Skip to main content

nr3 • 2022 • Profiel van de ambtsdrager

36e jaargang nr. 3 (januari 2022)
thema: Dragen of zeulen: het ambt in de kerk

Gert de Goeijen
Profiel van de ambtsdrager
Kanttekeningen bij 1 Timoteüs 3:1-7

De titel is eigenlijk onjuist omdat we het woord ‘ambtsdrager’ in de Bijbel niet vinden. Dat geldt ook het woord ‘ambt’. En hoewel we deze woorden niet aantreffen, kunnen we er de zaak waarom het gaat wel vinden, namelijk het leidinggeven aan de gemeente. Hier richt ik me dan ook op.
Paulus zou een goede voorzitter van het Generale College voor de Visitatie kunnen zijn. Ik vind hem up to date met wat hij van belang vindt voor een leidinggevende in de gemeente. Want wat hij schrijft noemen wij ‘competenties en vaardigheden’. De Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland noemt geen kwalificaties waaraan ouderlingen en diakenen moeten voldoen (behalve dat ze belijdend lid van de kerk zijn of dat ze dit voorafgaand aan hun bevestiging in het ambt worden). Ze omschrijft (in resp. Ord.3.9, 3.10 en 3.11) alleen wat het ‘dienstwerk’ omvat. Deze kerkorde lijkt meer taakgericht dan persoonsgericht, terwijl dat in Paulus’ lijstje net andersom is. In de geschiktheidscommissie (Ord.13.17.3) wordt wel gekeken naar persoonsgerichte en taakgerichte eigenschappen van de aanstaande predikant. Wat viel mij het meest op in de kwalificaties die Paulus noemt?

Leiderschap
In veel gemeenten kost het moeite om ambtsdragers (vooral pastorale ouderlingen) te vinden. We horen vooral over tijdgebrek en opzien tegen verantwoordelijkheid. Het lijkt alsof in Paulus’ tijd de broeders en zusters zichzelf melden, want verschillenden willen wel leider van de gemeente worden (vs. 1). Was er daarom misschien een soort leiderschapsverkiezing (dubbeltallen) en geeft Paulus om die reden ook een aantal criteria, zodat de gemeenteleden bewust gaan verkiezen? Want blijkbaar is niet iedereen even geschikt voor het leiderschap. In Titus 1 vers 5 lezen we dat Paulus aan Titus de opdracht geeft om oudsten aan te stellen. Blijkbaar waren op Kreta minder (geschikte) gemeenteleden voorhanden.
Dat er in Timoteüs’ tijd een overschot lijkt te zijn aan hen die verlangen om leiding te willen geven, roept bij mij de vraag op hoe we het ambt ‘aantrekkelijk’ kunnen maken, zodat gemeenteleden ernaar verlangen om zo de gemeente te mogen dienen. Dus ‘Op zoek naar vreugde in het ambt’ om het met de titel van een onlangs verschenen boek te zeggen.

Gedrag
Met de meeste criteria (vss. 2 en 3) die Paulus noemt kunnen ook wij wel instemmen. De woorden onberispelijk (vgl. een Verklaring van Onbesproken Gedrag), sober (nuchterheid, doe maar gewoon), bezonnen (een bezonken oordeel, verstandig) en gematigd (ordelijk, stabiel) treffen we vrijwel alleen aan in de brieven van Paulus aan Timoteüs en Titus. Wanneer je geldzuchtig bent of te veel drinkt, tast dit niet alleen je eigen (geloof)waardigheid aan, maar ook die van de Here Jezus. Wees in je eigen gezin niet anders dan in het gezin van God (vss.4-5).

Monogamie
‘Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man’ (1Kor. 7:2). Paulus wijst erop dat een leidinggevende slechts de man van één vrouw kan zijn (vs. 2/12). Mijns inziens betekent dit niet dat een ambtsdrager geen single mag zijn of niet gescheiden mag zijn, maar bedoelt Paulus dat polygamie dan wel vrij seksueel verkeer niet passen bij de leiders van een christelijke gemeente. Een ambtsdrager die een partner heeft, dient trouw te zijn, hij heeft een voorbeeldfunctie.
Ik kan mij voorstellen dat bij de lezers van dit blad nu de vraag op komt: Wat betekent dit voor gemeenteleden die niet getrouwd zijn, maar wel een samenlevingscontract of een geregistreerd partnerschap hebben? En kunnen homoseksuele gemeenteleden die in liefde en trouw samenleven ambtsdrager worden? Het lijkt mij dat iedere gemeente hier zelf een afweging in maakt aan wie ze het ambt toevertrouwt en/of wie het vertrouwen van de gemeente heeft.

