nr1 • 2012 • De domina
september 2012 (27e jaargang nr. 1)
De domina
Mw.ds. L.E. Bassa
‘Dominee? Ik noem u gewoon domina. Dat klinkt veel mooier. En het is toch zo? U bent geen man’.
De man die deze woorden spreekt kent de kerk van jongs af aan. Hij kent de verschillen in kerkelijk Nederland, maar heeft geen moeite met een vrouw als predikant. Net als vele anderen. Hoe kom je tot het standpunt dat vrouwen het ambt prima kunnen vervullen?
Ik wil proberen op deze vraag een antwoord te geven vanuit mijn interpretatie van de rol van man en vrouw in bijbel en gemeente en vanuit mijn eigen praktijk.
Waarom ook niet?
Ik ben in de gemeente met open armen ontvangen. De eerste vrouwelijke predikant. Een aantal keren heb ik de opmerking gehoord: ‘Het is soms even wennen. Maar ach ja, waarom ook niet.’ Inderdaad, waarom ook niet. Dat was ook mijn conclusie toen ik er na mijn 4e jaar theologie voor koos om verder te gaan met het hele 5e jaar. Dus ook het college ‘preekschetsen’. Ik wilde dit college niet voor niets volgen en vond dat ik er op dat moment uit moest zijn of ik wel of niet predikant wilde worden en waarom. Die zomer dacht ik er over na en sprak ik er over met anderen. Ook met mensen van ‘mijn’ kerk. Een gewone dorpskerk, meest verwant nog met de Gereformeerde Bond. Ik hoorde van hen weinig kritische geluiden. Men vond het op zijn minst interessant dat ik die preekstoel ambieerde. Waarom zou je als jonge meid ervoor kiezen preken te gaan schrijven in plaats van een leuke baan in het onderwijs te zoeken? De vraag was vooral: Heb je in deze tijd zoveel over voor de kerk?
Om predikant te zijn hoef je geen man te zijn
Maar mijn ambitie kwam vooral voort uit de vraag: waarom? Waarom zou alles wat de dominee vanaf de preekstoel zegt eigenlijk goed of waar zijn? Als je vragen hebt, waarom zou je het dan zelf niet gaan bestuderen? Dat is immers de manier om er achter te komen. Man of vrouw zijn maakt in het antwoord op deze vragen niet zoveel uit.
De westerse maatschappij waarin wij leven kent een grote gelijkheid als het gaat om de man-vrouw verhouding. In het grootste deel van de beroepen die er zijn worden zowel vrouwen als mannen geaccepteerd. Er zijn beroepen die vanouds meer mannen dan vrouwen trekken vanwege de fysieke werkzaamheden. Of juist andersom vanwege allerlei huishoudelijke associaties. Voor het werk van een predikant maakt het praktisch gezien niet zoveel uit of je nu man of vrouw bent. Het vergt geen aparte, zware fysieke inspanning en je hoeft ook niet per se verstand te hebben van het opvoeden van kinderen. Enig uithoudingsvermogen is gewenst en ook je taalvaardigheid zal worden getest.
Maar in principe zijn dat geen dingen waar je alleen man of vrouw voor hoeft te zijn. Daar zit het verschil niet in. Waar wel verschil in zit, is de waardering van het werk als ambt. Er bestaan verschillen in ambtsopvatting die maken dat ik als vrouw niet overal welkom ben als predikant. Het ambt is in sommige opvattingen een rol die alleen een man op zich kan nemen. Is dat omdat Jezus en de eerste discipelen ook mannen waren?
