Skip to main content

nr4 • 2018 • In een salto mortale over het laatste stuk naar de exit van het leven

32e jaargang nr. 4 (maart 2018)

thema: Gracieus ouder worden

W.J. van Duijn
In een salto mortale over het laatste stuk naar de exit van het leven
“Leven in een verpleeghuis. Niemand wil dat toch?”

Het is in Nederland een angstbeeld: opname in een verpleeghuis. Een plek waar er geen toekomst meer lijkt te zijn, weggedrukt uit de samenleving en gedrongen in de marge van het bestaan. Waar een cumulatie is van aftakeling, afhankelijkheid, verlies van regie over het leven en het wegvallen van het sociaal netwerk.
In het spreken en denken over ‘voltooid leven’ lijkt een dreigende verpleeghuisopname een afdoende reden om een stervenswens te honoreren.

Minder vaak euthanasievraag
Je hoort het regelmatig. “Leven in een verpleeghuis. Niemand wil dat toch?” Het lijkt symbool te staan voor de onttakeling van het leven, door de bodem gezakt van elke vorm van menswaardigheid. Met al die stemmen en geluiden zou je verwachten dat de wens tot euthanasie en gesprekken over voltooid leven in het verpleeghuis dagelijks aan de orde zouden komen. Niets is echter minder waar.
In mijn jarenlange ervaring als Specialist Ouderengeneeskunde komt de vraag om de dood maar betrekkelijk weinig voor. Je zou nog de vraag kunnen stellen of dat dan wel de situatie van de rest van Nederland goed weerspiegelt. Ik werk immers in een verpleeghuis in het redelijk kerkelijk meelevend Katwijk, waar veel bewoners zich nog verbonden weten met de christelijke opvatting dat ‘de tijden in Gods hand zijn’ en het dus niet aan de mens is om daar een einde aan te maken. Maar ook in de vakbladen kom je deze ervaring tegen. In het Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde (december 2016) constateert men: “De echte euthanasievraag komt in het verpleeghuis minder vaak voor dan je als buitenstaander zou verwachten” (‘Gelukkig zonder toekomst’ door Maarten de Haan, Jules de Vries).

Is hier een verklaring voor? Zouden zij, die werkelijk een opname in het verpleeghuis vrezen, soms vóór dat moment hun leven voltooid hebben verklaard en voortijdig uit hun leven zijn gestapt? Zodat mensen met een gevoel van voltooid leven überhaupt niet in het verpleeghuis komen? Lijkt niet zo waarschijnlijk, aangezien hulp bij een stervenswens in het kader van voltooid leven wettelijk (nog?) niet geregeld is. Het is niet nodig om uitputtend allerlei verklaringen te geven voor het gegeven dat, wanneer mensen eenmaal zijn opgenomen in een verpleeghuis, blijkbaar niet ineens de urgentie ervaren van een zelfgekozen dood middels euthanasie of in het kader van voltooid leven. Maar het is goed om een aantal punten aan te stippen.

Comfort
De medische zorg door een Specialist Ouderengeneeskunde (vroeger werd hij ‘verpleeghuisarts’ genoemd) is namelijk een bijzondere. Het doel is immers voor deze arts vaak niet langer koste wat het kost genezen, maar veel meer het vergemakkelijken van dat laatste stukje levensweg, veel meer richten op comfort in die laatste levensfase. Medisch handelen kan immers belastend zijn en soms juist daardoor het ongeneeslijk zieke leven onnodig verzwaren door maar eindeloos door te gaan. Juist in het verpleeghuis wordt er door de Specialist Ouderengeneeskunde voor gewaakt dat medisch handelen niet ontaardt in medisch mishandelen.
De vraag om euthanasie kan verminderd, ja voorkomen worden door tijdig te stoppen met belastende behandelingen en meer te richten op comfort, het bestrijden van pijn, benauwdheid en andere hinderlijke klachten. Een vraag om de dood bij ongeneeslijk ziek-zijn komt vaak voort vanuit onzekerheid en angst voor die onbekende toekomst, het niet weten wat je kan verwachten in dat laatste stukje. Veel euthanasievragen verdwijnen door goede voorlichting, het verzekeren van de patiënt dat de arts hem nabij blijft.

