Skip to main content

31e jaargang nr. 5 (mei 2017)
thema: Sola scriptura, maar welke scriptura?

G.C. den Hertog
Het volk heeft gesproken
Kroniek

Wanneer ik deze kroniek schrijf liggen de verkiezingen al weer twee weken achter ons en is de informatie gaande. En we hebben voorzichtig onze ingehouden adem laten ontsnappen – gelukkig, de PVV is niet de grootste partij geworden. Het betekent dat we niet een heel circus zullen moeten doorlopen met een verkenner vanuit de PVV - een Wilders die de post van premier voor zich opeist.
Hij mobiliseert niet, moord en brand schreeuwend, het land, wanneer blijkt dat niemand met hem in zee wil. Waarom heeft Wilders het niet gered? Is het het (anti-)Trumpeffect? Of moeten we president Erdogan maar eens in de bloemetjes zetten? Wie het weet mag het zeggen, maar het volk heeft gesproken en Geert Wilders is niet verder gekomen dan twintig zetels. Alleen maar hoera dus?

Populisme
Nee, zo ver ben ik niet. En in een Kroniek moet je net iets verder kijken dan de ‘waan van de dag’. Daar lijkt me trouwens ook wel reden toe. Van alle kanten klinkt het opgelucht dat het populisme niet gewonnen heeft, maar is dat ook zo? Nee, de PVV is niet de grootste partij in de Tweede Kamer, en Jan Roos met zijn VNL en Jan Dijkgraaf van GeenPeil zijn niet in de kamer gekomen. Dat zouden hooguit ‘keetschoppers’ op de achterste rij zijn geworden, maar goed, wat heb je aan die ongein?! Jan Roos heb ik eigenlijk wel genoeg gezien rond het Oekraïne-referen­dum, iets dat wat mij betreft niet voor herhaling vatbaar is. Aan GeenPeil zou ik me misschien weinig hebben hoeven ergeren, want die spiegelde ons toch zoiets voor als de introductie van een soort zelfrijdende auto voor Tweede Kamerleden: als de partijleden op een bepaald onderwerp die kant uit willen, dan registreert een website ergens wat de leden willen en een soort Tweede-Kamer-routeplanner voert het uit. Er hoeft in elk geval geen politieke weging meer tussen te zitten – heeft het volk gesproken, dan stemmen we gewoon daar­voor. 
Maar VNL en GeenPeil hebben het niet gehaald. Heeft het populisme dus niet gewonnen? Het lijkt me dat het ervan afhangt wat je eronder verstaat. Even googelen levert op dat populisme een verzamelnaam is voor politieke bewegingen die zich afzetten tegen de gevestigde orde. Het gaat ervan uit dat een corrupte elite de gewone hardwerkende burger tekort doet en onderdrukt. ‘Rechtse’ populisten zijn vaak nationalistisch, ‘linkse’ populisten min of meer socialistisch. Wat ze dan weer gemeen hebben is dat ze er vast van overtuigd zijn dat ze de stem van het ‘volk’ vertolken en ervoor opkomen dat de zo lang onderdrukte rechten van dat ‘volk’ nu ‘eindelijk’ weer eens gelden. En de minderheden? Ja, die moeten even dimmen. Bevalt hun dat niet, welk woord was er ook weer voor, o ja, dan maar ‘oppleuren’.
Nee, de onverbloemd populistische partijen hebben het niet voor het zeggen gekregen in Nederland, maar sommige politici van andere partijen zijn wel erg ver gegaan om dat te voorkómen, in hun opvattingen en taalgebruik. Tot en met: ‘als je niet normaal kunt doen, mag je oppleuren’.

