Skip to main content

30e jaargang nr. 6 (juli 2016)
thema: Vluchtelingen

D.J. Couvée
Overwin de angst voor het vreemde door gastvrijheid

Er zijn, volgens mij, voor de meeste van onze Europese samenlevingen, ook de Nederlandse, de komende tien jaar twee grote vraagstukken, die beide om het overwinnen van onze angst voor het vreemde draaien. Het antwoord erop is in beide gevallen: het leren en beoefenen van de kunst van de gastvrijheid. Die twee vraagstukken zijn twee kanten van een en dezelfde medaille, die globalisering of mondialisering heet.
Het vraagstuk van migratie en diversiteit, dat tot angst voor het vreemde leidt op internationaal niveau. Doordat vluchtelingen, of we dat nu willen of niet, op grote schaal hun heil zoeken, ook in de Europese landen. En het vraagstuk van armoede en sociale uitsluiting, dat ook tot angst voor het vreemde leidt, maar dan op nationaal en lokaal niveau. Doordat een inmiddels fors deel van de hier geboren mensen, meestal ouder, blank en lager opgeleid, het vaak terechte gevoel heeft, dat zij zelf tot vreemdeling zijn geworden in eigen land: wie zij zijn en wat zij kunnen bijdragen doet er in de ogen van de dominante, meestal hoger opgeleide groep niet of nauwelijks meer toe. Het is van het grootste belang bij wat ons als samenlevingen voor de toekomst te doen staat, dat die twee vormen van omgaan met de vreemdeling, met het vreemde, parallel worden opgelost en niet tegen elkaar uitgespeeld. Gastvrijheid vormt het hart van het antwoord daarop, op de lange termijn.

“Heb hen lief als jezelf”
Wie de bijbel leest en kent, weet, dat ook daar volop de vraag aan de orde is hoe om te gaan met de vreemdeling. Onder de mensen in het Oude en Nieuwe Testament komen we dezelfde angst en reserve tegenover vreemdelingen tegen als in de samenlevingen van nu, ook de Nederlandse. Zo besloot kort geleden de gemeenteraad van Geldermalsen, na het uit de hand gelopen protest daar en na rijp beraad, dat er bij gebrek aan draagvlak voor (de opvang van) vluchtelingen in Geldermalsen geen plaats is. In het Oude Testament vind je ook allerlei voorbeelden van de gedachte van eigen volk eerst. En toch, de uiteindelijke bijbelse rode draad is een andere. Die geeft iets aan van een tegenbeweging van gastvrijheid, die een begaanbare weg wijst uit de dilemma’s en vraagstukken rond de aanwezigheid van vreemdelingen. Kern is, denk ik, dat het gebod van de liefde niet beperkt blijft tot de eigen groep, maar zich juist ook uitstrekt tot de vreemdeling. Het begint uiteraard allemaal in en met het gebod om God, bron van alles wat leeft, lief te hebben: “met heel je hart, met heel je ziel en met al je kracht“, zegt Deuteronomium 6:5. En met het spiegelbeeld daarvan richting elkaar als mensen: “Heb je naaste lief als jezelf”, zoals in Leviticus 19:18. Maar het gebod om de naaste lief te hebben wordt in Leviticus 19:34 ook nog eens uitdrukkelijk doorgetrokken richting de vreemdelingen: “Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf”.

