Skip to main content

nr4 • 2015 • Kroniek

29e jaargang nr. 4 (mrt. 2015)
thema: Brandpunten van de verkondiging

Kroniek
China en de christenen
B. Plaisier

'Zijn er dan christenen in China?', zo werd mij vele keren gevraagd als ik vertelde dat we de laatste drie jaren in China hadden doorgebracht Tegenwoordig beantwoord ik die vraag met: 'Er wonen daar evenveel christenen als er in Duitsland en Nederland bij elkaar mensen wonen: tussen de 80 en 100 miljoen.'

Hoe komt het dat we zo weinig weten over de opmerkelijke groei van de kerken in China? Ik verbaas me nog het meest dat actieve kerkleden er óf niets van weten, óf met een volstrekt verouderd beeld van het christendom in China rondlopen. 'Maar China is toch communistisch en wordt de kerk niet ondergronds gehouden en onderdrukt?' Het was nog niet zo gek dat de Protestantse Kerk in Nederland ons in 2008 de opdracht gaf om de situatie in China te gaan verkennen. Er is heel wat in te halen in de kennis die we over de Chinese christenen hebben.

Made in China en booming business
De aandacht van Nederlandse media voor de ontwikkelingen in China is de afgelopen tien jaar stormachtig gegroeid. De meeste dagbladen hebben bijna elke dag wel iets te melden over wat daar gaande is. China is immers een financiële en economische supermacht geworden. Veel bedrijven in Nederland zijn of komen in Chinese handen en zelfs de voetbalclub van mijn vroegere stad trapt de bal met Chinees geld. Hele gebieden in Europa (Oekraïne bijvoorbeeld) zijn door Chinezen opgekocht. Chinese tycoons hebben genoeg geld om havens, transportbedrijven, infrastructurele projecten, media-instellingen, grondstofverwerkers en dergelijke over te nemen. Inmiddels draait de wereldeconomie voor een deel op Chinees geld.
In de drie jaren dat we intensief met de Chinezen omgingen, zagen we met eigen ogen hoe dit communistische land zich in een adembenemend tempo ontwikkelt. Wat er te zien is aan veranderingen is nog maar het begin. Dat komt niet alleen door het geld, de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen of de strak geleide economie, maar vooral ook door de uitzonderlijke dynamiek van de Chinese maatschappij. En dat is weer een gevolg van de mentaliteit van de Chinezen om vooruit te komen en te blijven volhouden. Ze werken hard en lang en hebben uitzonderlijk veel over voor een betere toekomst van hun kind(eren). Na 1980 is er in China binnen enkele decennia een sterk groeiende middenklasse ontstaan die geniet van meer welvaart dan er ooit was. Voor hen is China soms al te klein geworden. Waar ook ter wereld kiezen ze met hun ondernemingsdrang voor werk en investeringen. Dit wordt de eeuw van de opkomst van Azië en in het bijzonder van China (en niet te vergeten India).
De vooruitgang is in de afgelopen dertig jaar opzienbarend geweest. Het inkomen van veel Chinezen is er met tientallen procenten op vooruit gegaan. Tientallen miljoenensteden wedijveren met elkaar in groei, grootsheid, moderne architectuur en industriële centra. Het oosten van China is de 'werkplaats van de wereld' geworden voor huishoudelijke producten, apparaten en kleding. In nagenoeg elk Europees en Amerikaans huishouden is er wel iets uit China te vinden. En de Chinezen varen er wel bij.

