nr5 • 2024 • Bijbel zonder kernwoorden
38e jaargang nr. 5 (sept. 2024)
thema: Nazomer-nummer
Martine Oldhoff
Bijbel zonder kernwoorden
Het is alweer tien jaar geleden dat de Bijbel in Gewone Taal (BGT) verscheen. Ondertussen is deze breed in gebruik onder gelovigen. Om mij heen zie ik dat veel jongeren en ouderen de BGT tegenwoordig als ‘standaardbijbel’ gebruiken. Afgelopen catecheseseizoen ontdekte ik wat dat betekent in de praktijk. Wat zijn de voordelen van de BGT en wanneer kun je haar beter terzijde leggen? Hoe moeilijk moeten we doen? Ik neem u mee in mijn ontdekkingsreis in de catechetische praktijk. Daarna volgen enkele bespiegelingen.
Ik herinner mij de geslaagde marketingcampagne nadat de BGT werd uitgebracht. Mensen vertelden wat deze vertaling met hen deed: ‘De woorden komen direct binnen.’ De gebezigde omgangstaal sluit voor veel Nederlanders op het eerste gehoor eenvoudiger aan dan andere Bijbelvertalingen. Dat is ook de reden dat ik zo af en toe de tien geboden bewust uit de Bijbel in gewone taal lees. Het kan een manier zijn om kinderen en jongeren bij de dienst te betrekken. En ook als je vertrouwd bent met een tekst, kan het verfrissend zijn hem eens op een andere wijze te horen.
Er zijn meer situaties waarin de BGT van pas kan komen. Zo zijn Bijbelse woorden of kerkelijke praktijken voor veel Nederlanders vreemde kost. Ze ervaren niet twee maar twintig drempels om mee te kunnen doen in een kerkdienst of een inhoudelijke activiteit van de kerk. Kinderen en ouders die één keer per jaar in de kerk komen met de dienst voor de school, tieners op de openbare school die een Bijbel krijgen van de kerk: de BGT kan goed gebruikt worden in dergelijke missionaire contexten. En wat te denken van kinderen of mensen met een verstandelijke beperking die je als ouder, leerkracht of zondagsschoolleider vertrouwd wil maken met de Bijbel, maar breder wil voorlezen dan de selectie kinderbijbels?
De BGT kan dus zowel missionair als opvoedkundig behulpzaam zijn. Maar waar de BGT begon als een vertaalproject met het oog op mensen die moeite hebben met lezen, kwam zij uiteindelijk veel breder in de markt: ze is voor iedereen die van duidelijke taal houdt. De BGT hanteert bewust een beperkt, ‘gewoon’ vocabulaire en korte zinnen. De vertalers interpreteren beelden en moeilijke teksten en verduidelijken ze.
Verrassingen in de BGT
Afgelopen seizoen besloot ik bij catechese de tieners en jongeren aan de slag te laten gaan met Bijbelse lijnen en begrippen. Alle tieners hadden een BGT en onder de twintigers en dertigers was iets meer variatie. Omdat we nu meer met Bijbelteksten zelf bezig zouden zijn dan met bijvoorbeeld een catechesemethode, vielen de verschillen in de vertalingen ook meer op.
Vol verwachting zei ik: ‘Joop, lees jij Genesis 9 voor.’ Ik dacht: nu gaan we het hebben over belangrijke begrip verbond en we beginnen bij het Noachitische verbond. Vervolgens leest de 14-jarige catechisant voor (vers 9): ‘Nu ga ik een belofte doen aan jullie en aan de mensen die na jullie leven.’ En dan zeg je wat je helemaal niet wil zeggen: ‘O, wacht even… Daar staat niet wat er bij mij staat.’ Ja, het is een belofte en ja, op zich is dit verbond behoorlijk eenzijdig, maar om dat alles uit te kunnen leggen én om straks Bijbels-theologische lijnen te kunnen trekken, is het handig om het begrip verbond ook daadwerkelijk te lezen in de Bijbel.
Wie echter in de BGT naar ‘verbond’ zoekt, vindt het woord slechts één keer. In Exodus 36:33 lees je: ‘Elke middelste dwarsbalk verbond alle planken van een wand. Hij kwam precies over het midden van een wand.’ Het is hier dus een verleden tijd van het Nederlandse werkwoord ‘verbinden’, maar berit (Hebreeuws voor ‘verbond’) is dus woordelijk afwezig in de BGT, zelfs bij de verbondssluiting met Mozes waarbij de tien geboden worden gegeven.
De Naam
Exodus 36:33 gaat over de wanden van de ‘tent’. Dat brengt direct bij een ander voorbeeld. De tabernakel is namelijk een ‘heilige tent voor de Heer’ geworden. En de ‘ark van het verbond’ een (heilige) kist. Je doet er nog net niet je gereedschap in. Tabernakel en kist, moeten we hierover maar niet te moeilijk doen, de jongeren begrijpen tenminste waar het over gaat? Maar de oplettende lezer heeft in de aanduiding ‘tent voor de Heer’ al iets anders opgemerkt: de weergave van het tetragrammaton, Jhwh of Heer(e) in het Nederlands.