Wij zijn zelf vreemdeling
Waarom deze geboden als rode bijbelse draad? Want je kunt mensen gebieden tot je een ons weegt, als geboden niet op de een of andere manier aansluiten bij hoe mensen zijn en doen, resoneren in hun menselijke aard en vermogens, blijven het vooral holle frasen. De sleutel ligt naar mijn idee in de zin die volgt in Leviticus 19:34 en die op vergelijkbare manier op vele andere plaatsen in het Oude Testament is te vinden: “Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte”. Dus, niet alleen ‘zij’ zijn vreemdeling, maar ook ‘wij’. Voor mij spelen daarin twee fundamentele bijbelse noties een rol. De eerste is, dat ons menselijk bestaan nooit een gegarandeerd zekere zaak is of kan worden. Wie wij zijn of wat wij in het leven hebben bereikt, beiden geven ons niet een status van onoverwinnelijkheid, onaantastbaarheid of ontoegankelijkheid. Wie in de Pauluskerk komt en de mensen daar ontmoet weet al snel: dakloos worden, in de schulden raken, moeten vluchten voor oorlog en geweld, het zou ook mij zomaar kunnen overkomen. Zoals ook voor de Israëlieten van toen de rollen waren gewisseld: van uitgebuite slaaf en zwervende vluchteling naar vaste bewoners van een land. Samenlevingen, verworven posities, zijn dus – bijbels gesproken – nooit forten, die verdedigd moeten worden tegen buitenstaanders.

Het vreemde zit vooral in mijzelf
De tweede notie heeft daarmee te maken. Het vermogen van de ene mens om zich te verplaatsen in de persoon en de situatie van een andere mens. Niet eenvoudig, maar wel degelijk te ontwikkelen. In het Nieuwe Testament speelt juist dat vermogen bij Jezus een doorslaggevende rol als een uitweg uit de dilemma’s van het vreemde. En voor Jezus zijn ‘vreemden’ niet alleen vluchtelingen, maar vooral ook de ‘eigen mensen in de marge van zijn samenleving en godsdienst. Als hij zijn bijbel terugbrengt tot de kern zegt hij: “Behandel anderen dus steeds zoals jij zou willen dat ze jullie behandelen” (Mt. 7:12). Jezus is dus eigenlijk niet erg geïnteresseerd in de vraag naar ‘eigen’ of ‘vreemd’, wie er wel bij zou horen en wie niet, volgens de goegemeente. Iedereen doet ertoe in zijn ogen, bij uitstek de mensen die door de samenleving worden gezien als buitenstaander of vreemd. Ook in de gelijkenis van de vader en de twee zonen (Luk. 15:11 e.v.) speelt dat punt van het je verplaatsen in een ander, van empathie, zo u wilt. De jongste zoon heeft het er met het geld van zijn vader flink van genomen en wordt door zijn vader niettemin gastvrij wordt onthaald op een feestmaal. Dat tot grote woede van de oudste zoon, die altijd thuis is gebleven en plichtsgetrouw zijn werk heeft gedaan. In zijn ogen heeft hij altijd aan de goede kant gestaan, in tegenstelling tot zijn broer. Met zijn buitensporige, ‘vreemde’ gedrag gooit de jongste zoon de rust en zekerheid van zijn broer omver. Zoals ook nu de komst van vluchtelingen de rust en zekerheid van mensen in onze samenleving omver gooien. Ook in de gelijkenis is dus de vraag aan de orde naar je vermogen je in een ‘vreemde’ ander te verplaatsen: ben ik werkelijk zoveel beter dan een ander, is het leven in Nederland waarvan ik denk, dat het veel beter en meer waard is dan dat van ‘daar’, werkelijk zoveel beter of anders dan van de mensen die naar Europa vluchten? Het is precies die bijbelse confrontatie met mijzelf en met mijn eigen waarden en normen, die mij de afgelopen jaren in de ontmoeting met zoveel ‘vreemden’ van elders en uit eigen land in de Pauluskerk is overkomen. Die mij meer dan ooit tevoren heeft geleerd, dat mensen in de kern niet zo heel veel van elkaar verschillen. Op de een of andere manier zoeken wij mensen allemaal erkenning van wie wij zijn en wat wij kunnen bijdragen. Volgens mij is dat ook precies het punt van het bijbelse gebod tot liefde. Die confrontatie heeft mij ook geleerd, dat dat oude bijbelse gebod geen overspannen eisen aan mensen stelt. Het is echt goed mogelijk om van mensen – vluchtelingen, daklozen, verslaafden, moeilijk handelbare mensen, mensen behorend tot een seksuele minderheid - te houden of hen in ieder geval te erkennen en te waarderen, hoe ‘vreemd’ zij op het eerste gezicht ook mochten zijn. De angst voor het vreemde zat en zit vooral in mijzelf, niet zozeer in hen.

