Skip to main content

nr6 • 2018 • ‘God is able’

32e jaargang nr. 6 (juli 2018)
Thema: Martin Luther King onder de profeten

J.C. Scholte de Jong
‘God is able’
Martin Luther Kings eerste roeping

Bijna vier jaar ben ik nu gemeentepredikant in Middelburg, hoofdstad van de provincie Zeeland. Een kleine stad, maar met grootstedelijke allure. Alles is er, een station, theater, universiteit, provinciehuis en een rijke geschiedenis. Een geschiedenis gekleurd door de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) en de handel in tot slaaf gemaakte mensen.

Stad met een slavernijmomument en een jaarlijkse Keti Koti-viering.[1] Stad van de Vier Vrijheden van Franklin D. Roosevelt, trotse gastheer van de tweejaarlijkse uitreiking van de internationale Four Freedoms Awards. Eén van de elf Nederlandse Shelter Cities, die internationale mensenrechtenverdedigers, tijdelijke opvang, training en veiligheid bieden.[2] ‘Stad van de vrijheden’ is de leus.

Maar hoe belangrijk die geschiedenis, die vrijheden en de inzet voor mensenrechten in de lokale context ook zijn, het is opvallend hoe weinig de kerken betrokken zijn bij deze thema’s. Rond de uitreiking van de Four Freedoms Awards organiseert de plaatselijke Raad van Kerken een avond met de laureaat van de ‘Vrijheid van Godsdienst’-award, maar daar houdt het bij op. Terwijl de basisschool van onze jongste ieder jaar betrokken is bij de kranslegging bij het slavernijmonument op 1 juli, gaat het er in de kerk nooit over. En hoewel ik zelf al langere tijd de gewoonte heb rond 1 juli iets van Keti Koti mee te nemen in de zondagse dienst, denk ik vaak dat ik de enige ben die dat doet. Tegelijk neem ik waar dat thema’s rond sociale gerechtigheid belangrijker worden in onze kerken, ook bij de meer orthodoxe of evangelicale gemeenten.Wat ooit ‘linkse’ thema’s waren – gerechtigheid, vrede, heelheid van de schepping – zijn nu waarden die voor een heel brede groep christenen tot uiting moeten komen in gemeenteleven en in discipelschap en navolging.

Toch blijft het moeilijk om echt vanuit deze waarden te denken, vooral wanneer ze ons uitdagen ons bewust te worden van ons eigen gepriviligeerde, westerse, veelal witte, denkraam. We zijn voor vrijheid, maar vinden het moeilijk te bedenken hoe wij soms zelf de vrijheid van anderen in de weg staan. We zijn tegen slavernij, maar hebben er moeite mee dat deel van onze geschiedenis onder ogen te zien. En dan hebben we vaak ook nog het idee dat dit allemaal goed is, maar toch niet het éne nodige, dat het niet het hart van het evangelie of de kern van ons kerk-zijn raakt. Als gemeentepredikant worstel ik er mee. Ook in Middelburg gaan vrijheden, slavernijverleden en mensenrechten grotendeels langs de gemeente heen. Maar juist hier kunnen deze thema’s toch niet onbesproken blijven? Wat is hier als gemeente onze roeping, ons getuigenis? En welke rol heb ik als gemeentepredikant daarbij te vervullen?

Predikantschap als fundamentele roeping
In deze zoektocht vind ik een verrassende bondgenoot in Martin Luther King Jr. Verrassend, omdat hij vooral gezien wordt als activist, wereldverbeteraar en profetisch prediker. Dat is inspirerend en mooi, maar dat ben ik allemaal niet. We horen of lezen maar weinig over Martin Luther King als pastor, predikant, als voorganger. Dat is jammer, want het blijkt een kant van hem te zijn die de moeite waard is, en die ook gewone dominees veel te bieden heeft.

Lewis Baldwin, autoriteit met betrekking tot de geschiedenis van de zwarte kerken in Amerika, stelt dat het predikantschap voor King van fundamentele betekenis was. ‘The pastoral role was central to everything, virtually everything, Dr. King achieved or sought to achieve in the church and in the society as a whole.’ En: ‘Being a pastor was definitely part of his religious self-understanding.’[3] Het predikantschap was zijn eerste roeping, en tot het eind van zijn leven bleef het de basis van alles wat hij deed.