En nu gaat het er wat mij betreft wel om spannen. Het leek mij namelijk goed het belang van de Naam te bespreken met de catechisanten. Ik had nog niet eens gedacht aan het Bijbels ABC van Miskotte, waarin mij treft: ‘het woord ‘Naam’ is als het ware de A van het Bijbels abc, de eerste en beslissende lijn in de tekening der Godsgedachten; in het gebouw van de schriftuurlijke woordenschat de hoeksteen, die een wonderlijke draagkracht heeft’ (Uitgeverij Kok, 2016, p. 40). Ik dacht ‘gewoon’ aan het belang van de Naam in de Bijbelse theologie van het Oude Testament, niets hoogdravends. Daartoe zouden wij ‘gewoon’ uit Exodus 3 lezen. En toen bleek er tot mijn grote schrik nog een ander fundamenteel probleem met de BGT: het tetragrammaton wordt niet onderscheidend vertaald(!). Het is ‘Heer’ geworden en soms ‘God’. Maar ‘Heer’ en ‘God’ worden ook voor andere Hebreeuwse (en Griekse) woorden gebruikt als vertaling.
Ondanks dat ook in de Groot Nieuws Bijbel en de Basisbijbel de onderscheidenheid van de Naam wegvalt, had ik híer geen rekening mee gehouden. Ik poogde de jongeren uit te leggen dat Jhwh in het Nederlands in principe met Heer(e) wordt weergegeven, uit respect voor de Naam. Er zijn verschillende namen voor de Allerhoogste. Maar deze naam komt met zo’n 6.800 malen veruit het meeste voor in het Oude Testament. Deze naam is het centrum van het Oude Testament (zie R. Feldmeier en H. Spieckermann, Der Gott der Lebendigen). Dat alles kun je nog steeds uitleggen, maar als de Bijbellezer dat vervolgens niet in zijn of haar bijbel ziet, lijkt de dominee toch vooral heel moeilijk of overdreven studieus te doen. Als het zo belangrijk was, zou het toch wel in mijn bijbel staan? Dat vroegen de jongeren niet, ze grinnikten vooral om mijn toenemende verontwaardiging. Toch geeft zo’n bijbel in hun handen hen de boodschap mee dat dit er niet zo toe doet.
De stronk van David
Nog een laatste voorbeeld uit de weerbarstige praktijk. Rondom Advent lazen we Jesaja 11, dat begint zo: ‘Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de Heer zal op hem rusten’ (vers 1-2a, NBV21). Althans, ik dacht zoiets te horen toen Ron ging voorlezen. Maar in plaats daarvan klonk: ‘Zoals uit een oude, omgehakte boom een kleine, nieuwe tak kan groeien, zo zal uit de oude familie van David een nieuwe koning komen. De geest van God zal in hem zijn.’ Inderdaad, de Naam is volledig weggevallen in de BGT, maar daar gaat het mij nu niet om. Isaï is verdwenen! ‘Nou, het is tenminste wel duidelijk dat het om familie van David gaat’, zei een van de jongeren. Helemaal waar. Maar waarom moest Isaï uit deze tekst gewist worden? We bladeren even naar Matteüs 1:5-6. Daar komen we Isaï toch ook tweemaal tegen? Zoals de BGT duidelijk zegt: ‘Isaï was de vader van koning David.’ Gelukkig zijn er nog kerken met schilderingen en glas-in-loodramen die de moderne mens duidelijk de boom van Jesse (andere naam voor Isaï) kunnen laten zien.
De opkomst en ondergang van de leescultuur
Ironisch genoeg stammen dat soort kostbare kunstzinnige uitingen in kerken uit de tijd dat weinig mensen konden lezen. De beelden en ramen moesten de menigte mensen die zelf niet kon lezen helpen bij de uitleg van wat er in de Bijbel stond. Boeken waren zeer kostbaar, want het waren letterlijk handschriften. De uitvinding en verbreiding van de mechanische boekdrukkunst droeg ook bij aan de geletterdheid, evenals onderwijs en toegang daartoe. Dit opende een wereld aan mogelijkheden en kennis, die nu ook veel breder beschikbaar werd. Hoe passend bij de opkomst van het protestantisme. In de opkomende boekcultuur werd kennis ter beschikking gesteld in boeken. Inmiddels leven wij in een tijdperk dat steeds digitaler wordt. De ‘content-creators’ waar jongeren naar kijken, bieden vooral beeldmateriaal. Brengt onze verknochtheid aan schermen en bewegende beelden ons terug naar de ‘ongeletterde middeleeuwen’? Zo’n uitspaak zou zowel de middeleeuwen als de technologie tekortdoen, maar de ontlezing in Nederland is en blijft zorgwekkend. Daarnaast kan de vraag naar eenvoudige Bijbelvertalingen daar niet los van worden gezien.
