nr6 • 2020 • Redactief
34e jaargang nr. 6 (juli2020)
thema: Zomernummer
Jeroen Hagendijk
Redactief
In mei stond in Het Parool een goed interview met David van der Meulen (34), dominee en pionier in de hoofdstad. Van der Meulen doet zijn werk voor Licht op Zuid (LoZ) tussen de hoge kantoren van de Zuidas, waar succesvolle millennials hun gevecht voeren met een veeleisende milieu en verder veel leegte. ‘En dan komt u ze bekeren’, vraagt de interviewer. ‘Dat is niet mijn diepste drijfveer’, antwoordt Van der Meulen. ‘Ik zie LoZ als een tussenwereld: millennials stappen nu eenmaal geen kerk binnen. Ze willen zich wel ontwikkelen, contact maken met wie ze zijn, de beste versie van zichzelf worden en alles uit het leven halen. Ze zoeken die dingen niet in het geloof, maar kunnen – en dat weten ze vaak niet – wel rijkdom vinden in wat de kerk te bieden heeft.’
Het lijkt me erg moeilijk om voor deze doelgroep iets te betekenen als predikant. In de voorgaande jaargangen zagen we Tim Vreugdenhil en Maarten Vogelaar met een soortgelijke missie bezig. Ook zij in Amsterdam. Wat we eerder bij Vreugdenhil en Vogelaar zagen, zie we opnieuw bij Van der Meulen. Hij haakt aan bij de behoefte van millennials om zichzelf te verrijken, zichzelf te leren kennen, balans te zoeken, of zingeving te vinden. Het gaat om ontdekken van de rijkdom van de kerk.
Maar gaat ‘geloven’ zo niet erg lijken op een zoektocht naar persoonlijke vervulling? En gaat het werk van predikanten zo niet erg lijken op het werk van coaches? Van Ad den Besten is dit lied:
Waarom moest ik uw stem verstaan?
Waarom, Heer, moet ik tot U gaan
zo ongewende paden?
Waarom bracht Gij die onrust mij
in ’t bloed is dat genade?
Het volgende vers wordt nóg ongemakkelijker. ‘Gij maakt mij steeds meer vreemdeling’. Dat is een heel andere toon dan die van ‘jezelf leren kennen’. Wat wil het evangelie dan van ons? Ging de boodschap van de Bijbel vooral om onze bekering tot het koninkrijk of wijst het ons de weg tot ware zelfontplooiing? Over die vraag gaat het eerste thema-artikel van Wim Dekker. Het zal u niet verbazen als Dekker voor het eerste kiest. Inmiddels zijn we over de helft van 2020 heen en een pandemie en een mondiale protestbeweging verder en lijkt bekering inderdaad nog niet zo’n gek woord. Overigens overweegt Dekker om een boek te schrijven over dit onderwerp, dus uw reactie op het artikel is van harte welkom.
De coronacrisis heeft nogal wat impact op ons leven. Ook op de kerk. Piet de Jong schrijft over de kerk onder het juk van de coronacrisis. Maar weinigen lijken het als een juk te ervaren en daarom zoekt hij zijn toevlucht tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland waar men nog wel weet te klagen. Gert de Goeijen bespreekt de pandemie vanuit verschillende invalshoeken en vraagt zich af waarom het virus nauwelijks in verband wordt gebracht met het werk van de boze. Henk Jochemsen grijpt nog even terug op een eerder nummer in onze jaargang, dat ging over genderdysforie. Gerrit van Meijeren schrijft naar aanleiding van Bas Heijne’s Mens/onmens over broederschap bij Van Gennep.
Dan zijn er ten slotte nog de vaste rubrieken, met zeer lezenswaardige kolommen. Desiree Prins-van den Bosch begon aan het genre van de biografie. En voor Gerard den Hertog was de gewichtige taak weggelegd om deze roerige tijden in een kroniek vast te leggen. Hij eindigt met wat ik een oproep tot bekering zou willen noemen. Zo is de cirkel weer rond.
J.J. Hagendijk is predikant van de Hervormde Gemeente Willige Langerak (Schoonhoven) en eindredacteur van Kontekstueel.
Mailadres:
- Raadplegingen: 2000