Waar komt de boosheid vandaan?
Net als iedere betrokken burger houdt mij de vraag bezig waar het allemaal vandaan komt. Nee, ik ga geen analyse ten beste geven, maar ik vertel gewoon maar wat. Om te beginnen, toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw predikant werd in Leiden, heb ik van dichtbij gezien wat de multiculturele samenleving óók met zich meebracht. Een hoogbejaarde dame uit mijn gemeente, met een zwak hart, wonend in een troosteloze jaren zestig flat, model Bijlmermeer, kreeg Turkse onderburen. Mensen die hun cultuur meebrachten, inclusief slacht en bijbehorende geuroverlast. Deze oude dame kon geen kant op met haar zwakke hart en benauwdheid. Ze zat letterlijk met haar neus bovenop wat er op het balkon onder haar hing. Ze zei er nooit veel van tegen me, en ze is geen boze witte man geworden. Maar ik dacht toen: laten ze uit Wassenaar even een paar weken woningruil met haar doen. Dan hoor ik ze graag weer.
Of dat gezin, moeder en dochter, die van een uitkering moesten rondkomen. Ook in een flat, een mooie dit keer, gebouwd in de jaren vijftig, op menselijke maat, drie hoog. Toen kwam een Indonesische dame op de onderste verdieping wonen en startte een afhaalrestaurant aan huis. ’s Morgens om vier uur begonnen de voorbereidingen. Een penetrante lucht van oosterse specerijen, die in het trappenhuis omhoog kroop en die je met geen mogelijkheid weg kreeg. Je ontbijt smaakte niet, als het middag was, had je al geen trek meer, zo werkte dat. Kregen ze ruzie? Welnee. Het was een schat van een Indonesische dame. Maar die lucht... Het was ruim vóór Paul Scheffers ‘Het multiculturele drama’, maar ik voelde het toen al aankomen.
De mensen vroegen aan mij, de ‘nieuwe dominee’, of ik wel een beetje naar de zin woonde. Ik mompelde wat, voelde me er vooral erg ongemakkelijk bij dat ze het vroegen. We woonden in een kast van een pastorie in een fraaie jaren dertig wijk, met vrij uitzicht. Alleen maar ‘ons soort mensen’ naast ons en in de buurt. Net als in Wassenaar. Het was dat ik dominee was en op die twee adressen en nog een paar meer in de gemeente kwam, want anders weet ik niet of ik het wel had gezien ...
Inmiddels is er een ‘boze witte man’ opgestaan. Heeft die gelijk met zijn klacht dat de ‘elite’ hem niet gezien heeft en gewoon langs hem heen de dingen heeft bedisseld? Nu, laten we vaststellen dat hij een punt heeft. En ook dat diezelfde ‘boze witte man’ het in de crisis van de afgelopen jaren niet breed heeft ge­had, en dat zijn AH Bonuskaart toch iets minder opleverde dan de bonussen in de bankenwereld en het bedrijfsleven. Ik zou heel graag eens iemand willen ontmoeten die niet snapt dat mensen daar boos van worden.
Waar is het populisme vandaan gekomen, was de vraag. Nu, ik denk dat ik er iets van begrijp. Ik snap dat je met je boosheid over de bonuscultuur bij de SP terechtkomt, en ik snap ook dat als Geert Wilders daar wat thema’s wegsnoept – met als gevolg dat men hem in de VVD ook nog als ‘knetterlink­s’ kan afserveren – de ‘boze witte man’ de overstap van SP naar PVV maakt. Want die benoemt tenminste ook zijn nieuwe bron van boosheid, de Islam...

