kerkenraden zich hierop bezinnen, zoals dr. Hoek stelt. Maar leg niet zoveel vast, want dan heb je je ruimte als kerkenraad bij voorbaat weggegeven. Niet doen, lijkt me.
Een van de laatste sprekers was onze dr. Wim Dekker. Zijn boodschap naar aanleiding van Romeinen 14 was vooral: aanvaard elkaar. Dat was ook de inzet van deze conferentie. Zolang je in de ander het werk van Jezus opmerkt: aanvaard hem of haar. Je kunt alleen verder, als je elkaar niet veroordeelt. Voorzitter Ad de Boer nam meteen de proef op de som om enkele sprekers de vraag voor te leggen: als er een homostel aan de deur van uw gemeente staat en vraagt of ze mee mogen doen, zegt u ja of nee? Hij moest erg lang aandringen. ‘Zeg toch eerst eens ja!’ was ik geneigd te roepen. Misschien moet je voor zo’n dag wat meer gewone dominees uitnodigen.

Of het nog niet genoeg was; de anti-homolobby – onder leiding van missioloog Kees van der Ziel en onder andere Bart Jan Spruyt en een aantal pinkstermensen kwam een week later met een verklaring waarin opgeroepen werd tot een ‘hernieuwd belijden’ betreffende homoseksualiteit en de kerk. In de verklaring trekken ze een parallel met de Barmer Thesen en de Belijdende Kerk in de jaren dertig. Volgens hen gaat het in de nieuwe visie op homoseksualiteit in de kerk om ‘een gevaarlijke vorm van natuurlijke theologie.’ In vijf stellingen zetten ze – op de manier van Barmen – hun visie uiteen, met zinnen als ‘wij geloven…’ en ‘wij verwerpen…’ Als gelovigen zijn we nieuwe schepping en daarbij hoort levensvernieuwing, terwijl de kracht om het kruis te dragen ons is beloofd. Ergens heel bizar. Juist met die klassieke visie op de scheppingsorde zat je in het vaarwater van natuurlijke theologie, volgens Barth. Deze anti-homolobby draait het eenvoudig om.

Voorlopig is elkaar aanvaarden de hoogste wijsheid. En laten we er een heel jaar nu eens niet meer over praten. In de PKN maken we met deze discussies veel geloof, veel hoopvol kerkgevoel, veel algemene goodwill stuk. Een week later deed ik in de beurt van mijn dagorde dienst in de doorlopende viering in Den Haag in de Bethelkerk. Inmiddels zijn circa vierhonderd voorgangers gepasseerd. Zo kan het ook. Wat door polarisatie en onbegrip stuk gemaakt wordt, wordt op het moment goed gemaakt in Den Haag. Voorgangers van liberaal tot heel orthodox geven elkaar de kaars door en zetten het gebed-zonder-eind voort. Eventueel totdat Hij komt.

Ik was een vreemdeling
Nog één ander onderwerp. De nieuwe burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, was even in het nieuws met haar oprisping dat in Amsterdam het boerkaverbod geen prioriteit zou krijgen. We gaan echt geen boerka’s met politie uit de tram halen, of zoiets stelde ze. Natuurlijk kwam daar vanuit alle kanten reactie op. Maar om hoeveel boerka’s gaat eigenlijk? Hooguit twee- à driehonderd. In Rotterdam zie je zelden een boerka waarbij het hele gezicht verborgen is achter een stukje gaas. Wel één waarbij de ogen te zien zijn. Me haastend naar de tram, die ik al had zien oversteken, zag ik lopend om de bocht dat een moslima in boerka de tram voor me had vastgehouden door op de knop te blijven drukken. Ze had me zien hollen. Ik zag alleen haar ogen; mooie ogen, vriendelijke ogen. Wat is het probleem? ­Het gaat om contact, face to face. Helemaal mee eens, maar is daar een wet voor nodig? Zijn er handhavers voor nodig als je in het outfit van onze aartsmoeders uit Genesis de tram instapt?

Het gaat, denk ik, om geïrriteerd verzet tegen wat men noemt de islamisering van ons land. Sommige partijen zijn op dit punt heel ijverig. SGP Tweede Kamerlid dr. Roelof Bisschop spande afgelopen jaar wel de kroon. De ene keer windt hij zich op over dagelijks zes keer minaretoproep – wat in ons land nergens praktijk is – dan weer over een gebedsoproep via een mobieltje, en dan weer over kinderen van de openbare school die bij excursies in een moskee moesten knielen voor Allah. Zijn informatie betrekt hij waarschijnlijk van de extreem rechtse website ‘Cultuur onder vuur’, waar je alles kunt melden over islamisering, ook over zwarte Piet, maar dat was juist een item uit een vroegere populistische strijd van de SGP. Op een openbare school hebben ouders het recht om hun kinderen verre te houden van alles wat religieus ruikt. En het pact van Marrakesh? – Dat zet volgens Bisschop alle poorten van Europa open voor heel Afrika en Azië. Bovendien, de meeste van deze zogenaamde vluchtelingen zijn helemaal geen vluchteling.

Mijns inziens is het verschil tussen vreemdeling en vluchteling flinterdun. Een Syrische of Armeense familie blijft niet wachten, maar neemt tijdig de benen. Overigens zegt Jezus in Matteüs 25: ik was een vreemdeling, en niet ik was een vluchteling. En ook in de Tien geboden, die ik elke week voorlees, wordt de vreemdeling – niet de zogenaamde echte vluchteling – aan onze zorg toevertrouwd. En wat dreef de zonen van Jacob naar Egypte indertijd? Honger en economische omstandigheden. Het werd voor hen een verbijsterend avontuur, maar het eindigde met familiehereniging.

Tenslotte
Hopelijk komt er snel een oplossing voor de vierhonderd kinderen. Nu eerst een preek maken. En nadenken over de verkondiging van kerst. Gewoon maar bevindelijk over het plaats maken en geboren worden van de Zaligmaker in ons harde hart? Of meer psychologisch over een ingewikkeld kind in elk mens? Voor kerstavond is bij ons al een thema gekozen, zag ik: ‘We zitten vol…’ Misschien wordt de profeet vanzelf in mij wakker.

Ds. Piet de Jong is emeritus predikant te Rotterdam, werkzaam in Oud-Vossemeer (PKN) en redacteur van Kontekstueel.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


  • Hits: 2454