Gastvrijheid = barmhartigheid èn gerechtigheid
Vanuit die bijbelse basisnoties proberen we in de Pauluskerk naast ‘vreemden’ te staan. Dat geldt voor de ‘vreemden’ van elders, vluchtelingen vanuit zo’n zeventig, tachtig landen op aarde, maar ook voor de ‘vreemden’ in eigen land. Het gaat daarbij om een dubbele inzet, die voor mij onlosmakelijk verbonden is met het zijn van kerk. Om barmhartigheid. Dat wil zeggen: het lenigen van de nood van mensen, wie zij ook zijn en waar zij ook vandaan komen, in individuele gevallen. Het gaat ook om gerechtigheid. Lees: het doen veranderen van wetten en regels, die maken dat dezelfde mensen steeds aan de verkeerde kant van de maatschappelijke streep zitten en blijven zitten. Vanuit de ervaringen en de praktijk van de Pauluskerk proberen we dat langs drie lijnen.

Helpen waar geen andere helper is
De Pauluskerk is en blijft een sociaal, maatschappelijk en medisch vangnet. Vangnet voor die groeiende groep van mensen, die het op eigen kracht niet meer redden, omdat de vangnetten van overheidswege worden afgebouwd of wegbezuinigd: dak- en thuislozen, verslaafden, jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met schulden, zzp’ers, maar ook vluchtelingen, asielzoekers, mensen zonder verblijfspapieren. Elk mens heeft recht op een minimum van bestaan, op Bed-Bad-Brood. Dat basisrecht wordt in Nederland niet meer onverkort gegarandeerd. In de eerste plaats van groot belang voor de betrokken mensen zelf. Gastvrij betekent: wie je ook bent, je kunt erop vertrouwen, je wordt niet in de steek gelaten (sociaal en medisch) en je waardigheid als mens wordt erkend, als het fout gaat. Maar er is nog iets van belang. Wie met deze mensen omgaat en leert zich in hun situatie te verplaatsen, gaat de samenleving zien van onderop. Hoe die eruit ziet, maar dan vanuit hun ogen en oren, dat is essentieel. Dat er mensen zijn, samen met de mensen in kwestie zelf, die begrijpen wat het is om arm, uitgesloten, vreemd, ‘loser’ te zijn. Die begrijpen, dat armoede en uitsluiting meestal niet gewoon jouw lot zijn of jouw noodlot. Maar het gevolg van beslissingen van andere mensen - de dominante groep -, die bewust of onbewust weigeren minder goed bedeelden te laten delen in de samen gebouwde welvaart en rijkdom. Leren kijken van onderop en die kijk van onderop tot voorwerp van bespreking, beïnvloeding, verzet en verandering maken in onze samenlevingen, dat kan helpen onze angst voor het vreemde en de vreemdeling te overwinnen. Dat is in ieder geval onze ervaring.