Modernisering, communisme en kapitalisme
Het blijft een vreemde situatie dat het communistische China in veel opzichten het meest kapitalistische land ter wereld is. Uiteindelijk hebben de markt, de macht van geld en succes het voor het zeggen en delven het platteland, de ongeschoolde arbeiders, maar ook het milieu en de sociale zekerheid het onderspit. De eeuwenlange Chinese traditie om zich af te schermen van de rest van de wereld en als 'Rijk van het Midden' aan zichzelf genoeg te hebben, heeft een equivalent gekregen in de afscherming van het wereldwijde web door de 'Great Firewall' en de intensieve controle van de burgers. De marxistische ideologie gaat – tot in de haarvaten van de samenleving – vaak samen met corruptie, zelfverrijking en achterstelling van minderheden. Verstoring van het ecologisch evenwicht en veronachtzaming van de rechten van de mens zijn aan de orde van de dag.
Er is weinig te zien van een georganiseerde oppositie van de intellectuele en gegoede (midden)klasse of van het achtergebleven platteland. Er is geen speciale waarzeggende gave voor nodig om aan te voelen dat die er aan komt. Nu al worden er elke dag in China minstens 500 demonstraties tegen lokale bestuurders gehouden. Veel jongeren zijn zeer somber over hun eigen toekomst en die van hun land. We ontmoetten twintigers die er geen vertrouwen in hebben dat de partij het goede met de mensen voorheeft. Ze zijn zo pessimistisch geworden over hun toekomst en het gebrek aan normen en waarden, dat ze er bewust voor gekozen hebben om geen kinderen te krijgen.

Een nieuw ideologisch offensief
Er leven - anders dan vijftig jaar geleden - vele tienduizenden mensen die hun opleiding in Europa, Amerika en Japan hebben gekregen. Zij hebben kennisgemaakt met samenlevingen die cultureel en ten aanzien van vrijheden en rechten grondig verschillen van hun eigen land. Zij hebben scherper dan wie ook oog voor de zwakte van het huidige systeem.
Dat is de partij uiteraard ook niet ontgaan. De huidige partijleider Xi Jinping, die in korte tijd steeds meer macht heeft gekregen, probeert het tij te keren door de introductie van twee grote actiepunten: de bestrijding van de corruptie (te beginnen bij de top van de samenleving) en de bestrijding van de 'slechte ideeën vanuit het Westen'. Het heeft tot opzienbare processen geleid, maar ook tot een steeds sterkere emigratiegolf van Chinezen en/of hun kinderen naar het Westen. In de komende jaren zal blijken waar dit toe zal leiden. Het is de vraag of de soms schaamteloze corruptie die je tot in de dorpen tegenkomt alleen met maatregelen gekeerd kan worden. Er is een totale mentaliteitsverandering nodig. Het lijkt me daarbij onmogelijk om mensen die geroken hebben aan de vrijheden van het Westen af te snijden van de informatie vanuit de buitenwereld en hen opnieuw in te kapselen in het marxistisch systeem. Op den duur zal deze superpower zelf zeer geschaad worden als zij alleen maar een financiële en economische reus blijkt te zijn, die mensenrechten en vrijheden veronachtzaamt.
Opvallend is dat er op dit moment meer Chinezen lid zijn van een kerk dan van de communistische partij. Velen hebben het vertrouwen in de communistische ideologie verloren door wat er onder Mao aan onderdrukking, hongerdood en politieke moorden is gebeurd. Juist om deze reden is Xi Jinping sinds vorig jaar ook met een nieuw ideologisch offensief begonnen om onder andere het ambtenarenkader en de universiteiten weer bewust te maken van de ideologische grondslag van de Chinese staat. Na decennia van verguizing wordt de filosofie van Confucius weer omarmd en gepresenteerd als de samenbindende religieuze traditie waarvoor iedereen (soms letterlijk) moet knielen. Roderick MacFarquhar, een autoriteit op het gebied van de ideologische ontwikkelingen in China, wees er onlangs in Hong Kong op, dat het ontbreken van een samenbindende ideologie een groot probleem is geworden. 'Zonder ideologie mis je het cement dat de Confucianistische keizerrijken en het Maoïstische regiem bijeenhield. Dan hebben de staat en het volk niets gemeenschappelijks meer.' Het idee dat de vijand van buiten – het Westen en de westerse ideeën – komt, bindt het Chinese volk niet samen. Er is meer nodig.

