Skip to main content

nr4 • 2018 • Kroniek

32e jaargang nr. 4 (maart 2018)

thema: Gracieus ouder worden

P.L. de Jong
Allesweter
Kroniek

Om een Kroniek te schrijven, passeerde er begin dit jaar genoeg om even de vinger bij te leggen. Zo volg ik op het moment de rechtszaak tegen Holleeder, ook wel de Neus genoemd. Bijzonder is hoe Holleeder zijn best doet de rechters voor zich in te nemen met vertrouwelijke nieuwtjes die nog niet eerder op tafel kwamen. Meestal afkomstig van mensen die allemaal al dood zijn. Op één na. Dat is de zogenaamde Allesweter. Als Holleeder niet meer weet hoe hij zijn ‘onschuld’ en `goeie intenties’ moet verdedigen, doet hij een beroep op de Allesweter. ‘Maar wie is dan die Allesweter? Bestaat die wel?’ vragen de officier en de rechter. Maar dat wil Holleeder niet zeggen. Onwillekeurig dacht ik: Holleeder heeft meer catechisatie gehad dan de officier en de rechter. Want wie is de Allesweter? Psalm 139 geeft daarover confronterende maar ook wel hoopvolle informatie. Uiteindelijk is er Een die alles weet. Wat anderen ook weten en van je vinden. ‘Wie mij oordeelt is de Heer’, zegt Paulus wel eens. Een Allesweter als beschermende schaduw van een zware crimineel? Dat is zware theologie.

Refo’s en homo’s
Het blijft modderen tussen homo’s en refo’s. Via een uitvoerig krantenverslag nam ik kennis van een conferentie georganiseerd door de Gereformeerde Bond waarop weer eens de homo’s een probleem waren voor een heilige kerk. Met onder andere een keiharde lezing van dr. Ad Prosman – volgens het recept: sommige dingen moeten gewoon gezegd worden, wat in de bijbel staat, dat staat er en is helder – en een iets subtielere van prof. dr. Jan Hoek vanuit hetzelfde vertrekpunt. En natuurlijk een bijdrage van Henk van Wijngaarden. De laatste is altijd open, eerlijk en authentiek, maar hij helpt niet verder. Hij is gewoon super aardig, maar aan de uitdaging `hoe worden ook onze gemeenten veilige plekken voor homoseksuele broeders en zusters, kinderen, vrienden, ook als ze een stel vormen, en juist ook zo heilige plekken - voegt hij niets toe. Toch wordt hij maar steeds uitgenodigd. De lezingen van de andere twee hadden naar mijn indruk vooral iets bezwerends aansluitend bij eerder ingenomen standpunten: terwijl binnen de Bondsgemeenten en in de breedte van de Christelijk Gereformeerde Kerken, Nederlands Gereformeerde en Vrijgemaakte kerken, de deur naar enig vorm van acceptatie steeds meer doorbuigt en op klappen staat, blijven ze met man en macht er tegen aan duwen. Behalve wat pastoraal begrip geen enkele handreiking of nieuw gezichtspunt. Geen enkel creatief idee. Overtuigd dat ze de bijbel aan hun kant hebben – hierover wordt niet meer gediscussieerd - is het steeds herhalen en herhalen. Alles is al honderd keer gezegd. Maar van mensen winnen is geen sprake, alleen van angstmanagement. Een pas op de plaats.