Goede leraar
Een aantal ambtsdragers zou vermoedelijk afhaken bij het criterium dat een leidinggevende ook een didacticus (vs. 2) moet zijn en nog wel een goede. Ik hoor reacties als ‘mijn Bijbelkennis is te gering’ of ‘ik zou er tegenop zien om voor een groep te staan’ of ‘dominee, u heeft ervoor gestudeerd, dat moet u maar doen.’ Dat Paulus dit noemt, laat zien dat in zijn tijd de ouderlingen ook (bijbel)onderwijs gaven, hetgeen nu vooral de predikanten doen. Het is een voorrecht wanneer je ouderlingen en diakenen hebt die fijngevoelig kunnen luisteren. Het is een zegen wanneer ouderlingen en diakenen in staat zijn naar ouderen en jongeren de essentie van het evangelie over te brengen. Het is genade wanneer deze beide kwalificaties in dezelfde persoon te vinden zijn. Gelukkig hoeven we onze ambtsdragers niet te overvragen, maar mogen we kijken welke gaven ze hebben ontvangen.

Verblind
Het verrast me niet, dat de duivel ook een rol gaat spelen. Maar ik zou hem eerder verwachten bij de verleidingen van het vrije seksuele verkeer (vs. 2) of van het drankgebruik (vs. 3).
Een leidinggevende mag niet pas bekeerd zijn, want hij zou verblind kunnen raken (vs. 6). Het woord verblind treffen we alleen nog in 6 vers 4 en 2 Tim. 3 vers 4 aan. In de context daar duidt het op ‘hoogmoed’ of ‘arrogantie’. Blijkbaar kan iemand die pas tot geloof is gekomen en een leidinggevende functie krijgt, ten prooi vallen aan de duivel. Hoogmoed komt voor de val, waarbij de duivel de lachende derde is, want niets is mooier voor hem dan een ‘gevallen leider’. De ervaring leert dat ook gemeenteleden die zich al lang geleden bekeerde verblind kunnen raken. Sommige (charismatische) persoonlijkheden hebben nogal eens een (narcistische) karakterstructuur die gevoelig is voor aandacht of neigt tot hoogmoed. Zulke ambtsdragers kunnen zorgen voor spanningen in de kerkenraad of in de gemeente, omdat ze vaak niet aanspreekbaar zijn op hun gedrag.
Een criterium voor onze ambtsdragers dient dan ook te zijn: de bereidheid om feedback te durven ontvangen van je mede-ambtsdragers om zo te kunnen groeien in leidinggeven.

Missionair
Een leidinggevende moet buiten de gemeente een goede reputatie hebben (vs. 7). Dat is een interessante invalshoek voor het zoeken van ambtsdragers, juist nu we steeds meer horen over missionair gemeente-zijn. Kijk niet alleen naar wie binnen de kerkelijke gemeente vertrouwen geniet, maar ook naar wie buiten de kerkelijke gemeente vertrouwen geniet. Maar Paulus wijst op iets meer: Als iemand slecht bekend staat bij buitenstaanders dan zal de gemeente hieronder lijden, omdat de Naam van Christus gesmaad zal worden. Ook dan is de duivel weer de lachende derde (vgl. voor de valstrikken ook 6:9 en 2 Tim. 2:26).

Dienstwerk
Wie en hoe kunnen onze ambtsdragers zijn? Ik heb dit gedeelte nog niet met mijn huidige kerkenraad besproken, maar naar aanleiding van deze Bijbelstudie ga ik dat zeker doen. Ik ben wel benieuwd hoe zij tegen deze kwalificaties aankijken en ik ben nog meer benieuwd welke kwalificaties zijzelf zouden noemen die van belang zijn om de gemeente met vreugde te dienen.

G. de Goeijen is predikant van de Hervormde Gemeente Den Ham en lid van de redactie van dit blad. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

                                      


 

  • Raadplegingen: 945