Verwarrende situatie voor kerken en christenen
Door deze ideologische opleving lijkt de druk op de kerken toe te nemen. Het afgelopen jaar waren er tientallen meldingen van incidenten rond kerken. Vooral in de plaats Wenzhou – al jaren het 'Jeruzalem van China' genoemd – werden de grote rode kruizen van kerken gehaald en soms (ook grote) kerken verwoest. Er wordt veel strenger opgetreden tegen zogenaamd onwettige christelijke bijeenkomsten. Het lijkt erop dat de regering een duidelijk signaal wil afgeven. Volgens sommigen zou de partij bang zijn dat de christenen te prominent aanwezig zijn met hun vele nieuwe kerken en maatschappelijke projecten. En dat terwijl de laatste jaren de bewegingsvrijheid en de samenwerking tussen de kerken en de lokale overheden steeds groter was geworden. Kerken werd gevraagd actief deel te nemen in de ontwikkeling van steden en dorpen en kregen de mogelijkheid om naast hun kerkgebouwen onder andere bejaardencentra te bouwen. Op allerlei sociaal, medisch en educatief gebied zijn christenen actief. Hoewel de communistische regels personen die werkzaam zijn in overheidsdienst (ambtenaren, politie en het leger) verboden om christen te worden, gebeurt dit nu openlijk.
Van oudsher bestaat er bij het communistisch regiem wantrouwen tegenover religieuze groeperingen. Er is een ongemakkelijke relatie tussen het christendom en de overheid. Het christelijk geloof wordt vaak gezien als een westerse godsdienst en niet als authentiek Chinees. De relatie van Chinese kerken met buitenlandse organisaties (als het Vati­caan of de protestantse oecumenische bewegingen) wordt met wantrouwen bekeken. De overheid houdt nog steeds vast aan het beleid dat alleen kerken die aan het begin van de communistische tijd waren gevormd, erkend worden. Deze zogenoemde patriottische kerken hebben een nauwe relatie met het Bureau voor Religieuze Zaken.
China kent een zeer lange traditie, teruggaande op de tijd van het keizerrijk, van overheidscontrole op de godsdiensten. Er bestaat altijd weer de vrees dat geloof leidt tot oncontroleerbare acties en emoties, met gevaar voor de staatsveiligheid en de rust in de samenleving. In dat perspectief was het niet verwonderlijk dat kerken buiten de officieel geregistreerde denominaties niet erkend, en soms ook niet geduld, werden. Deze huiskerken zijn overgeleverd aan de welwillendheid en het politieke beleid van lokale en provinciale leiders. Dit betekent overigens ook dat in het decentraal (!) bestuurde China deze gelovigen de ene keer openlijk bijeen kunnen komen en op andere plaatsen in het verborgen hun kerkdiensten moeten houden. Over China valt nagenoeg niets in algemene – overal van toepassing zijnde – termen te spreken. 'Alles wat je over China hoort, is ergens in dit land wel waar.'