Mij verbaast vooral de non-creatieve zelfverzekerdheid en de in feite harde benadering. Met overtuiging zetten we ons in voor missionair gemeentezijn, maar komen mensen langs velerlei wegen binnen op zoek naar God, dan komen ze voorlopig niet verder dan de voorhof en gaan mogelijk met nog wat bijbelstudie over Jesaja of Genesis 1 weer naar huis. Waarom niet een paar andere mensen aan het woord laten? Zeg nu eerst eens: Welkom. Welkom onder het Woord, welkom als je gedoopt wil worden. Welkom aan – niet onze – maar aan de Tafel van Christus. En ga daarna weer verder met je bezinning, gesprekken, hermeneutische moeite, eventueel tot de dag van de Heer toe. Maar maak nu ruimte. Ga niet staan tussen kinderen van God en de Heer zelf.
Ik kom ook wel op andere conferenties. Daar gaat het de laatste jaren heel vaak over thema’s die te maken hebben met de vraag: hoe communiceren we het evangelie in een seculiere samenleving? Via verkondiging en geloofsgesprekken, Alpha of andere geloofscursussen. Maar de mensen zijn nog niet binnen, of, zijn ze homoseksueel en met z’n tweeën, hen wordt de toegang tot de heilige kerktuin belet. Dat heeft ook impact op vele andere gemeenteleden. Wanneer heeft nu eens iemand de moed – ik denk aan de Gereformeerde Bond, theologen uit kleine gereformeerde kerken – theologisch kritisch te kijken naar de vastliggende gedachten over scheppingsordeningen en de bekende conclusies die je daaruit zou moeten trekken, voor alle eeuwen en eeuwen? Is men vergeten, dat met hetzelfde uitgangspunt heel lang de slavernij, de apartheid in Zuid-Afrika, de achterstelling van de vrouw, conservatieve niet-democratische gezagsstructuren, arm en rijk zijn verdedigd als bijbels? Maar waar staat die set eeuwige ordeningen?
Hier komt nog iets bij: in het laatste half jaar is er lang, diep en breed gediscussieerd over Genesis 1-11. Met name dr. G. van den Brink zette zich in voor een visie waar binnen wellicht de evolutiegedachte een plek zou kunnen hebben. Een en ander ging in elk geval gepaard met veel bijbelstudie over Gen 1-3 en nadenken over de theologische portee hiervan. Later kwam dr. W.M. Dekker met een boek waarin hij o.a. het pleit voerde voor ‘dit broze bestaan’, dat door God gewild is. Zij – en anderen - daagden ons uit met nieuwe ogen de bekende passages en theologische conclusies te lezen en te luisteren. Maar voor een nieuw begrip van homo’s – Genesis 1 en 2 - heeft heel deze exercitie niets opgeleverd. En dus noteer ik als Kroniekschrijver: ook 2017 was voor gelovige belijdende homo’s in onze gemeenten een verloren jaar. De betreffende zusters en broeders moeten zich voorlopig maar verder wenden tot de Allesweter. Zoals ze al heel lang doen.
God zegt niet in elke tijd hetzelfde. Nee. Er zijn steeds weer nieuwe dingen en nieuwe wendingen.

Onze jonge dames
Op weg naar de gemeenteraadsverkiezing van 21 maart aanstaande – waarschijnlijk valt dit nummer na 21 maart bij u in de bus - lijkt de politieke verlegenheid en chaos immens te worden. Het al jaren uitgestrooide antimigratie- en antimoslimzaad schiet nu overal naar boven. Maar voordat men binnen de SGP zich in deze discussie kon mengen, kregen ze eerst een eigen soort soap te verwerken over de rol van de vrouw in de politiek volgens de bijbel. Soms is iets te hilarisch voor een Kroniekschrijver om te laten liggen. De kwestie raakt aan de vrouwelijke ambtsdrager binnen de PKN, maar daar ga ik nu niet op in. Graag trekt men – alweer vanuit de schepping - de lijnen door, zo heet dat dan, naar de rol van de vrouw in de samenleving. Maar in de SGP zitten inmiddels heel veel slimme goed opgeleide vrouwen. Die zitten niet stil. Op maar liefst acht plaatsen staan ook vrouwen op SGP-kieslijsten, twee zelfs als lijstrekker, in Vlissingen en Amsterdam. Voor Paula Schot, lijsttrekker in Amsterdam, waren er veel felicitaties en aanmoedigingen uit heel het land, waaronder een gemeend sms van Van der Staaij. De euforie werd echter snel afgekapt door SGP voorzitter M.F. van Leeuwen. In een standpuntbepaling namens het partijbestuur in De Banier maakte hij duidelijk dat de SGP niet was veranderd in haar visie op het ‘regeerambt’, dat volgens de bijbel alleen de man toekomt. En dus geen felicitaties. Ook de sms van Van der Staaij mocht men zo niet uitleggen. In het Nederlands Dagblad reageerde dr. Bart Jan Spruijt op zijn bekende manier furieus en verweet de SGP farizeïsme. Vervolgens verweet prof. dr. Arnold Huigen uit Apeldoorn in een open brief aan het hoofdbestuur hen dubbelhartigheid, met verder de opmerking dat de passages in 1 Korinthe 14 niet van toepassing zijn op functies in de samenleving. Van de kant van Van der Staaij bleef het tot nu toe stil. Wel schoot de hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad de SGP te hulp.
‘Als je tegen vrouwen op verkiezingslijsten bent, je zegt dat hardop, dan ben je toch geen huichelaar?’ Nee, maar solidair met de mensen op die lijsten ben je zeker ook niet. Ook niet als krant.