Casus: vreemdelingen in de Beverwaard
Er is vooral in de politiek, maar ook in de samenleving als geheel sprake van een gesprek tussen doven. Een gesprek dat dus geen gesprek is. Ook daar een kloof tussen ‘vreemden’. De mensen die de voordelen genieten van migratie en globalisering en de mensen die dat vrijwel niet doen en vooral de nadelen ondervinden. Meestal lager opgeleid, blank, hier geboren. Zie de prachtige documentaire 2KM2 over Rotterdam-Zuid, over de wijk Bloemhof. Als Wilders spreekt over een ‘nepparlement’, dan heeft hij in een aantal opzichten gelijk: de stem van veel mensen, die op zijn partij stemmen wordt eigenlijk niet gehoord of bewust doodgezwegen, onder een tamelijk arrogant motto: met lui die zoiets vinden praat je niet. Hetzelfde geldt voor Leefbaar. Het antwoord op wat er leeft onder zoveel mensen die zich tot deze partijen aangesproken voelen, ook in Rotterdam, is nog altijd niet gevonden. Maar je hullen in een cordon van arrogant stilzwijgen van de kant van de zogenaamde elite, politiek of anders, leidt uiteindelijk tot niets. In de Beverwaard ontstond een golf van protest, toen bekend werd, dat de gemeente Rotterdam daar een AZC met zeshonderd vluchtelingen wilde vestigen. De Beverwaard is – wat men noemt – een sociaal zwakke wijk, die met veel energie van de bewoners net bezig was om een beetje uit het dal te kruipen. Veel Leefbaar-stemmers daar ook. Uitgerekend in zo’n wijk komt een AZC. Niet in Kralingen of in Hillegersberg. Als je de kat van de angst van de ene ‘vreemde’ in zijn eigen samenleving wilt binden op het spek van de angst voor het ‘vreemde’ van buiten, moet je dat zo doen. Ik preekte een paar dagen na de zeer roerige informatiebijeenkomst in een kerk daar in de buurt. Een mevrouw, die daarbij aanwezig was, zei: “Het ging eigenlijk helemaal niet zo tegen die vluchtelingen. Het ging er vooral om, dat de mensen in de Beverwaard zich ‘vreemden’ voelen in hun eigen samenleving, niet gekend en erkend en nu nog meer door de komst van dat AZC. Wat denkt u, dat er gebeurt met de lessen Nederlands, als er zoveel Syrische kinderen op scholen bij komen die geen woord Nederlands spreken? En dat terwijl we dat onderwijs met veel energie vanuit de wijk net weer een beetje op orde hadden.” Vanuit ‘Rotterdam verwelkomt vluchtelingen’ (waarvan de Pauluskerk een van de initiatiefnemers is) zijn we het gesprek aangegaan met de mensen in de wijk. Dat heeft er uiteindelijk in geresulteerd, dat vreemd iets minder vreemd is geworden: de vluchtelingen zijn meer welkom, maar er komt ook extra geld om de wijk zelf sterker te maken, onder andere op het gebied van onderwijs.

Wetten en regels veranderen
Het is ook noodzakelijk erop in te zetten, dat onrechtvaardige wetten en regels veranderen. Dat geldt ook voor het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Mensen zonder verblijfspapieren hebben in Nederland geen recht op een minimum van bestaan, ongeacht hun status. En dus startten we vanuit de Pauluskerk de zogeheten BBB-campagne. Uiteindelijk werd BBB een motto dat wij nu landelijk gebruiken en kwam er, nadat het kabinet er bijna over was gevallen, een voorlopige BBB-regeling voor vreemdelingen zonder verblijfspapieren. Niet ideaal, maar toch een stap vooruit en een erkenning, dat ook vreemdelingen mensen zijn, die onze zorg verdienen. Daarbij kwam nog iets eigenlijk onverwachts. Wat begon als een kleine campagne met een klein professioneel team en een relatief klein bedrag van het Oranjefonds groeide uit tot een forse maatschappelijke actie, waarbij steeds meer mensen zich aansloten: ondernemers, professionals van allerlei aard, vrijwilligers, noem maar op. En hun expertise, tijd en energie ‘om niet’ inzetten voor het goede doel: een minimum van bestaan garanderen, hoe dan ook, voor vreemdelingen, mensen zonder verblijfspapieren. Zo veel mensen betrokken in een beweging waarin stapsgewijs de angst voor het ‘vreemde’ in Rotterdam werd ontmanteld. Veel mensen die mee gingen doen, zeiden: ik geloof niet God, ik doe niet aan de kerk, maar wat hier gebeurt, daar gaat het om. Dit is nou christendom in de praktijk! Ook dat hielp enorm om via de bijbelse weg van de gastvrijheid wat eerst als ‘vreemd’ werd ervaren tot iets ‘eigens’ te maken. Als dat ook op de grotere schaal van Nederland en de andere Europese landen zou lukken, zouden we langs die weg van de gastvrijheid in de dubbele zin een basis kunnen leggen voor de oplossing van een van de grootste problemen van onze tijd.

Ds. Dick Couvée is diaconaal predikant en directeur van de Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk Rotterdam. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 


 

  • Hits: 4604