nr1 • 2025 • Een vrouw met reputatie
39e jaargang nr. 1 (jan. 2025)
thema: Jong en vogelvrij? Jongeren, mentale problemen en de kerk
Cornelie Vreugdenhil-Mijnarends
Een vrouw met reputatie
Lucas 7:36-50
Soms komt de tekst voor een preek op een bijzondere manier tot leven. Voor mij gebeurde dat met de tekst uit Lucas 7:36-50. Deze tekst stond centraal in een biblioloog die geleid werd door een collega bij een ontmoeting van predikanten uit de regio. Een biblioloog lijkt wat op het meer bekende bibliodrama. Het is een relatief eenvoudige creatieve vorm waarin deelnemers zich identificeren met de hoofdrolspelers in een Bijbelverhaal.
Terwijl we rond de tafel zaten en deze tekst op ons in lieten werken, voelde ik ineens hoe vervreemdend de situatie is die er geschetst wordt. Een groep mannen zit aan tafel voor de maaltijd als er ineens een vrouw binnenstapt. Een naamloze vrouw met een bedenkelijke reputatie. Terwijl de mannen spreken, knielt ze bij Jezus neer. Ze huilt, ze is totaal overstuur. Met haar tranen wast ze Jezus’ voeten, met haar haren droogt ze zijn voeten af. Ze kust zijn voeten en zalft ze met olie. Ik kan me niet voorstellen hoe dat geweest moet zijn. Ik ben iemand die gevoelig is voor sociale situaties en onuitgesproken regels. Ik laat niet gemakkelijk emotie zien in het openbaar en houd er niet van als mensen je ongevraagd aanraken. Deze vrouw handelt totaal anders dan ik zou doen, maar haar blijk van liefde is bewonderingswaardig. Ze stort zichzelf helemaal voor Jezus uit. Nu we in de gemeente binnenkort het Heilig Avondmaal vieren, lijkt het me mooi om deze tekst mee te nemen. Wat betekent het om jezelf uit te storten voor God en wat betekent het dat Jezus zichzelf helemaal aan ons heeft overgegeven?
Met die vragen start ik de verkenning van de tekst. In de exegese raakt het beeld steeds verder ingekleurd maar komen ook nieuwe vragen boven. Wie is de vrouw in deze tekst? In de loop der eeuwen is ze vaak met Maria Magdalena verward, die in het volgende verhaal van Lucas genoemd wordt. In een preek uit 591 verwart zelfs paus Gregorius I de vrouw uit dit verhaal met Maria Magdalena. Er is geen reden om aan te nemen dat de twee vrouwen in hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8 dezelfde zijn. Maar deze verwarring gaat verder dan dat. Niet alleen is vaak aangenomen dat de vrouw waar Lucas over spreekt Maria Magdalena zou zijn, maar ook dat deze vrouw een prostituee is. Daar komt het misverstand vandaan dat Maria Magdalena een prostituee zou zijn. Ook hierover lezen we bij Lucas niets terug. Ze was een zondares, schrijft hij. Zo stond ze in heel de stad bekend. Dat zou kunnen wijzen op sekswerk, maar Lucas benoemt het hier niet. Veeleer lijkt het noemen van de vrouw als zondaar te illustreren dat Jezus opnieuw in het gezelschap verkeert van zondaren.
Ik sluit niet uit dat mijn eigen gender en gevoeligheid ten aanzien van man-vrouwrollen invloed heeft op mijn lezing van deze Bijbeltekst, want ik voel enige verontwaardiging bij uitleggers die deze vrouw gemakkelijk als prostituee wegzetten. Alsof een seksuele zonde de enige openbare zonde zou kunnen zijn van een Joodse vrouw in die tijd. Ik kan het niet nalaten in de preek kort aan te stippen dat we wellicht altijd gehoord hebben dat het hier om een prostituee zou gaan, maar dat het niet in de tekst staat. Kennelijk is er door de eeuwen heen nog steeds een oordeel en een veroordelende blik naar deze vrouw.