Je vraagt je af wat het predikantschap voor King dan inhield. Het is niet ondenkbaar dat het ambt in het Southern black Baptist Protestantism in het Amerika van toen anders ingevuld werd dan in bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland nu. Het ‘competentieprofiel gemeentepredikant’ van de Protestantse Theologische Universiteit beschrijft met zestien competenties wat een gemeentepredikant van nu zou moeten zijn en kunnen.[4] Van hermeneutische en academische tot verbindende, representatieve, missionaire, pastorale, homiletische, liturgische, didactische, agogische en communicatieve bekwaamheid en het vermogen al deze competenties te integreren en daarbij nog een beetje een evenwichtig mens te zijn – er wordt heel wat gevraagd.

Hoe verhoudt het predikantschap van Martin Luther King zich tot zo’n competentieprofiel? Het is maar een opsomming van wat wij hier en nu blijkbaar belangrijk vinden. Maar wat de lijst met competenties wel gelijk laat zien, is dat het in het predikantschap van Martin Luther King niet eenzijdig om één bepaalde dimensie ging. Hij was predikant in de volle breedte van het ambt. Van prediking en pastoraat tot het begeleiden en voorgaan van de gemeente in het onderscheiden van haar roeping. Het is er (bijna) allemaal.

Authentiek, intelligent en met overtuiging
Eén van de opvallendste aspecten van Kings predikantschap was zijn gave voor de verkondiging. Die gave werd gevoed door zijn familiegeschiedenis met generaties aan predikanten, een goede theologische opleiding, een stevige verworteling in zijn theologische traditie en het vermogen dit alles in verbinding te brengen met de leefwereld van zijn hoorders.

Hij vond preken ook echt belangrijk. In zijn autobiografie schrijft hij: ‘I feel that preaching is one of the most vital needs of our society, if it is used correctly.’[5] Dit ‘juiste gebruik’ wordt bepaald door oprechtheid en authenticiteit, intelligentie en een zekere diepgang. Het gaat om overtuiging, niet om oppervlakkig retorisch succes. ‘We have too many ministers in the pulpit who are great spellbinders, and too few who possess spiritual power,’ schrijft hij. Die ‘spiritual power’ ligt in de overtuiging dat God in staat is grote dingen te doen. ‘At the center of the Christian faith is the conviction that in the universe there is a God of power who is able to do exceedingly abundant things in nature and in history,’ zegt hij in de preek ‘Our God Is Able’.[6]

Een dergelijke verkondiging komt op uit en gaat in op de ervaringen van mensen. King schrijft: ‘I think that preaching should grow out of the experiences of the people. Therefore, I, as a minister, must know the problems of the people I am pastoring.’ De verkondiging moet niet in abstracte theologische beschouwingen over de hoofden heen gaan, maar moet het evangelie presenteren in het licht van de menselijke ervaring. Dat betekent niet: de boodschap aanpassen aan de hoorders, maar wel: altijd verbinding maken met de concrete context waarin mensen leven.

Relevant en verbindend
Het gaat in de prediking dus niet alleen om homiletische of didactische vaardigheden, maar vooral om de hermeneutische en verbindende. De PThU omschrijft de ‘verbindende bekwaamheid’ als ‘Het vermogen om [...] verbindingen te leggen tussen cultuur en kerk, tussen traditie en dagelijks leven, tussen de plaatselijke kerk en de catholica.’ Bij de hermeneutische competentie gaat het om ‘lezen, interpreteren, verstaan en vertolken’ van ‘teksten, tradities, verhalen en praktijken in hun contexten en wisselwerkingen’. In het predikantschap van Martin Luther King Jr. zie je dat steeds weer gebeuren; Schrift, traditie en dagelijks leven worden telkens op elkaar betrokken.