‘Boze mannen’
Ik zie nogal wat ‘boze mannen’. Over de ‘witten’ onder hen heb ik het al even gehad. Zij zijn het die populistisch stemmen, puur uit protest of ook uit overtuiging. Ik hoor diverse mensen, onder wie ook heel verstandige en goede kenners van de geschiedenis, roepen dat de jaren dertig terugkomen. Parallellen zijn er. Nadruk op ‘eigen volk’, crisis van de democratie (‘nepparlement’), ‘leiders’ die vooral boosheid en onwellevendheid uitstralen en schelden, en zo nog wat meer. Maar ik zie ook verschil, er zijn geen SA-achtige knokploegen en Geert Wilders kon mevrouw Khadija Arib royaal feliciteren met haar herverkiezing als voorzitter van de Tweede Kamer.
Die andere ‘boze mannen’, meestal afkomstig uit het Midden-Oosten, baren ons allemaal meer zorgen. Op 22 maart heeft Khalid Masood, een man van tweeënvijftig jaar, getrouwd, drie kinderen, een aanslag gepleegd. Was hij een radicale moslim? Nu, net als vele andere zelfmoordterroristen had hij een fors strafblad. Op zijn negentiende werd hij veroordeeld wegens vandalisme. In 2003 – hij loopt dan al tegen de veertig – steekt hij een andere man in het gezicht en draait voor een paar jaar de cel in. Verder had Masood nog wat veroordelingen op zijn naam staan wegens zware mishandeling en verstoring van de openbare orde. Hij was geen trouw moskeebezoeker. De drieëntwintigjarige Tunesiër Anis Amri die in december dood en verderf zaaide op de Berlijnse Kerstmarkt was ook geen levenslange ijveraar voor de Islam. In zijn geboorteland was hij al bij verstek tot vijf jaar veroordeeld wegens diefstal met geweld, en ook hij liep de deur van de moskee niet plat.
Wat is er in die mannen omgegaan? Wat heeft Khalid Masood zo boos gemaakt dat hij zijn vrouw en kinderen heeft achtergelaten en in de auto is gestapt, om onder meer een andere moeder die haar kinderen uit school ging ophalen dood te rijden en vervolgens een agent fatale messteken toe te brengen?
Van vorige zelfmoordterroristen heb ik wel begrepen dat ze tot een paar weken of hooguit maanden vóór hun daad nog een westerse levensstijl leidden, met alcohol en drugs, met modern-westerse seksuele levensstijl, om vervolgens via het internet een eigen vorm van Islam in elkaar te knutselen. Zij zullen het zelf een ontdekking noemen, maar hun krachtdadige bekering riekt wel erg naar een vlucht-naar-boven, naar een poging je woede te rechtvaardigen en op iets moois te laten uitlopen.
Vraag is dus: wat heeft de Islam voor Anis Amri, Khalid Masood en al die anderen echt ingehouden? Heeft het er misschien even weinig mee te maken als Wilders’ uitleg van de ‘joods-christelijke traditie’ met de boodschap van Oude en Nieuwe Testament? Is het wel de Islam, of vooral woede over niet gezien worden, geschoffeerd en miskend worden? Woede die hier ontstaat en vlam vat, omdat ze zich hebben aangepast aan de westerse samenleving en ontdekt dat die inmiddels leeg is en weinig gastvrij. Dan lijken de twee ‘boze mannen’, de één wit, de ander wat donkerder getint, meer op elkaar dan ze misschien denken en waar willen hebben. Ik kom erop terug, maar eerst iets anders.

