31e jaargang nr. 5 (mei 2017)
thema: Sola scriptura, maar welke scriptura?
M. Treuren
Melaats!
‘Huidvraat’ geven de NBV en Naardense Bijbel weer als het gaat om ‘melaatsheid’. Het typeert het agressieve karakter van de ziekte. In de Bijbel in Gewone Taal staat neutraler: ‘een huidziekte’. In de NBG' 51 vind je net als in de Statenvertaling het woord ‘melaatsheid’. Een mythisch woord waar ik hier voor wil pleiten. Want het gaat beslist niet om een gewone, medische ziekte.
'Onze dokters zouden lepra constateren of psoriasis', hoor je in preken soms zeggen. Een catechisant hield het op 'huidkanker’. Als je Lev. 13-14 leest, zie je dat melaatsheid zich op allerlei wijzen aftekent. Het laat zich met geen enkele bekende ziekte vereenzelvigen. Niet precies althans. ’t Gaat dan ook om een specifiek Bijbelse ziekte, spiritueel. In het Hebreeuws gaat het bij melaatsheid (=tsora-ath) om, -letterlijk vertaald-, ‘het boze (=ra) dat zich uit in druk, leed of starheid (=tsar)’. Dit lijden wordt gezien als het gevolg van antisociale zonden, zoals zelfzucht, trots, roof en heel speciaal om ‘de zonden van de kwade tong’ (=lasjon hara).
Dat laatste zien we in Numeri 12. Mirjam belastert samen met Aäron haar broer Mozes. Beiden zijn jaloers op hem, op de unieke rol die hij speelt. Mozes moet zich niets verbeelden, hij matigt zich iets aan. In plaats van hun broer te troosten, maakt Mirjam hem door haar insinuaties nog eenzamer dan hij al is (Vgl. Num. 11:10-15, 26-29). Ze wordt er melaats door, haar huid is wit als sneeuw.
Een juweeltje vind ik Marcus 1:40-45. Het verhaal waarin Jezus een melaatse geneest. De zieke komt bij Hem als de kust veilig is. 'Jezus krijgt medelijden met Hem', zegt de Nieuwe Bijbelvertaling. Het Griekse werkwoord is afgeleid van het woordje 'ingewanden' (=splanchna). Het lot van deze man raakt Jezus diep in zijn binnenste. De Statenvertaling zegt: 'En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen'. Het is bijzonder dat 'barmhartigheid' (=rechamim) niet alleen in onze taal, maar ook in het Hebreeuws samenhangt met 'baarmoeder'. Zoals een moeder de vrucht van haar schoot, haar ongeboren kind warmt, voedt, beschermt en omringt, zo is Jezus in zijn erbarmen één met deze melaatse. Tegen de spelregels in grijpt Christus hem vast. Het Griekse werkwoord (=aptomai) betekent naast 'aanraken' ook 'beetpakken', 'zich vasthechten', en zelfs 'met een vrouw omgang hebben'. Deze zieke die door niemand meer gestreeld of gekoesterd werd, wordt door Jezus liefdevol bejegend. Maar dan vindt er een abrupte omslag plaats.
Jezus valt hard tegen hem uit en snauwt hem weg. Beseft Jezus dat Hij zich heeft verontreinigd en te toegeeflijk is geweest? Dat zou een droevige uitleg zijn! Nee, het punt is dat de melaatse overal in het rond bazuint wat hem is overkomen. Jezus kan zich nergens meer vertonen.
Alsof Hij zelf een melaatse is, moet Hij zich schuilhouden. 'Op eenzame plaatsen buiten de steden'. Daar zit iets in van Jesaja 53. Waar blijft het kwaad als Jezus de melaatse geneest? Hij neemt het op zich. Hij draagt het. 'Onze ziekten heeft Hij op zich genomen, onze smarten gedragen'. Voor medelijden, barmhartigheid betaal je altijd een prijs: tijd, geld, energie, zorgen, slapeloze nachten.
Veel protestantse gemeenten zetten zich in voor allerlei missionaire activiteiten. Ongewild kunnen we Jezus zo verhinderen zijn eigenlijke werk te doen. Dat is: het Woord verkondigen (Marc. 1: 38!). Jezus heeft geen kliniek gesticht, het ideaal is niet: alle mensen gaaf en gezond, of: gelukkig. Nee, door Jezus bij de Vader komen is het volle heil. Iedere kerkdienst is er één van heling en genezing.
Ds. Arien Treuren is predikant (PKN) te Pijnacker. Mailadres:
- Raadplegingen: 4987