nr5 • 2020 • Eenheid als dieper liggende waarheid
34e jaargang nr. 5 (mei 2020)
thema: de Geest delen
Geert van Meijeren
Eenheid als dieper liggende waarheid
Johannes 17:21 ‘Laat hen allen één zijn…’
Moet je het wel over spirituele oecumene hebben?[1] Het coronavirus woedt in de wereld en ook in ons land. Je bent wellicht ziek, je hebt een overlijden meegemaakt. Er is bezorgdheid en angst. Er wordt ontzettend hard gewerkt in de ziekenzorg en door de betrokken overheidsinstanties. We zitten veelal binnen en dat kan erg eenzaam zijn of juist veel te druk. Je inkomen is niet vanzelfsprekend. Moet je het wel over spirituele oecumene hebben?
Het thema van deze Kontekstueel, lijkt een voetnoot bij een grote crisis. Maar het opvallende is dat hoewel spirituele oecumene een voetnoot is bij deze crisis, je die oecumene wel ziet gebeuren en deze zich op een of andere manier zelf agendeert.
De overheid heeft ons als burgers de opdracht gegeven social distancing in acht te nemen. We moeten zoveel mogelijk afstand houden, ook in de kerk. Contact kan eigenlijk alleen maar op afstand plaatsvinden via telefoon of andere digitale opties. Ook de kerkdienst is dat lot beschoren zo goed en zo kwaad als dat gaat. Afstand, dat is een van de woorden van deze crisis. Johannes 17 spreekt echter over eenheid en dus diepe verbondenheid. Dat lijken woorden die qua gevoelen diametraal tegenover deze tijd staan.
Maar wat zo lijkt, blijkt vaak gelaagder, complexer en subtieler. Want tegen de achtergrond van afstand houden, zien we ineens ook overal een gevoel van verbondenheid ontstaan. Symbolisch daarvoor klonk You'll never walk alone, op alle radiostations. We klappen voor de zorg. Talloze lokale en landelijke initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond om verbondenheid met elkaar te tonen. Mensen willen boodschappen voor elkaar doen, ze bellen naar elkaar, ze zien vooralsnog extra naar elkaar om. En dat is in de kerk net zo. Hoewel het behelpen is, doen we ons best om elkaar als het kan en met alle beperkingen vast te houden en verbondenheid te tonen.
Eenheid
In deze crisis, tegen de achtergrond van afstand houden ontstaat toch verbondenheid. Niet in de laatste plaats ook over kerkmuren heen. Kerkmuren die afstand betekenen, lijken in deze crisis ineens verdraaid vloeibaar. Ik denk aan de nationale dag van gebed, het klokken luiden elke woensdag, het gezamenlijk bidden van het Onzevader op initiatief van Paus Franciscus. En een paar dagen later heb ik als protestant met ontroering naar diezelfde Paus gekeken, naar zijn meditatie over de storm op het meer en het daaropvolgende speciale urbi et orbi.
Het gebeurt voor onze ogen. Ik herken het in mezelf; spirituele oecumene. Herkenning en verbondenheid. Is het niet zo dat in deze crisis eens te meer blijkt dat eenheid niet zozeer een heuristisch begrip is, iets wat we nog zouden moeten vinden, maar een dieper liggende waarheid? Wij zijn één.
Vandaag zien we bij tijd en wijle een dieper liggende waarheid gebeuren, de Vader en de Zoon zijn één, daarom kunnen wij niet anders dan één zijn. Jezus bidt in Johannes 17: laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn (vers 21).
Dit gebed van Jezus bestaat uit meerdere gebedsintenties. Aan het einde gaat het uitdrukkelijk ook over hen die tot geloof komen door de verkondiging van de discipelen (vers. 20). Jezus richt zich tot een grotere cirkel dan de discipelen alleen, namelijk ook tot hen die door hun getuigenis zullen geloven. Jezus heeft zijn discipelen Gods woord gegeven, en in de wereld gezonden zoals hijzelf gezonden is (vers.18). En nu is ‘hun’ woord dat zij spreken in die wereld het medium dat geloof wekt in een steeds grotere kring door de tijd heen. Jezus bidt: laat die grote kring – wij – één zijn.