Wat mij daarbij raakt is hoe in Kings leven de noodzaak van ‘onderscheiden waar het op aankomt’ zichtbaar wordt. King liet zich niet zomaar leiden door wat de mensen toevallig bezighield, dan maak je het te simpel. Daar was hij ook teveel theoloog voor. Na zijn opleiding aan Crozer Seminary deed King een promotiestudie systematische theologie aan Boston University. Hij schrijft over die periode in zijn leven: ‘As a young man with most of my life ahead of me, I decided early to give my life to something eternal and absolute. Not to these little gods that are here today and gone tomorrow. But to God who is the same yesterday, today, and forever.’

Het zijn niet de actuele omstandigheden op zichzelf die de koers bepalen, maar juist de verbinding die er vanuit de omstandigheden is met de Schrift, de theologie en de traditie. Bij King was dat een traditie die telkens weer spreekt over een God die recht doet, die de kleinen niet vergeet, maar hen zoekt en vindt en opricht in Zijn licht. Michael Thurman zegt: ‘It was the African-American church that nurtured him and gave him the sense that God was a God of justice, God was a God of mercy, God was a God of reckoning.’

De wisselwerking tussen die theologische lijn en de concrete context bepaalt waar het op aan komt, wat je te zeggen hebt en wat je te doen staat. Frederick Buechner, generatiegenoot van King, zegt: ‘The place God calls you to is the place where your deep gladness and the world’s deepest hunger meet.’[7] Het roept bij mij de vraag op: Wat is onze diepste vreugde? Wat geloven wij? Waar hopen wij op? En hoe vormt dat de agenda van onze kerk vandaag, van het leven van de gemeente die we dienen, van onze eigen relatie met God? Het is deze wisselwerking die maakt dat het bezig zijn met bijvoorbeeld sociale gerechtigheid niet zomaar een beetje ‘horizontalistische theologie’ is, maar direct te maken heeft met het hart van het evangelie en van ons kerk-zijn.

‘You’re needed in the church, too’
In mei 1954 werd Martin Luther King Jr. bevestigd als predikant van de Dexter Avenue Baptist Church in Montgomery, Alabama. Bijna zes jaar later verhuisde hij naar Atlanta, waar hij als ‘toegevoegd’ predikant verbonden werd aan Ebenezer Baptist Church. Kings werk voor de burgerrechtenbeweging nam steeds meer tijd en energie in beslag. Toch bleef het gemeentewerk voor hem belangrijk. Opmerkelijk is dat het juist de gemeente was die hem de onafhankelijkheid gaf die voor zijn werk nodig was. Thurman zegt: ‘It was King’s position at the church that enabled him to get so deeply involved with the civil rights struggle [...]. Because Dr. King was not directly tied to the white power structure of the city, he had an independent source of income, meaning from his congregation. They freed him up to do the things that he did for the larger community.’

Voor het ‘gewone’ pastorale werk was steeds minder tijd. Toch is Rev. Mary Jo Smiley positief over zijn gemeentewerk. Ze vertelt hoe hij betrokken was bij allerlei activiteiten in de gemeente en daarbij allerlei mensen wist te betrekken. ‘King sought to involve everyone in the congregation’. Ook Baldwin zegt: ‘He always was available to affirm people, to reaffirm people within the context of the movement, people who had been hurt, people who had been brutalized, so I think he brought that priestly role in as well [...].’

Bijzonder is hoe Smiley de rol beschrijft van Martin Luther King Jr. in haar eigen weg naar het predikantschap. ‘In associating with and listening to him talk about other things and other people and other places, I began to open up my own self. I began to care about people. I began to care about things happening in other places.’ ‘I felt something from him to me that said, “You’re needed in the church, too.”’ Als je als gemeentepredikant op je plek bent, kom je niet alleen zelf tot bloei, maar breng je ook anderen dichter bij hun eigen roeping.

‘A pastor to the nation’
Voor Martin Luther King kwam zijn profetische rol niet in mindering op de pastorale, maar lagen zij in elkaars verlengde. Baldwin: ‘He always spoke of this interrelationship between the preaching role and the pastoral role and the priestly role and the prophetic role. He saw an essential interdependence, an interrelatedness between these four roles.’