Er is bij de exegese ook gelegenheid om naar deze tekst te kijken in verhouding tot de verhalen in de andere evangeliën over een vrouw die Jezus zalft. Matteüs, Marcus en Johannes vertellen een verhaal over een vergelijkbare gebeurtenis, maar er zijn grote verschillen. Zo gaat het bij de andere evangelisten over de reactie van de leerlingen op de handelingen van de vrouw. Zij vinden het geldverspilling. De olie was duur en ze had iets beters met het geld kunnen doen. Omdat de teksten een hele andere toespitsing hebben, besluit ik dat spoor verder los te laten. Voor een Bijbelwetenschapper is de vergelijking wellicht heel uitdagend, maar het helpt me als prediker niet om de tekst verder vruchtbaar te maken voor de preek.
De Bijbeltekst neemt die week veel ruimte in mijn hoofd in. Zo lees ik op vrijdagmorgen aan de ontbijttafel in het Nederlands Dagblad een gedicht van Rikkert Zuiderveld. Hij schrijft: ‘Ik heb geen naam en toch ben ik berucht.’ Daarmee licht voor mij het verschil tussen de vrouw en de farizeeër Simon in de tekst nog verder op. Zij heeft geen naam, wel een reputatie. Alle mannen in de kamer weten precies wie ze is. Ze hebben een mening over haar, een oordeel. Haar fouten en tekortkomingen liggen op straat. Bij Simon is het precies andersom. Simon is een man van naam. Een man met een uitstekende reputatie. Hij is beroemd, zij is berucht. Bij Simon zijn de tekortkomingen goed verstopt onder een vlekkeloos voorkomen. Maar Jezus prikt er doorheen.
Waar bij de vrouw alle emoties en verhalen aan de oppervlakte liggen, houdt Simon het voor zichzelf. Simon heeft Jezus uitgenodigd om in gesprek te gaan. Het lijkt een soort openbaar debat te zijn waarbij Simon middels een vraaggesprek wil ontdekken wie Jezus is. Als de vrouw aan Jezus’ voeten ligt, heeft Simon zijn mening snel gevormd. Hij lijkt niet meer informatie nodig te hebben dan dit: ‘Die Jezus is geen profeet! Anders zou hij wel weten dat zij een slechte vrouw is. En dan had hij haar wel weggestuurd’ (vers 39), zegt hij bij zichzelf.
Lucas geeft ons een bijzonder inkijkje in de interne monoloog van de farizeeër Simon. In tegenstelling tot de vrouw houdt Simon zijn kaarten tegen de borst. Hij laat zichzelf niet echt zien, denkt hij. Maar Jezus betrapt hem. Jezus kijkt dwars door hem heen. Jezus blijkt toch een profeet en zelfs meer dan dat. Uiteindelijk ligt in de tekst niet de nadruk op de zonde van de vrouw, maar laat Jezus haarscherp zien hoe de vrome Simon in gebreke is gebleven. Hij heeft geen gastvrijheid getoond en begrijpt niet wie Jezus is.
Daar vind ik de toepassing voor de preek. Jezus ziet het hart van mensen aan, toen en nu. Misschien lijken wij wel verdacht veel op Simon met onze opgepoetste en opgeruimde buitenkant. We zijn vaak best tevreden met onszelf. Hebben wij Jezus eigenlijk wel nodig? Of redden we het zelf wel? De vrouw wist wie ze zelf was. Zij wist wat er mis was in haar leven en ze wist dat ze Jezus nodig had. Durven wij ook zo eerlijk naar onszelf te kijken? Niemand van ons is schuldeloos. Er ligt van alles verstopt in ons hart aan jaloezie, bitterheid, arrogantie, angsten of twijfels. Er is van alles dat we liever wegdrukken en waar we ons voor schamen. We zijn allemaal zondaren. Bij de vrouw lag het er dik bovenop. Maar wij hebben allemaal bevrijding nodig en vergeving en een nieuwe kans.
Als het brood wordt gebroken en de wijn wordt vergoten, is dat waar het over gaat. Daar geeft Jezus zichzelf voor ons. Daar stort Jezus zichzelf uit. Zijn liefde is net als de liefde van de vrouw extravagant en gul en soms shockerend dichtbij. Deze naamloze vrouw wordt voor mij een voorbeeld. Ze moedigt me aan om mijn hart te openen en me bij God te laten zien. Ook voor mijzelf werd het zo een bijzondere avondmaalsviering.
E.C. Vreugdenhil-Mijnarends is predikant van de Protestantse Wijkgemeente Kerk aan de Linge in Leerdam.
Mailadres:
- Raadplegingen: 40