Skip to main content

reactie op de Lezersdag 2009

Reactie van ds. H.O. Molenaar

Heelsum, maart 2009

Waar zit dan toch het lek?

Met bovengaande titel sluit ik aan bij een opmerking uit de lezing van dr. Arjan Plaisier, gehouden op de 24e januari jl in Utrecht.

Wat mij in deze en de andere gehouden lezing opviel, was dat men uitging van het zichtbare, waarneembare instituut kerk. Maar zouden we, willen we speuren naar het lek, de reden waarom de terugloop van de kerk in Nederland en Europa zo snel verloopt, niet de vraag moeten stellen wat de kerk in haar wezen is?
Is de kerk dan niet meer dan de optelsom van onze instituten, welke gereformeerde of evangelische naam ze ook mogen hebben?
Is de kerk niet van boven geboren? Geboren uit der Geest, de tweede Eva uit de tweede Adam, Zijn bruid?
Haar bestemming ligt ook boven, in de hemel: te komen tot volmaaktheid, tot de bruiloft van het Lam. Haar geschiedenis bepaalt de wereldgeschiedenis.
De kerk is naar het bekende beeld: Lichaam van Christus, geregeerd van boven, vanuit haar Hoofd, bijeengehouden door de dienst van al haar geledingen, waarin God de leden van het lichaam hun plaats aanwijst waar Hij heeft gewild.
Ons natuurlijk lichaam is één organisch geheel, wat uitdrukt wat het hoofd wil. Maar zo functioneert het toch ook geestelijk in de kerk? Hij in ons en wij in Hem. De kerk is in Christus één organisch geheel. We zijn in Hem met elkaar verbonden met als doel Hem te openbaren.
Als ik mijn lichaam in tien delen hak, zit er niet veel leven meer in. Waarom zijn we dan zo verbaasd dat het leven uit het lichaam van Christus wijkt?

In de tweede plaats. Als het waar is dat de kerk naar haar diepste wezen van boven is, dan wekt het mijn verwondering dat wij altijd van beneden naar boven denken. Als predikant hoor ik vaak opmerken: “Ik voel mij ergens thuis” of “wij” moeten proberen de eenheid gestalte te geven. Maar wie vraagt ooit hoe Christus Zijn eigen  lichaam zou willen hebben? In de Bijbel lees ik meerdere keren hoe de Here God uitdrukkelijk aangeeft hoe Zijn huis gebouwd moet worden, hoe Hij benaderd wil worden. Wat doen wij met de hoofdstukken uit Exodus, waarin het gaat over de exacte bouw van de tabernakel? Of zo’n hoofdstuk als Hebreeën 12:18-28?
Ook geeft God aanwijzingen hoe Mozes Hem moest naderen. Dat geldt toch ook voor ons? Maar wie stelt de vraag hoe God Zijn geestelijke tempel nu hebben wil? Wie verwacht antwoord?

In de derde plaats horen we in het hogepriesterlijk gebed Jezus bidden:”Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U mij hebt gezonden”. Nu is over dat begrip “eenheid” al veel gedacht en geschreven: we hebben een pluriforme kerk, de kleurverschillen zijn juist goed.
Toch beleef ik dat soort geluiden als een ontsnapping. Als ik zie dat mijn voetbalteam geen eenheid is, kijk ik er niet van op wanneer de ploeg verliest. Als man en vrouw in liefde geen eenheid meer vormen  betekent dat de dood voor hun huwelijk. Voor ieder volkomen duidelijk.
Nu weten we allemaal wel dat die kerkelijke verdeeldheid niet goed is. Ik wens ook niemand te oordelen die hard gewerkt heeft de Protestantse Kerk in Nederland te laten ontstaan. Wie ben ik? Ik heb het dan ook niet over oprecht gelovige medechristenen maar over kerkmuren, instituten, die het ene lichaam van Christus verdeeld houden.
Naast de Protestantse Kerk bevinden zich talloze andere denominaties. Is die verdeeldheid uit God of uit de mens? Ik denk dat we allemaal zullen zeggen: uit de mens, van beneden. Dan moeten we de lijn doortrekken, dan zijn onze kerken en groepen met hun zelfbedachte namen even zo vele torens van Babel, opgericht van beneden naar boven. Met daarbij horend de Babylonische spraakverwarring. De ellende is dat wij generaties lang aan de verdeeldheid gewend zijn geraakt. Als we er al over nadenken voelen we ons intens machteloos.
Maar zijn al onze kerken dan geen zelf uitgehouwen bakken, die het water van de Geest niet kunnen houden? Moeten we dan niet de woorden van de profeet eigen maken: “mijn lichaam is ziek van de hoofdschedel af  tot aan de voetzool toe?”
Terecht wat dr. Plaisier zei: de oordelen van God slaan door ons heen.

Waar zit dan toch het lek? In de verdeeldheid? Zeker, maar dat wisten we wel. Toch denk ik dat het dieper zit. Ik benoem het maar als onze blindheid. Onze nood is dat wij niet meer zien hoe Christus Zijn ene organische lichaam bedoeld heeft. Dat door de verdeeldheid de wereld niet meer tot geloof kan komen. Dat daardoor Christus, het Hoofd, niet meer in Zijn eigen lichaam op aarde kan openbaren Wie Hij is. Daarom wordt de versplintering erger en lekt het geestelijk leven weg. Er is nogal verschil zijn tussen:”ik voel me daar thuis”en “de Geest geeft elk lid de plaats, die hij gewild heeft”. Daarvoor moeten we voor Hem op de knieën. Elke morgen bijvoorbeeld het boetegebed uit Daniël 9 bidden.

Maar tegelijk is onze ootmoed een poort. Dan mogen we vragen aan God hoe Hij het  nu wel bedoeld heeft. Of Hij ons openbaren wil wat naar de mening van de Geest is. Hoe Zijn lichaam tot de zichtbare eenheid komen kan. “Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest!” Dan moeten we wel durven geloven dat het antwoord er is. “Merk op, mijn ziel, welk antwoord God u geeft”, zong ik vroeger. Wij dienen toch een levende Heer, die spreken wil?