Skip to main content

30e jaargang nr. 4 (maart 2016)
thema: Noordmans - kerk en toekomst

A.J. Plaisier
Reactie: Kerk 2025 in het licht van Noordmans

‘Kerk en Toekomst’ is een stuk dat de kerk terugroept tot wie ze is: bruid van Christus die wacht op de komst van de bruidegom. Tot die tijd bidt zij en waakt. In een geconcentreerd stuk met een apodictische stijl legt Noordmans iets open dat zo gemakkelijk verduisterd raakt. En dat is dat de kerk geen natuurlijk gegeven is, geen louter aards instituut maar lichaam van Christus en schepping van de Geest.
De kerk heeft geen autonoom leven in zichzelf en is niet bedoeld om zelfstandig haar leven te ontwikkelen. De kerk kan alleen maar overgaan van de hand van de Geest in de hand van Christus.
Toen ik het stuk las, moest ik natuurlijk meteen denken aan het traject ‘Kerk 2025: waar een Woord is, is een weg’. Ik maak de lezer in dit artikeltje deelgenoot van mijn gedachten.

Kerk 2025
In eerste instantie werd ik wel wat onrustig over het jaartal 2025 in de titel. Noordmans waarschuwt voor ‘duren’ en maakt duidelijk dat de kerk zelf geen toekomst heeft. Het jaar 2025 is in dit licht wel een anomalie. Dat is zeker het geval wanneer dit jaartal de associatie van prognoses, anticipaties, statistieken en strategieën met zich mee zou brengen. Het is intussen wel ingeburgerd om als plaatselijke gemeente een beleidsplan te schrijven. Meestal voor vier of vijf jaar. Het valt niet te ontkennen dat er wel heel gemakkelijk op duren wordt gerekend. Met beleidsplannen onder de arm kan het Maranatha waarmee het boek Openbaring eindigt al gauw uit het gebedenboek van de kerk verdwijnen. De kerk ziet vier of vijf jaar voor zich als het terrein waarop zij van zins is zich met haar plan uit te leven. Zo kan Kerk 2025 ook gemakkelijk opgevat worden. Wanneer we als onderdeel van de plannen ook vast een commissie benoemen om over tien jaar te beoordelen welke doelen we hebben gehaald en welke niet, dan hebben we ons tien jaar kerkelijk leven rijk gerekend maar zouden daarmee bijbels gesproken arm zijn.

Een denkoefening
Ik vat het daarom zo op, dat het 2025 een jaartalletje is pour besoin de la cause. Het is meer bedoeld als denkoefening. Als denkoefening is het niet verkeerd. Om er nu van de weeromstuit helemaal afstand van te nemen, lijkt me niet nodig. Evenmin is beleid een vies woord en voor beleid heb je tijd nodig en moet je vooruit kijken. Tijd wordt ons geschonken en dat geldt ook voor de kerk. En met de tijd het wikken en wegen, en het maken van keuzes. Zo werd de noodzaak gevoeld de vraag te stellen of op termijn de huidige inrichting met vijfenzeventig classes vol te houden is. Daarbij let je op trends die zich hebben ingezet en waarvan je op goede gronden kan aannemen dat ze zich voort zullen zetten. Je kunt het stuk van Noordmans ook te kortademig opvatten. Ik beluister in het stuk van Noordmans ook de situatie van een kerk onder de barbarij, in de greep van het derde rijk, waarbij er alleen nog maar uitgekeken kan worden naar het Rijk van God. Andere tijden geven meer speelruimte. De kerk maakt soms een zachte landing en er zijn tijden waarin men weer plannen maakt. Na de oorlog pakte Noordmans de draad van Kerkopbouw weer op en dacht mee over een kerkorde die bij de tijd paste. Gelukkig maar.

Back to basics
Overigens: Kerk 2025 is niet zozeer koffiedik kijken, het is ook niet het opstellen van een tienjarenplan. Het is veeleer een beweging die bedoeld is als een Ruf zur Sache, als een inkeer en ommekeer tot waar het in de kerk om gaat en wat de kerk tot kerk maakt. Het back to basics doelt daarop. Kerk-zijn valt niet zomaar voort te zetten. De vanzelfsprekendheid is ervan af. Zal er nog wel een kerk zijn? Er zijn beslist tijden geweest waarin deze vraag als wereldvreemd zou zijn afgedaan. De kerk had haar vaste plaats en geen mens twijfelde eraan dat de kerk er over tien jaar nog zou zijn. Die tijden zijn voorbij. We weten weer meer dan voorheen dat de kerk geen vast burgerrecht in de samenleving heeft.
‘Kerk 2025’ is geschreven met dat besef. Niet onder de druk van de kerk in de Tweede Wereldoorlog, maar wel onder die van een kerk in een Europa dat bezig is de kerk af te schudden als een boze droom om voortaan in het blijde daglicht met verlichte mensen pas echt een menselijke samenleving te kunnen inrichten. De tijd ligt niet langer in vlakke velden voor ons. Wat betekent het dan om kerk te zijn? Ik geloof dat in zulke tijden de primaire betekenis van het evangelie weer boven komt drijven. Dat we weer beseffen lichaam van Christus te zijn. Dat we weer beseffen dat we alleen leven van de vrije gave van God. Dat we ophouden met allerlei cultuur-theologische bruggetjes te bouwen en onze maatschappelijke relevantie te bewijzen, ons te gedragen als een o zo nuttig en nodig instituut en weer te beseffen dat we het lichte bruidje van de Heer zijn dat leeft op de adem van zijn liefde.
Met het oog daarop is eerder aan de orde het nodige aan koeken cultuur die als modderplaggen aan de schoenen hangen, af te schudden dan al weer wingewesten voor je te zien. Die modderplaggen zijn niet verkeerd: ze gaan vanzelf aan je schoenen kleven als je over de grond loopt. Maar op een bepaald moment gaan ze wel hinderen. Vandaar het beeld in Kerk 2025 van de uitzending van de apostelen op sandalen. De gang zal weer lichter moeten. De onrust van de voeten van de apostelen weer voelbaar. Het verzet hiertegen is niet op voorhand verkeerd maar kan wel onder een verkeerd voorteken komen staan. Ook met het verleden kunnen we ons rijk rekenen. We kunnen onvoldoende beseffen dat we pelgrims zijn en dat we in tenten wonen.

Apostolisch
Nu besef ik dat je met het apostolische ook weer vreemd uit kan komen. De oorlog was amper voorbij of de hoogtijdagen van de apostolaatstheologie braken aan. De kerk als beweging. Dat klinkt dynamisch, maar op een gegeven moment liepen de apostolaatstheologen met zo’n vaart de wereld in, dat het niet meer duidelijk was dat er een zending van de Heer en vanuit de kerk aan ten grondslag lag. De beweging is verlopen in een wereld die zich niet liet herkerstenen en evenmin tot een menselijk paradijs liet omvormen. Die kant moet het niet nog een keer op. Ik denk ook niet dat dit gaat gebeuren. De kerk is een eigen gestalte en is, zoals Noordmans onderstreept, niet geroepen zelf het koninkrijk te stichten. Wat wel nodig is, is een inrichting van de kerk die lichter is en eenvoudiger. Dat is de inzet van Kerk 2025. Niet als doel in zichzelf en ook niet om wat modieus het thema ‘lean and mean’ aan te slaan maar wel omdat het nú de beste manier is om je weer te concentreren op het evangelie en de zending. Of om het met Noordmans te zeggen om weer open te staan voor de aanraking met het koninkrijk van God.

Dr. Arjan Plaisier is scriba van de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Mailadres: aDit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


 

  • Hits: 3658