Het is ook maar de vraag of in bepaalde situaties het leven niet beter is in een verpleeghuis dan in het eigen thuis. Regelmatig slaat daar de eenzaamheid toe en wordt de wereld van de thuiswonende oudere steeds kleiner door toenemende beperkingen en een afnemend sociaal netwerk. Meer dan eens zijn er schrijnende situaties thuis waarbij de zorg (ondanks goede wil) tekortschiet en de mantelzorg overbelast raakt. Dan wordt er gezucht binnen de muren van het eigen huis: “Dit is toch geen leven meer?”. Vormt dit soms niet eerder een voedingsbodem tot een stervenswens? Wat een opluchting kan het zijn om te kunnen verhuizen naar een verpleeghuis. Mantelzorgers die weer op adem komen en een kwetsbare oudere die meer adequate zorg krijgt in een veilige gestructureerde omgeving en dat 24/7. Dan wordt regelmatig ondervonden dat ook in een verpleeghuis nog geluk en betekenisvol leven mogelijk is. Beperkingen zijn immers niet allesbepalend en betekenen niet het einde van menswaardig leven.

Dat het denken over een voltooid leven binnen het verpleeghuis geen booming business is komt natuurlijk ook door het feit dat vele bewoners beperkingen kennen in hun denkvermogen. Het besef van hun eigen situatie en inzicht in wat er aan de hand is neemt steeds meer af. Het denken over voltooid leven lijkt toch meer voorbehouden aan die zelfbewuste oudere, niet ongeneeslijk ziek, die zijn autonomie ten volle wil beleven en zijn leven en levenseinde in volledige regie wil houden. En ja, die komen op de PG-afdelingen niet echt voor. Alleen de somatische verpleeghuisbewoner, die geen cognitieve beperkingen heeft, maar vaak een optelsom aan diverse lichamelijke aandoeningen kent, zou zich kunnen bedenken dat zijn leven wellicht voltooid is. Maar daar komt weer veel eerder de mogelijkheid van euthanasie in beeld doordat er vaak ook sprake is van een ongeneeslijke ziekte, een voorwaarde voor euthanasie. Wat dus niet eens zo vaak voorkomt in de praktijk.

Kijk op het leven
Komt de discussie over euthanasie en voltooid leven niet vooral voort uit hoe je naar het leven kijkt? Is het niet opmerkelijk dat juist in een tijd waarin het leven voor velen zo plat en horizontaal is geworden, de vraag om een zelfgekozen dood, op een eigen gekozen tijd en wijze, naar boven komt? Als in de beleving van talloze mensen de verticale dimensie is verdwenen, de gedachte bestaat dat er geen leven na de dood is, men gelooft dat er geen verantwoording afgelegd hoeft te worden tegenover een God en daardoor ook enig nut en zin van lijden ontbreekt, is het toch invoelbaar dat men niet tot het bittere eind wil doorgaan? De huidige autonome mens wil met een salto mortale over het levenseinde van lijden, aftakeling, eenzaamheid en ziekte naar zijn exit kunnen springen.

Het besluitvormingsproces bij euthanasie is in de praktijk vaak ingewikkeld, lang niet eenduidig. Hoe gaan we als samenleving om met ouderdom, lijden, kwetsbaarheid, eenzaamheid? Hoort die oudere er nog wel bij of vinden we hem eigenlijk maar nutteloos en duur, zeker als het beeld bestaat dat hij alleen nog maar ‘vegeteert’ in een verpleeghuis? Wat doet dat met de oudere zelf? Voelt hij zich nog wel gewenst, is hij niet overtollig geworden? Moet hij niet stoer zijn en toch maar gebruik maken van zijn autonome zelfbeschikking en zijn leven als voltooid bestempelen?
Die autonome mens ziet vaak op tegen het verlies van eigen regie en zelfstandigheid, een toename van hulpbehoevendheid. Er lijkt niets meer te zijn dat hem aan het leven bindt, ja vaak geeft hij aan dat hij niemand tot last wil zijn. Maar is de dood dan de oplossing? Is de dood een betere vriend dan wij?

Drs. Wim van Duijn is Specialist Ouderengeneeskunde te Katwijk. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

  • Hits: 2038