Skip to main content

nr2 • 2014 • Bijbelstudie-1

29e jaargang nr. 2 (nov. 2014)
thema: Gereformeerde hermeneutiek. Heeft de Bijbel het voor het zeggen?

Bijbelstudie

Bevrijdende liefde
Johannes 8:1-11
A. Th. van Olst

In het boek van Victor Hugo, en de musical die er later over gemaakt is, Les Misérables, beantwoordt een ex-gedetineerde de vriendelijkheid van een bisschop met kerkroof. Op het moment dat hij er gloeiend bij is, ziet de bisschop de paniek in zijn ogen, en zegt: ‘Arresteer hem niet. Het is op afspraak dat hij dit meeneemt. Hier, deze gouden kandelaar ben je nog vergeten.’ Het werd zijn redding.

Door deze verrassende daad van liefde veranderde het leven van deze man. Niet minder verrassend is wat Jezus zegt en doet in de bekende perikoop over de overspelige vrouw. Als ze om Zijn oordeel vragen bukt Hij Zich en schrijft in de aarde. In plaats van dat met de schuldige afgerekend wordt, moeten schijnheiligen het veld ruimen. Zijn woorden en daden zijn vol liefde voor deze vrouw.

In sommige bijbelvertalingen staat dit gedeelte tussen haken, die willen vertellen dat het de vraag is of dit gedeelte vanaf het begin in het evangelie stond. Er is wel gesuggereerd dat alle vragen over de oorspronkelijkheid van dit gedeelte mogelijk wijzen op moeite met het verrassende en onvoorwaardelijke van Jezus’ vrijspraak. Dat zou dan op weerstand gestuit zijn in de vroege kerk. De vroege kerk legde immers nadruk op boete en die vind je bij deze vrouw niet. Ze zegt ook maar twee woorden. Maakte dit gedeelte dan de genade niet goedkoop?

Maar als deze onvoorwaardelijkheid aanleiding gaf tot moeite bij de overlevering van dit gedeelte, dan weet ik nog wel een paar gedeeltes waarvoor dat ook zou gelden. We ontvangen dit gedeelte, en de prediking ervan, met dankbaarheid. Goedkope genade is altijd het verwijt geweest aan het adres van duurbetaalde genade.

Het onderwijs van Jezus wordt verstoord als schriftgeleerden een vrouw de kring binnen brengen en haar onbarmhartig in het midden neerzetten. Ze is betrapt op overspel. Op heterdaad.

Wat kan in één moment je leven een genadeloze wending nemen! We kunnen geen verhaal maken van wat er precies gebeurd is, maar wel kunnen we concluderen dat hier een vrouw staat die in één nacht haar toekomst verspeeld heeft. Het ziet er slecht voor haar uit.

Je moet goed opletten op wat de schriftgeleerden (en Farizeeën) doen. Ze komen niet om advies vragen. Ze zijn niet verlegen met de situatie en niet bewogen met deze vrouw. Het ligt duidelijk: ze moet gestenigd worden. De reden dat ze naar Jezus komen is dat ze hier een buitenkansje hebben om Jezus vast te zetten. Ze maken van deze vrouw een geval, een casus. Ze zien geen vrouw met gevoel, relaties en plannen. Haar uitglijder komt hen goed van pas.

Hoe hardvochtig dit ook is, het zegt tegelijk iets heel moois over de liefde van de Heere Jezus. Als Hij de wet laat vallen, dan valt Hij door de mand. Maar ze voelen wel aan dat dat zo’n vaart niet zal lopen. Ze kennen Hem goed genoeg om te weten dat Hij het niet over Zijn hart zal kunnen verkrijgen deze vrouw te laten stenigen. Zijn liefde voor zondaars die door anderen al lang afgeschreven zijn, zal Hem vanmorgen fataal worden. Ze proberen Hem te pakken op Zijn liefde.