Een eenheid die bovendien gekoppeld wordt aan de eenheid van de Vader en de Zoon (vers 21). Hoe moet je dat verstaan? Dat woord eenheid in God, in de gemeenschap van gelovigen, weerklinkt alle kanten op in het evangelie zelf, maar ook door heel de Schrift en in navolging van de Schrift in de dogmatiek. Iets dat met het evangelie van Johannes vaak het geval is. Het is voor nu denk ik vruchtbaar om niet te hoog op te stijgen, maar dichterbij de woorden zelf te blijven. Waaruit bestaat de eenheid van de Vader en de Zoon? Uit liefde (vers 23). De eenheid is de liefde.
Liefde
Jezus maakt de Vader bekend in de reddende liefde tot het einde die Hij toont aan zijn vrienden (Joh. 13:1). Deze liefde tot het einde is ‘het is volbracht’ aan het kruis. In en door dit liefhebben is Jezus verheerlijkt, en de Vader verheerlijkt in hem (Joh. 17:1), zo zijn zij één. En nu worden zijn vrienden en allen die hun getuigenis geloven ‘in’ die eenheid (vers 21), ‘in’ die liefde getrokken, en in Joh. 17 meegenomen en genodigd door Jezus in gebed. Want de liefde aan het kruis is voor hen en de wereld.
Dat ‘in’ roept op wat Jezus zegt over de wijnstok en de ranken: blijf in Mij (Joh. 15:4). Hoe kun je dat ‘in’ nu denken en invoelbaar maken? Eugene Peterson vertaalt op zijn vrije en prachtige wijze in Johannes 15: Make yourselves at home in my love.[2] En in Johannes 17: So they might be one heart and mind with us. Het gaat om thuisraken in de liefde van God in Christus, één van hart en geest raken met de liefde van God in Christus.
‘Thuis’ in de liefde en dus in de eenheid van de Vader en de Zoon vinden gelovigen elkaar in die liefde en vinden daar dan ook eenheid. Daarin kan de wereld de missie van Christus herkennen die gezonden is door de Vader om lief te hebben tot het einde.
Bij het speciale urbi et orbi door Paus Franciscus, voelde ik herkenning en verbondenheid. Natuurlijk is het voor mij als protestant ergens bevreemdend om het sacrament zegenend opgeheven te zien worden, en ook valt daar genoeg over te spreken. Maar daarachter en daaronder herkende ik een thuis, een één van hart en geest in Christus. Volgens mij is dat spirituele oecumene bij uitstek, volgens mij is dat de waarheid van Johannes 17. Dat je hart een thuis herkent met die ander in Gods liefde in Christus voor ons, de liefde tot Hem en dan ineens ook tot elkaar. En die herkenning moeten wij omarmen met vreugde, omdat Jezus erom bidt en het een geschenk is van de Vader.
Barth schrijft over deze verzen: ‘Die Sache (man lese Joh. 17:21-23 Wort für Wort!) fordert nach wie vor unter allen Umständen: unam ecclesiam. Und wenn die Geschichte dem widerspricht, so spricht sie doch nur von der Wirklichkeit, nicht aber die Wahrheit.[3] Barth onderscheidt tussen werkelijkheid en waarheid. De werkelijkheid staat vol van kerkmuren en is getekend door afstand, de dieper liggende waarheid is echter anders.
In de afgelopen tijd hebben wij op momenten waargenomen dat de werkelijkheid zich neigde naar de waarheid. En is het niet onze roeping om een poging te doen in de waarheid te leven?[4]
G.J. van Meijeren is predikant van de Hervormde Gemeente ’s-Gravenland. Mailadres:
[1] In deze meditatie is gebruikt gemaakt van o.a. Francis Moloney, Love in the Gospel of John: An Exegetical, Theological, and Literary Study, Baker Academic 2013.
[2] In zijn vrije vertaling The Message.
[3] Karl Barth, KD IV/1, p.756.
[4] Naar Vaclav Havel.
- Raadplegingen: 1668