32e jaargang nr. 1 (sept. 2017)
thema: Laten wíj bidden!
P.L. de Jong
Redactief
Met dit nummer begint jaargang 32. Meteen een dik nummer over een dik thema: samen bidden in samenkomsten, met name zondagse erediensten waar voorgangers vaak uitnodigend het startsein geven met de woorden: Laten wij bidden! Aan boeken en boekjes en publicaties over bidden, ook in de laatste twintig jaar, lijkt weliswaar niets meer toe te voegen. Toch raakte recentelijk de redactiegroep ineens weer in een diepgaand gesprek over bidden. In onze cultuur wordt bidden veelal alleen nog gezien als persoonlijk bezinningsmoment, gesproken dagboeknotitie, oefening in ontvankelijkheid, openheid en aandacht, verwondering. Of als het om samen gaat: het delen van een verdrietvol wijgevoel met veel kaarsen en God op afstand. Dat er aan de andere kant Iemand luistert, zijn oren neigt, zoals de ervaring is van Psalm 116, - dat lijkt weg. En als het over verhoring van gebeden gaat, is men voorzichtig concreet te worden, als men al bidden durft. Want is dat niet allemaal wishful thinking?
Dat is het beeld. In die samenleving nodigen we elk zondag heel publiekelijk uit: Laten wij bidden! Hebben die gebeden – met name voorbeden - een zin die verder rijkt dan de biddende gemeenschap zelf? Hebben ze invloed op de ellende in Mosul en omgeving, op Trump of Poetin en noem maar op? In gemeenten waar ik als gastvoorganger voorga, krijg ik vaak een speciaal voorbedeschrift mee de kansel op. Heel vaak staat er niets in, zodat ik dan vraag: Niemand ziek hier? Geen verdriet? Maar de kwestie ligt natuurlijk veel dieper.
De insteek van dit nummer is vooral het samen bidden in de eredienst. In oecumenisch protestantse gemeenten vaak via een vaste gedrukte liturgie: korte zinnen, als kerkganger moet je heel wakker zijn, kunnen lezen ook. Kort hoeft geen probleem te zijn. De synode van de Protestantse Kerk werd in mijn tijd regelmatig voorgezeten door een Lutherse dominee die bij de maaltijd met een gebed van minder dan tien woorden alles verwoordde: dank, lof, de hele nood van de wereld, alles in een zin. In evangelische gemeenten hebben ze meer woorden nodig. Uit het hart voor het hart. In de gemeenten binnen de gereformeerd traditie is ook op zondag een verschuiving in gebeden waar te nemen. Lees zelf, ik ga niet citeren.
In dit nummer veel ruimte ook voor de reactie van de auteurs van het boek Liberaal Christendom, op het moment genomineerd als een van de drie meest spraakmakende theologische boeken van het jaar. Eerst maar gefeliciteerd. Maar vooral dank voor de uitvoerige reactie op de kritische bespreking van een aantal thema’s in het boek door een aantal van ons en enkele gastscribenten in het vorige nummer. Het ging en gaat ons niet zomaar om een ouderwetse modalitaire discussie, wel om een discussie waarin het gaat om de waarheid van God, bijbel, geloof enz. Dat mag wat ons betreft stevig. Het past in de bezinning `back to the basic’ in de Protestantse Kerk. Dank voor uw oprechte inspanning ons wel niet tegemoet te komen, maar wel serieus te nemen. Bijzonder is ook dat veel vragen die hierboven werden aangeduid naar aanleiding van bidden, in deze discussie diepgaand aan de orde komen: het al of niet loslaten van het theïsme, is er een God `buiten’ en hoe dan? Wat kan bidden binnen zo’n visie nog betekenen? De bijbel – wat mag je verwachten en wat niet? Het zou jammer zijn als het bij deze exercitie zou blijven. Van een aantal lezers wordt deze keer wel iets verwacht, beseffen we. Maar dit is de discussie waar het nu om gaat in onze kerken.
Laatst geboekt is deze keer van de hand van ds. Hanneke Ouwerkerk, de Kroniek van dr. G.C. den Hertog. Ondanks zomerse komkommertijd viel er genoeg voor hem waar te nemen.
Drs. Piet de Jong is emeritus predikant in Rotterdam-Delfshaven en waarnemend eindredacteur van Kontektueel. Mailadres:
- Raadplegingen: 5174