Eindeloos is er gedacht en gediscussieerd over wat Jezus geschreven heeft. Geen enkele suggestie kan overtuigen. Het is voor ons blijkbaar niet belangrijk om het te weten. Ik denk zelfs dat het voor Hem niet belangrijk was. Waar het om gaat, is dat Jezus Zich distantieert van dit tribunaal. Hij doet niet mee met hun duivelse spel. Hij duikt onder de blikken uit en lijkt in gedachten verzonken. Laat ze tot bezinning komen! Laat ze beseffen wat ze doen!

Ze laten het er echter niet bij zitten en dringen aan. Even komt Hij dan omhoog, terug in het veld waar gretige blikken elkaar kruisen, om vervolgens Zich weer te onttrekken aan de confrontatie. Ze moeten niet voor Hem staan, maar geconfronteerd worden met Gods oordeel over hun leven!

‘Wie zonder zonden is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’ Jezus sluit Zich hiermee volledig aan bij Gods wet, maar verbreedt die tot het hele leven, en confronteert de wetgeleerden zo met de diepste eis van de wet. Ze zijn aan het overspel van de vrouw wel onschuldig, maar daar houdt de wet niet op. En de stilte die valt, is bedoeld voor hen, om zich voor God te stellen.

Je kan de lijn van het gedeelte kwijt raken als je naar aanleiding van vers 9 nadruk wilt leggen op de functie van het geweten. Misschien dat de overleveringskwesties bij dit vers ons daar ook voor willen waarschuwen. De boetvaardigheid van de schriftgeleerden is net zo min belangrijk als de boetvaardigheid van de vrouw. Ze gaan weg. De aanklagers moeten het veld ruimen.

Jezus veroordeelt haar niet (zie ook Joh. 8:15-16). Niet omdat Hij er niet bij geweest is en er daarom niet over gaat (zie Joh. 8:51). Zij is werkelijk schuldig (‘zondig niet meer’), maar wordt in vrijheid gesteld.

Hoe kan Hij dit doen? Kan dat zomaar? Nee, dat niet. Dit gedeelte is geen incident, maar komt tot ons binnen het geheel van het Evangelie. Hij was zonder zonde en had de eerste steen kunnen werpen. Maar Hij kiest, ook op dat moment, liever voor Zijn eigen kruis dan voor de verdiende veroordeling van deze vrouw. Zijn liefde gaat zo veel verder dan die van die lieve bisschop in Les Misérables. Hij gaf Zichzelf tot in de dood.

Gerrit Achterberg schreef een sonnet over deze geschiedenis: ‘En Jezus schreef in ’t zand.’ Hij eindigt met deze regels:

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.

En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos

waarmee zij heenging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Als een kind zo licht: je kunt je er alles bij voorstellen. Ze krijgt immers door de vrijspraak van Jezus haar leven terug. Vederlicht gaat ze weg. Wie door Jezus’ liefde geraakt is, mag als bevrijd mens verder, of liever: opnieuw beginnen.

We weten natuurlijk niet of ze zo heengegaan is. Het maakt ook niet uit. Belangrijker is dat de bevrijdende liefde van Jezus Christus vrucht draagt in ons leven. ‘Ga heen en zondig niet meer’, dat is de roep van het Evangelie over ons leven. Het ‘zondig niet meer’ kan ook alleen gestalte krijgen als we Zijn bevrijdende liefde ontvangen.

Het Bijbelgedeelte nodigt ons uit om ons te identificeren met alle ‘partijen’. Het zal je maar gebeuren dat anderen met de Bijbel in de hand je liefdeloos afrekenen op je fouten. Wat is dat toch met ons, dat we zo op elkaar kunnen­ loeren, en gebruik kunnen maken van andermans falen? Dan komen wij er goed mee weg!

Zalig ben je als de aanklacht in je hart plaats maakt voor verootmoediging en ontferming. We hebben niet minder dan deze vrouw Jezus’ bevrijdende liefde nodig. En als de bevrijdende liefde van Christus je raakt, leer je anders naar mensen te kijken.

Ds. Anne van Olst is predikant (CGK) te Utrecht-West.

Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Om dit nummer te bestellen, klik hier