Verder gebruikte mr. D. J. H. van Dijk (1971), senator voor de SGP, zijn column in het RD om de partijlijn te onderstrepen onder de titel Onze SGP-dames. Van Dijk verbaasde me het meest. Hij stelt dat op de refoscholen veel duidelijker het verschil moet worden benadrukt qua opleiding tussen mannen en vrouwen. Doen we dat niet, dan krijg je dit gedoe. Op dat punt heeft men volgens hem veel laten liggen. Wat voor idee hij zelf daarover heeft, zei hij niet. Alle meiden richting zorg en alle jongens richting economie? In een gefingeerde droom zag hij een docente aan leerlingen de scheppingsordeningen uitleggen die nog net niet een-op-een uitkwamen bij de SGP, maar het scheelde niet veel. Helaas was het een droom – overigens: volgens Paulus zouden vrouwen geen onderwijs mogen geven aan manlijke leerlingen, maar dat was de dromende senator even ontgaan. Volgens Van Dijk, wil het goed komen met de partij, zou er snel een intensief gesprek moeten komen over wat hij dan noemt ‘onze jonge dames’. Hier viel ik echt even stil. Onze? Onze? Jonge dames? Gaat het over HAVO-meiden en wat studentjes? Gaat het bij de rol van de vrouw in de politiek alleen over jonge mensen en niet ook over dertigers, veertigers. Van hen zijn velen directeur, arts, hoogleraar, zelf is Van Dijk van 1971? Onze jonge dames? Wie op dit punt bijbelstudie wil doen, leze nog eens het verhaal van Debora (Rechters 4 en 5). Debora kan het niet laten op te noemen wie er allemaal afwezig waren van de mannen: Ruben bleef maar overleggen, Aser zat aan de zee, Dan bleef bij zijn schepen, over Juda helemaal geen woord. En van Jaël wil ze geen kwaad woord horen.

Interessant was dat in dezelfde weken in Iran een strijd voor vrouwenrechten woedde die waarschijnlijk nog steeds bezig is. Op woensdag – tot witte woensdag gedoopt – gaan moslima’s de straat op zonder hoofdbedekking en zwaaien langs de weg met witte doeken. Zeer tot zorg van wat daar de zedenpolitie heet en de Raad der Hoeders. Officieel heeft de regering al toegegeven dat ze het niet gaan redden. Alleen: wat gaan de ayatollahs zeggen? Misschien kunnen ze hulp krijgen van senator Van Dijk. Wordt vast nog vervolgd.

Kort In memoriam
Eind januari overleed in Rotterdam Wim van der Louw, 83 jaar. Vanaf de start van Kontekstueel heeft zijn bedrijf – in de loop van de tijd overgegaan op zoon Wim jr. - ons tijdschrift gedrukt. Van der Louw voelde zich vanaf het begin sterk betrokken bij ons tijdschrift. In ons startgroepje kende iemand hem en zo kwam ik in het voorjaar van 1986 voor het eerst bij hem op bezoek. We hadden geen geld. Van het blad ‘Hoedemaker’ was nog een klein potje overgebleven. Van der Louw bood aan de eerste jaargangen voor te financieren. Want het blad sprak hem aan en de meeste van ons kende hij min of meer.
Hij had zelf geleerd voor schoolmeester maar het liefst had hij geschiedenis gestudeerd. Als drukker was hij succesvol. Begonnen in een schuur in Berkel en Rodenrijs bouwde hij op het industrieterrein een mooi bedrijf op. Er was nog lang geen internet. Zijn vrouw Nel typte haast alle kopij nog. ‘s Nachts zaten Maarten Geleijnse en ik de correctie te doen. Gaandeweg werd dat allemaal makkelijker.
Zijn laatste jaren waren verdrietig. Veel ziekenhuis en verzorgingshuis. Al zei hij niet veel meer, Konteksteel bleef toch zijn blad. Op zaterdag 27 januari is hij begraven. Wij gedenken hem met respect en veel dank. En wensen zijn vrouw Nel de troost van God toe.