Het predikantsambt is een taak die je wordt toevertrouwd. Je krijgt vanuit de kerk een bepaalde volmacht om je ambt uit te oefenen. Je bent daarin soms een tegenover van de gemeente, niet voor niets wordt het als representatie van Christus gezien. Ik ben van mening dat je als vrouw een prima representant kunt zijn. Je bent geen plaatsvervanger van Christus. Je bent hooguit de geroepene om het door te geven. Daarin ben je mens. Het onderscheid tussen man en vrouw valt daarin weg zoals Paulus schrijft in Galaten. Natuurlijk zijn er praktische aangelegenheden te noemen waarin het handiger zou zijn als de ambtsdrager een man is, in bijvoorbeeld gezagskwesties. Anderzijds blijk ik als vrouw ook deuren te kunnen openen die voor een ander dicht bleven als het gaat om vertrouwenskwesties. De mogelijkheden die deze diversiteit met zich meebrengt zou de kerk juist als kans moeten omarmen.
Lezen vanuit het OT
Natuurlijk ben ik in de ontwikkeling naar het predikantsambt geconfronteerd met de zogenaamde ‘zwijgteksten’. Ook ik heb deze teksten gelezen, zoals zoveel andere teksten in de bijbel. Een tekst van toen in het nu lezen maakt de lezing altijd een interpretatie. De uitdaging is op zoek te gaan naar de interpretatie die in lijn ligt van traditie en geloof. De cultuur, die de gelovige omringt in zijn of haar traditie, is daar een onderdeel van. Daar kun je niet los van. Natuurlijk zijn er ook de cultuur en context van de tekst zelf, die neem ik ook mee in mijn interpretatie. Maar vooral zijn er de teksten zoals ze voor ons liggen. De bijbeltekst staat nooit op zichzelf en moet gelezen worden binnen het geheel van de bijbel. Ook de teksten waarin de positie van man en vrouw aan bod komt. Ik lees ze vanuit het Oude Testament.
Wanneer je de boeken van Mozes leest is de rode draad het welzijn van het volk. Een uitverkoren volk, ja, maar ook een volk dat moet leren om te zien naar elkaar. Het belang van de naaste is groot. Daarbij worden voortdurend de marginale groepen genoemd. De weduwen en wezen. Zij zijn net zo belangrijk als de anderen. Het feit dat deze gelijkwaardige behandeling zo’n nadruk krijgt lijkt een tegenover voor andere volken en culturen. In de wetgeving is dezelfde mate van gelijkheid te vinden. Er bestaat geen rangorde. Ook niet op het gebied van mannen en vrouwen. Voor beiden bestaan er regels. Hun beider welzijn staat op het spel. Deze lijn trek ik door naar het Nieuwe Testament. Het lijkt dan dat de situatie in het NT meer gepolariseerd is. De ongelijkheid is soms voelbaar. Paulus gaat dit te lijf. In het spoor van Jezus, zoals blijkt uit de evangeliën. Het is niet de bedoeling dat de een zich verheft boven de ander; man noch vrouw. Voor mij betekent dit dat ik mij in een leidinggevende positie gelijkwaardig aan de ander moet opstellen.
Scheppingsorde, geen scheppingsvolgorde
De teksten waarin de scheppingsorde aan de orde komt komen me soms wat moeilijk over. Blijkbaar was het nodig hierop te wijzen om een punt duidelijk te maken. Theologisch gezien vind ik het onnodig om hiervan een volgorde, als rangorde te maken. Dan ga je de tekst letterkundig ontleden en zet je de traditie stil. Het gaat in deze tekst om orde. God schept orde in de chaos. Hij maakt de dieren, twee aan twee. Vervolgens is er een mens. Maar deze mens blijft alleen. Dat is tegen de orde. Een mens is in zichzelf een sociaal wezen. Deze mens voelt het gemis aan. Hij weet dat er iets tekort komt. Daarom maakt God de andere mens, de vrouw. De eerste mens voelt zich weer in balans. Het evenwicht is hersteld, met de komst van deze ander. Ook hij heeft nu iemand tegenover zich. Iemand om zich aan te meten, iemand om in de ogen te kijken, iemand om het leven mee te delen. Zonder deze was hij niet af, was zijn wereld niet compleet.