De groei van godsdiensten na Mao
Misschien juist omdat de kerken in de afgelopen dertig jaar zo stormachtig gegroeid zijn, is hun situatie er niet gemakkelijker op geworden. Toen aan het einde van de jaren zeventig het extreme communisme van Mao's culturele revolutie verdween, bleken er nog ongeveer een miljoen christenen overgebleven te zijn. Maar vanaf het moment dat deze christenen de mogelijkheid kregen om van hun geloof te getuigen, ontstond er een 'christelijke koorts'. Er bleek na decennia van onrust en onzekerheid een grote honger te bestaan naar het evangelie. De leegte die het extreme atheïstisch-marxisme had nagelaten deed velen op zoek gaan naar nieuwe zingeving. Velen zochten steun in het boeddhisme maar vooral ook in het christendom. De kerken werden de plek waar velen hun behoefte aan vergeving, nieuwe hoop en duidelijke normen en waarden konden stillen. Naar schatting zijn er op dit moment tussen de 80 en 100 miljoen christenen (waarvan zo'n 85 miljoen protestant). Op een bevolking van 1,3 miljard personen is meer dan de helft 'niet gelovig / atheïstisch / geseculariseerd'; zo'n 300 miljoen behoren tot een volksreligie (Daoïsme/Confucianisme), rond 250 miljoen tot het boeddhisme en 25 miljoen zijn moslim.
Vanaf de jaren negentig groeide de kerk met 9%, terwijl de bevolking per jaar met 0,6 % toenam. Er zijn veel verklaringen waarom juist in deze jaren het christendom, zonder de aanwezigheid en hulp van westerse zendelingen, zo stormachtig gegroeid is. Een intellectuele minderheid ziet het christelijk geloof als een stevig fundament voor de normen en waarden die China nodig heeft. In het christendom kan het individu zich ontwikkelen en wordt er een stevig fundament gelegd voor de humaniteit en de menselijke rechten en vrijheden. Zij zijn diep geïnteresseerd in de filosofie van de kerkvaders en zien die als de grondslag voor Europa en de moderniteit. Dit cement heeft naar hun inzicht het huidige China dringend nodig.

Waarom groeit de kerk in China?
De grootste beweging naar het christendom ligt niet bij de 'culturele christenen', maar in de groep Chinezen die gegrepen werden door de goede boodschap van vergeving, liefde, hoop en genezing. Jezus is voor hen de bevrijder en zijn nabijheid in liefde, vergeving en waarlijk menselijk leven veranderde hun leven. Opvallend is dat volgens de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen gedurende de afgelopen tien jaren 69% van de nieuwe christenen deze stap gezet heeft vanwege een ervaring van 'healing' in de breedste zin van het woord.
We werden in onze ontmoetingen met de Chinese christenen verrast door hun enthousiasme over 'de grootste schat die zij ooit hadden ontdekt'. Er is voor hen een nieuwe wereld opengegaan. Ze stralen het vaak uit met hun blijdschap, hun vast vertrouwen in de nabijheid van God en zijn hulp in hun leven. Je bemerkt vaak een grote innerlijke vrede, die ze met elkaar in hun kerkdiensten beleven en vormgeven. Christenen lijken niet moe te worden om hun medemensen bij te staan als ze hulp nodig hebben. Vrouwen spelen daarin een grote rol. Zij kregen in de gemeente een plek die ze in de traditionele samenleving niet hadden en leiden en helpen gemeenteleden in getuigenis en dienst. En wat ons, vaak bedeesde westerlingen, nog het meest opvalt is hun niet te stuiten drang om het evangelie te delen met hun familie, vrienden en collega's. Hun grootste wens is dat ook zij Jezus vinden.
En zo is in een zeer gecompliceerde seculiere samenleving als de Chinese, de snelst groeiende kerk van de wereld te vinden. We vinden er geen gemeenschappen van heiligen – 'we zijn van één lap gescheurd'- er is vaak een ondoorzichtig en bureaucratisch kerkbestuur en de relatie met de overheid is verwarrend en 'op het randje'. Maar inmiddels ontwikkelt zich in China een van de grootste potentiële bronnen van christelijk leven die in deze eeuw ongetwijfeld het wereldchristendom diep zal gaan beïnvloeden.

Dr. Bas Plaisier is emeritus predikant (PKN). Na zijn afscheid als scriba van de Protestantse Kerk in 2008 werd hij door Kerk in Actie uitgezonden naar de Volksrepubliek China. Zijn taak daar was het verstevigen van de contacten met inheemse christenen en het bestuderen van de snelle groei van het christendom.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 

Om dit nummer te bestellen, klik hier

 

  • Hits: 6880