Voltooid leven
Het lijkt een heel ander onderwerp: de discussie rond ‘voltooid leven’. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Het gaat wel hard in ons land, en het wordt ook hard – in de zin van: triomfantelijk – gespeeld. Ooit hadden we een euthanasiediscussie die zich richtte op de vraag of een arts onder bepaalde strikte voorwaarden het leven van een ondraaglijk lijdende zieke mocht beëindigen óf dat het onder alle omstandigheden beslist en compromisloos afgewezen moest worden. De discussie was in die beginfase erg formeel en rigide, maar de hakken gingen diep de grond in. Dat is nu in elk geval anders. De strijd is gestreden, de mens is autonoom, baas over eigen leven – en over eigen dood. Dat opkomen voor een recht dat, wanneer jij jouw leven als ‘voltooid’ ervaart, inhoudt dat je het hele leven een slag draait, dat lijkt niet bij de pleitbezorgers op te komen. Leven is niet langer: jij bent er, en we doen één ding niet: jou ook maar de mogelijkheid te geven om te denken dat je ons tot last bent geworden. Leven is geworden: wat maak ik ervan, en dan dus ook: wat zit er niet meer in voor mij? Het criterium is: hoe voel ik het aan? Als dit levensgevoel doorsijpelt in alle hoeken en kieren van onze samenleving zou de volksziekte van onze tijd, eenzaamheid, wel eens de vorm van ondraaglijk lijden kunnen aannemen. We hoeven alleen maar Vonne van der Meer, Winter in Gloster Huis, te lezen, om te vermoeden wat er op het spel staat.
En de dood? Daar hebben we het niet over. Je hoeft er ook niet mee in het reine te komen. Het is eenvoudigweg het moment waarop alles ophoudt. Dan hoef je er dus ook niet over te denken. Dat de dood misschien over je komt, zoals geboorte je overkomt, dat wil er niet in, want het zou betekenen dat je het basale dogma van leven-in-eigen-hand van een vraagteken voorziet. We hoeven als moderne mensen niets over de dood heen, we hebben ons deel al gehad. Dat hebben de islamitische zelfmoordterroristen net even anders: ze delen de minachting voor de dood, maar ze hebben hier nu juist te weinig gehad, en rekenen erop dat er een rekening vereffend wordt. Maar ook daar – de beslissing is jouw beslissing, en je vrouw en kinderen redden zich maar met hun verdriet en zorgen.
We lijken veel meer op elkaar dan we waar willen hebben, in onze leegte en boosheid, over wat ons niet ten deel is gevallen of ontnomen werd.

‘Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen’
In Filippenzen 4:4 schrijft Paulus: ‘Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen.’ Hij laat er ook iets op volgen: ‘De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.’
Er wordt veel gezegd en geschreven over de ontkerkelijking en ontkerstening van onze westerse samenleving. Het is natuurlijk niet aan twijfel onderhevig dat de adem van de Geest over onze contreien is gegaan. Kloosters en oude kerken met hoge torens zijn er de verwijzingen naar. Als ik ze zie denk ik aan wat er ooit gebeurde, wat mensen er gehoord en gevonden hebben. Jazeker, er kwam ook vlees en wereld bij. En misschien was het dat wel voornamelijk en heeft het veel bedorven. Maar het was niet alles. Er waren in en rond die gebouwen mensen die door het Woord werden geoordeeld en vrijgesproken, opgericht – om hun weg met een getroost hart te vervolgen.
Dat kun je niet bewaren, en ook niet terughalen of restaureren. Het komt er op aan, dat er mensen zijn – en dat wij die mensen zijn – die niet ‘bezorgd’ zijn, dat is: er met zichzelf en de eigen menselijke mogelijkheden uit zien te komen. Het komt er vandaag op aan, weer te leven onder een open hemel, waar Christus is, aan de rechterhand van zijn hemelse Vader. Hij is als Hoofd over alles gegeven aan de gemeente die zijn lichaam is (Ef. 1:21v). De machten en krachten die de samenleving aansturen – ze hebben niet het laatste woord. Christus heeft alle macht in hemel en op aarde, dáárom hoeven we ons niet op te sluiten in onszelf, eigen volk, eigen gelijk, maar de ander open tegemoet treden.
De politiek weet hier niet van. Dat kan ze ook niet – politiek is niet een iemand, maar een proces. Een geestelijk proces, mensen zijn met elkaar in gesprek, maar een proces. Wat voor regering er komt? Ik weet het niet. Maar waar onze westerse wereld behoefte aan heeft, zijn mensen van wie geldt dat men ze kent als ‘vriendelijke mensen’. Tegen de boosheid is geen kruid gewassen. Maar deze wereld schreeuwt om een gemeente, bij wie ‘de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, hun hart en gedachten bewaart in Christus Jezus.’

Dr. G.C. den Hertog is emeritus hoogleraar systematische theologie aan de TUA. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.



  • Hits: 4130