Hetzelfde gold voor zijn werk in de lokale gemeente en het werk dat daar ver bovenuit steeg. Het zijn geen concurrenten van elkaar, maar ze horen bij elkaar en versterken elkaar. Ook ten aanzien van kerk en samenleving als geheel was Kings attitude die van de pastor die zorg draagt voor de zielen die hem zijn toevertrouwd. Of dat nu de zielen van gemeenteleden of de ‘ziel van de natie’ is. Baldwin: ‘Not only was he a pastor at the local level, preaching to people, responding to the needs of people; he was also a pastor to the nation, because he was very interested in the soul of the nation, determined to redeem the soul of the nation.’ We kunnen geen genoegen nemen met een geloofsbeleving die alleen gericht is op het eigen innerlijk of zich alleen wil inzetten voor de opbouw van de eigen gemeenschap. Onze roeping raakt ook ‘de natie’ – de stad, de school, de buurt, de voetbalclub. De kerk is er voor de wereld, niet andersom.

Kings boodschap was geen makkelijk politiek of activistisch verhaal, maar komt voort uit een dagelijkse en persoonlijke omgang met God. Het gebed speelde in het leven van King een belangrijke rol, zowel gemeenschappelijk als persoonlijk.[8] Het was de bron van zijn werk en gaf hem de kracht die nodig was in de dagelijkse strijd die zijn werk opriep.

Een stad waar de kinderen dansen
Het wapen van Middelburg bestaat uit een versterkte toren in een rood veld. Het hervormde kerkzegel voegt daar als motto aan toe: ‘De naam van de Heer is als een toren, de rechtvaardige snelt erheen en is veilig’ (Spreuken 18:10). Het lied ‘We hebben een sterke stad’ is hier één van mijn lievelingsliederen geworden.[9] Het zingt van een stad met open poorten, waar ruimte is voor de verdrukten en waar mensen die steeds zijn geknecht mogen wandelen in het licht – een ‘stad waar de kinderen dansen’. Het is een verlangen dat niet ver af staat van de ‘dream’ van Martin Luther King Jr. Zijn werk en getuigenis bemoedigen en inspireren ook een gewone dominee in de provincie om authentiek, intelligent, verbindend en met overtuiging gemeente en samenleving te bepalen bij hun roeping, en bij wat God kan en wil doen. ‘God is able’ – ‘Preach, preacher! Tell it like it is!’

Ds. Jacobine Scholte de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Middelburg. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

[1] Voor de geschiedenis van Middelburg en het slavernijverleden zie bijvoorbeeld: http://www.zeeuwseankers.nl/nl-NL/verhaal/84/slavenhandel en http://www.zeeuwsarchief.nl/zeeuwse-verhalen/mcc-slavetrade-slavenhandel/

[2] Zie www.fourfreedoms.nl en www.sheltercity.nl

[3] Interview Kim Lawton met Prof. Lewis Baldwin, Rev. Mary Jo Smiley en Rev. Michael Thurman, PBS ‘Religion & Ethics NewsWeekly’, 13 januari 2006; http://www.pbs.org/wnet/religionandethics/2006/01/13/january-13-2006-martin-luther-king-jr-as-pastor/1788/, zie ook de links naar de pagina’s met de volledige tekst per geïnterviewde.

[4] Competentieprofiel gemeentepredikant in de Protestantse Kerk in Nederland: https://www.pthu.nl/PAO_PThU/overige/Competentieprofiel_GP_en_GV_PThU.pdf.

[5] Clayborne Carson (ed.), The Autobiography of Martin Luther King Jr., New York 1999.

[6] Martin Luther King Jr., ‘Our God is Able’, in: A Gift of Love. Sermons from Strength to Love and Other Preachings, Boston 2012.

[7] Frederick Buechner, Wishful Thinking. A Theological ABC, New York 1973.

[8] Lewis V. Baldwin, Never to Leave Us Alone. The Prayer-Life of Martin Luther King Jr., Minneapolis 2010.

[9] Gezang 28 Liedboek voor de Kerken en lied 175 Liedboek 2013.

 

  • Hits: 3676