Eind januari overleed Roel Tunderman, 70 jaar. Onverwachts. Ook wel de reizende Roel genoemd. Hoewel hij nooit een nummer van Kontekstueel in handen heeft gehad, noem ik hem hier omdat waarschijnlijk alle dominees-abonnees van Kontekstueel hem hebben meegemaakt. Roel was een diep gelovig en ook bijzonder mens in de kerk van Christus. Haast heel zijn leven was hij in het weekend onderweg naar een gemeente waar een nieuwe dominee intrede deed. Of afscheid nam. De eersten gingen voor omdat hij dan ook vrijmoedig, maar beleefd, deelnam aan de maaltijd tussen de diensten. Al maakte hij geen onderscheid tussen dominees, het liefst was hij daar waar twee diensten werden gehouden. Begin jaren negentig had hij een Ov-kaart gekregen via de sociale dienst. In die tijd had hij een fototoestel bij zich, later ging hij bandjes maken. Een aantal jaren hoorde hij bij Delfshaven. Vaak belde hij mij – en nog een hele rij andere dominees – om te vertellen wie een beroep had aangenomen. En ook: ‘Raad eens waar ik zondag ben geweest?’ Dan vertelde hij over de handoplegging en de maaltijd. Regelmatig kreeg ik een klein briefje, een bloemetje geven deed hij ook graag. Meerdere keren gebeurde het dat een collega ergens uit de regio belde. Met de vraag: ‘Ken jij een mijnheer Tunderman uit Rotterdam? Is tie gevaarlijk?’ ‘O nee’, zei ik dan. ‘Die is de vrede zelf. Zie hem als een bijzondere gast en een vriend.’ De laatste jaren ontfermde ds. R. van Loon zich over hem. In de afscheidsdienst las hij Psalm 100. ‘Dien de HEER met vreugde’, en: ‘Gaat tot zijn poorten in’, dat was Roel Tunderman. Bij intredes zal hij gemist worden.

Gemist werd al langer ds. Nico ter Linden. Het bericht van zijn overlijden (81 jaar) voelde als de afsluiting van een tijdperk. Van mijn generatie hebben velen aan de voeten gezeten van drs. Frans Breukelman en zijn gedachten over een narratieve theologie ingedronken. Een belangrijk leerling was ds. Nico ter Linden. Hij had een bijzonder talent om de Schrift en het leven op elkaar te laten aansluiten. Zijn hervertelling - Het verhaal gaat… – bleef niet zonder tegenspraak. Dr. Maarten den Dulk organiseerde in Leiden eens een studiedag waarop nieuwe kerkelijke initiatieven zich mochten presenteren. Ook Kontekstueel nodigde hij uit. Op zijn verzoek namen we Het verhaal gaat, de eerste delen waren juist verschenen, op de korrel. Maar van al zijn eerdere boekjes maakte ik al veel langer gebruik. Theologisch is het niet moeilijk er kritiek op te hebben. Bijvoorbeeld op zijn hoofdthese: Het bijbelverhaal is niet echt gebeurd, maar wel echt waar. Ook zegt hij in zijn hervertelling regelmatig: ‘Zoek dit niet op uw geografische atlas, maar op die van uw ziel.’ Maar met deze inzet, en vooral: zijn eerbied voor de Schrift, zijn mooie empathische stijl van vertellen, het geheim bewaren en altijd een punt maken, heeft hij velen geïnspireerd, ook onder ons. Vooral bij de voorbereiding van een preek. En veel jonge en oudere kerkgangers die bij hem de stem hoorde – anders dan bij Kuitert waar alles zich in lucht oploste – zijn door hem geholpen richting God. Ter Linden was een heel bijzondere dominee, een echte, ouderwetse hervormde dominee, beetje bekakt pratend, oude stijl, nieuwe stijl, kerkmens. Bij mijn laatste verhuizing heb ik veel opgeruimd, maar zijn boeken en boekjes heb ik bewaard. Met zijn heengaan is het in de PKN leger geworden.

Met deze drie korte impressies sluit ik deze Kroniek af. Natuurlijk doe ik met deze paar woorden hen geen recht. Gelukkig is er een Allesweter. Bekend onbekend. Die weet ook echt alles. Ds. Ter Linden zou er mooi over mediteren.

Ds. Piet de Jong is emeritus predikant te Rotterdam, werkzaam in Oud-Vossemeer (PKN) en redacteur van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

  • Hits: 2223