Onderzoeken wijzen uit dat Nederlanders steeds minder lezen. Iedere nieuwe generatie leest minder volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (zie A. Wennekers, F. Huysmans, J. de Haan Lees:Tijd: lezen in Nederland, 2018; en https://digitaal.scp.nl/trends-in-mediatijd/media-binnen-tijdsbesteding/). Misschien lezen sommigen jongeren die in de kerk groot worden meer dan hun leeftijdsgenoten, ik heb er geen onderzoeken over gelezen. Hoe dan ook, we leven nu eenmaal in deze zich ontlezende cultuur. Dan zijn we blij als jongeren überhaupt een Bijbel hebben, hem meenemen en eruit lezen. Ze zien letters in plaats van bewegende beelden(!). Daarnaast krijgt een deel van de jongeren thuis ook weinig mee. Zo is de eigen jeugd ook een missionaire doelgroep geworden. En zo zijn er nog meer argumenten om vooral niet te moeilijk te doen over het brede gebruik van de BGT. Toch denk ik dat we op onze hoede moeten zijn voor al te makkelijk rusten bij de versimpeling van alle dingen. Dat is de voortdurende verleiding. Natuurlijk, er zijn altijd jongeren die echt minder weten en lezen moeilijk vinden: die moeten ook mee kunnen. Tegelijkertijd is de gedachte dat kerk en geloof al ‘zwaar’ en ‘vreemd’ zijn voor jongeren en dat alles leuk en luchtig moet zijn om aan te spreken erg heersend en energie- en breinlekkend. We zijn al snel tevreden met de kruimels die er zijn. Tevredenheid is een grote deugd. Maar wat nou als er smaakvol brood op tafel klaarligt?
Ongewone Bijbeltaal
Een fundamenteel probleem met de BGT is nu juist dat de Bijbel heel veel ongewone taal bevat: taal die vreemd voor ons is. Die taal kun je leren. Het helpt ook om je gelovig uit te drukken om deze taal te kennen. Het biedt een andere taal dan de taal van je gevoel, van de markt, van de socials, van de politiek. Als je op een sport gaat, leer je ook jargon. Zo is het in allerlei gebieden in het leven. Waarom leggen we de lat laag als het om het belangrijkste gaat?
Een andere lastigheid met de BGT is dat zij suggereert dat de Bijbel meestal duidelijk is. Zo wordt de Bijbellezer onbewust nog sterker op zichzelf teruggeworpen. De nietsvermoedende lezer weet echter niet dat in die duidelijkheid (soms vergaande) interpretatiekeuzes zijn gemaakt. Moeilijkheid kan ook aanzetten tot het stellen van vragen en bewust maken van het belang van hermeneutiek en leraren.
Startbijbel
In de kast vond ik nog een oude Startbijbel van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Een dik boek met een selectie Bijbelteksten en voorzien van illustraties van Anjo Mutsaars. De eerste druk was in 1994 en de doelgroep was kinderen uit de hoogste groepen van de basisschool. Het blijkt dat de Bijbel in Gewone taal een voortzetting wil zijn van de Startbijbel. Toch is de Startbijbel lang niet zo eenvoudig als de BGT. In de inleiding van de zevende druk in 1996 leest men: ‘De vertalers hebben zo duidelijk mogelijk vertaald wat er in die oude, vreemde talen staat. Toch staan er nog wel moeilijke woorden in. De betekenis daarvan kun je opzoeken in de woordenlijst, achterin dit boek.’ Achterin vind je woorden als tabernakel, verbond, koninkrijk van God, enzovoort. Ook daar is Jhwh overigens niet onderscheidend vertaald. De nieuwe Startbijbel (2018) bevat nu de verdergaande versimpeling in de vorm van de Bijbel in Gewone Taal.
Taal doet ertoe
De BGT is een geschenk voor mensen die er baat bij hebben. Deze vertaling is in haar eenvoud, directheid en brede toegankelijkheid zeer geslaagd. Misschien wel iets te geslaagd. Ze past goed in de trend van ontlezing en ontkerkelijking in Nederland. Toch is het omarmen van alledaagse taal in de kerk en daarbuiten niet zonder gevolgen. Inhoud en vorm gaan samen. Met de BGT als uitgangspunt in de kerkelijke praktijk kan een deel van de inhoud van de Bijbel in de vergetelheid raken. Ik denk aan iemand wiens moedertaal Nederlands is en die zich als beginnend leerling wil uitdrukken in het Engels of Frans: dat kan niet met zoveel finesse als in de moedertaal. Natuurlijk is het Nederlands in een Bijbelvertaling al een vertaling van het Hebreeuws en Grieks, maar als het vocabulaire dan wordt teruggesnoeid tot Nederlands op beginnersniveau, gaat er hoe dan ook betekenis verloren. Taal doet ertoe en Bijbelse taal dus ook. Laat wie een beetje leren kan de vreugde van het leren en de Bijbelse taal ontdekken. Volgend seizoen twee bijbels mee?
De namen van catechisanten zijn gefingeerd.
Dr. M.C.L. Oldhoff is predikant in de protestantse gemeente te Mijnsheerenland en redactielid van Kontekstueel.
Mailadres:
- Raadplegingen: 90