Dat het vervolgens deze vrouw is die de appel aangereikt krijgt, hoeft niet meteen een bewijs te zijn van haar incompetentie. De mens begaat in Genesis 3 de zonde van wantrouwen. Beiden zijn verantwoordelijk. Beiden voelen elkaar uiteindelijk ook aan in hun schuld. Vervolgens worden ze aan het werk gezet. En worden beiden verantwoordelijk voor een goed beheer van de aarde. Wanneer de een zich verheft boven de ander ontstaat er chaos. Dat blijkt niet alleen in Genesis 4 maar ook in heel onze geschiedenis. Daar waar orde heerst, kan men in gelijkheid samenleven. Wanneer de vrouw op gelijke voet met de man gezet wordt, is dat geen negeren van een scheppingsorde. Het is het voorkomen van een volgorde die gelijkwaardigheid onmogelijk maakt.
Cultuur
Ik kom in mijn huidige werk mensen tegen die zich niet voor kunnen stellen dat ik ergens als predikant geweigerd zou worden. Dat lijkt voor sommigen natuurlijk de omgekeerde wereld. Maar hieruit blijkt voor mij dat het voor veel mensen ook een kwestie van gewoonte is. Zij weten al tientallen jaren niet beter. Voor hen staat de ontwikkeling van de vrouw in het ambt gelijk aan die van de schoolmeester of de huisarts. Ook daar zijn vrouwen volledig ingeburgerd.
Zijn dat dan mensen die volstrekt geen gevoel hebben voor de waarde van de Schrift of schriftinterpretatie? Ik denk van niet. Het zijn mensen die de bijbel lezen in hun eigen tijd en ook in de kerk hun eigen context en cultuur meenemen en meekrijgen. Zij hebben de discussie vroeger gevoerd en zijn tot de conclusie gekomen dat hun vroegere interpretatie niet meer past bij de inbedding van hun geloof in de cultuur. Wat dat betreft bevinden ze zich niet ver van de Areopagus.
Misschien heeft een enkeling de soms op hypocrisie lijkende houding van hun omgeving willen ontvluchten. Want waarom zou een vrouw wel goed genoeg zijn om een compleet boerenbedrijf mee te runnen en niet om onderdeel te zijn van bijvoorbeeld de kerkenraad. Hieruit blijkt een grondhouding van gelijkwaardigheid en het gebruik maken van ieders gaven.
Het ideaal van de kerk
Mijn keuze voor het predikantschap is gedaan in samenspraak met anderen, in gebed en gebaseerd op mijn eigen ervaring en kennis. Daar bovenop komt natuurlijk de roeping vanuit de gemeente. Ik voel mij geroepen door hen, maar ook door God zelf. Het besef van deze roeping ervaar ik als antwoord op mijn gebed. Wanneer Paulus in zijn Romeinenbrief zijn medewerksters uitgebreid bedankt lees ik daarin dat ook toen al vrouwen meewerkten in het Koninkrijk. Dat was ook het unieke van de eerste christengemeenten. Daarin heerste een sfeer van samenwerking; van barmhartigheid en rechtvaardigheid. Men stond erom bekend te delen. Waarom dan niet ook de kennis van geloof en leven?
Ik merk dat het goed is dat er zowel vrouwen als mannen in de kerkenraad zitten. Ieder heeft zijn eigen bijdrage en vormt een goede representatie van de gemeente. Want ook de gemeente van Christus zelf bestaat uit mannen en vrouwen. Door als vrouw in het ambt te staan laat ik, en met mij vele anderen, zien dat de gelijkwaardigheid van mensen van belang is. Ongeacht hun geslacht, ras of wat dan ook. Deze gelijkwaardigheid is het ideaal in een wereld waarin de realiteit zo vaak anders is en vrouwen worden onderdrukt of uitgebuit. Met dit ideaal mag de kerk een voorbeeld zijn voor de wereld juist omdat zij hiermee de realiteit van het evangelie laat zien.
Ds. Marrit Bassa is predikant (PKN) te Voorst;