Skip to main content

nr5 • 2004 • Kroniek. Je staat er nu gekleurd op

mei 2004 (18e jaargang nr. 5)

Kroniek
Je staat er nu gekleurd op

Dr. J.J. Visser

Ruim vier jaar geleden – in 1999 - verhuisden mijn vrouw en ik met ons werk mee van Oegstgeest naar Utrecht. Het Hendrik Kraemer Instituut (HKI) had een plaats gekregen in het nieuwe Landelijk Dienstencentrum van de Samen-op- Weg kerken in het Utrechtse Oog in Al. Wij vonden een huis  op het Kanaleneiland, dicht bij het HKI. Het is een wijk waar veel Marokkanen en Turken wonen. De wijk heeft daardoor ook een eigen problematiek.
Ruim 40 jaar geleden is deze wijk uit de grond gestampt, aparte laagbouw en ook veel hoogbouw met veel groen. Niets voor niets werd het Kanaleneiland wel het bloemeneiland genoemd, met een passende infrastructuur: een ziekenhuis, een middelbare school, diverse lagere scholen en niet te vergeten twee Rooms-Katholieke kerken, een Gereformeerde en een Nederlandse Hervormde kerk, die ’s zondags allemaal volstroomden. De Gereformeerde kerk kreeg, passend voor de jaren ’60, de naam Triumfatorkerk. Je kon leuk wandelen langs het Amsterdam – Rijn kanaal, dat ‘s zomers de jeugd uitnodigde voor een duik in het water. Het werd wel de Utrechtse Rivièra genoemd..
In de jaren ‘70  kwamen er Turken en  Marokkanen eerst als gastarbeiders en vervolgens als buitenlandse arbeiders, die zich na gezinshereniging vanaf eind jaren ’80 gingen vestigen in de flats. Dit proces voltrok zich verbazingwekkend snel en  gaat nog steeds door. Nu bestaat de bevolking in onze wijk voor 80% uit Marokkanen, Turken en in mindere mate Oost-Europeanen en migranten uit Afrika bezuiden de Sahara. Zij worden collectief aangeduid als allochtonen. Waren er in 1992 nog 44,1 %  Nederlanders, in 10 jaar tijds is dat 18,7. Nu zijn de percentages als volgt: 44,8 % Marokkanen, 21,6% Turken en 14,9 % overige nationaliteiten, te gevarieerd om op te noemen.   
De structuur en voorzieningen pasten zich aan bij de andere bevolking, met hoge cijfers voor werklozen en bijstandsgerechtigden. De rooms-katholieke middelbare school, het Tensen College, verkleurde en werd gesloten omdat leerlingen vluchtten naar andere buitenstedelijke scholen met niveau. De lagere scholen, van protestantse, katholieke  en openbare origine, zijn in Kanaleneiland Noord bevolkt met  94% achterstandsleerlingen, zoals de kwalificatie nu luidt.  Het Oude Rijn ziekenhuis staat op de nominatie te verhuizen naar de nieuwbouw in Leidse Rijn, een Vinex wijk die veel mensen trekt, met name autochtonen, die de hoop hebben dat zij weer in een witte omgeving terecht komen. Velen zijn verrast dat ook daar migranten zich vestigen. Zij zijn ‘niet de eerste generatie allochtonen, maar de tweede generatie, die sociaal-economisch meer succesvol is’. Zo worden de oude buren weer aangetroffen in de nieuwe wijk. Nu blijkt dat 37% van de bevolking in de  Parkwijk-Zuid Marokkanen, Turken en Surinamers zijn, maar dat is toch beter want  ’wonen in Kanalen eiland is slecht voor je status’  Daarom is vluchtgedrag van autochtonen en allochtonen uit de wijk aantoonbaar,  ook al zijn de koophuizen 40000 euro goedkoper dan elders in Utrecht.

Kerken en moskeeën

Op dit moment zijn nog een rooms-katholieke en een Samen-op-Weg kerk aanwezig. De kerkenraden overleggen ijverig hoe zij een kerkgebouw voor beide genootschappen kunnen handhaven. Moet één christelijke kerkgebouw niet overblijven?  De kerkgangers zijn zeer vergrijsd, maar wel toegewijd. Velen wonen in de serviceflats en verzorgingshuizen, waar aparte pastorale aandacht aanwezig is. Recent zijn ook buurtpastores werkzaam om zoals zij zeggen ‘op straat het evangelie te laten gebeuren’. Het gaat om present te zijn voor mensen.
Wel zijn er twee moskeeën, een kleine Turkse en een grotere Marokkaanse, die eigenlijk al te klein zijn voor de gebedsdiensten op vrijdag. De laatste wordt nu flink uitgebreid. Op de vrijdagse markt  is ook vaak een kraam van een Rotterdamse Marokkaan met een hele variëteit van lectuur als ‘De ideale moslim man’  en ‘De ideale moslima’. Standaardwerken zijn ook vertaald door Nederlandse moslims als imam Wahid van Bommel en anderen. Moslima’s zijn met name geinteresseerd. Uiteraard is er ook  wervende lectuur zoals ‘De ware godsdienst’ en ‘De islam als de oplossing van hedendaagse problemen’. De Rotterdamse imam van de Nasr Moskee, Khalil Elmoumai, schreef een  beknopte verhandeling: ‘Waarom ben ik moslim?’ Op de markt zamelen weer andere anderen geld in voor de bouw van een nieuwe moskee - te bouwen in een andere wijk – die voor iedereen bestemd is.  Zie daar hoe moskeeën de plaats innemen van de kerken.  

Reputatie

De wijk heeft in de laatste jaren een reputatie opgebouwd van criminaliteit, verloedering en spanning tussen de verschillende bevolkingsgroepen. In reactie op de aanslag van 11 september 2001, werden een paar molotovcocktails in de Triumfatorkerk gegooid. De daders  bleven onbekend al keek men wel naar een bepaalde bevolkingsgroep. Berovingen en diefstal werden en worden vooral door jongere Marokkanen gepleegd. Oudere mensen voelen zich niet veilig meer en zeker niet ’s avonds. Ramen van auto’s worden ingetikt, bushokjes en telefooncellen in elkaar geslagen en boodschappenwagentjes meegenomen uit de supermarkten.  Speciale bewakers zijn er in de grote winkels en de openbare bibliotheek. Camera’s zijn in het winkelcentrum aangebracht.
Het laatste jaar werd de wijk bezocht door politici, kamerleden, ministers en premier. Zij vinden allemaal dat de wijk aandacht moet krijgen. Zij zijn vooral getroffen door de verloedering van een klein winkelcentrum. ‘De etalages zijn dichtgetimmerd, de verf is afgebladderd, de blauwe letters boven de ingang zijn gedeukt’. De karretjes zijn alleen te gebruiken in de winkel, die omgeven is door een hekwerk. ‘Het lijkt Oost-Europa wel’, zoals een minister eens opmerkte. Dit stukje wijk kwam dan ook herhaaldelijk op de televisie. Het blijft nieuws want in de laatste week van januari werd de supermarkt twee maal op dezelfde manier door een gewapende jeugdbende overvallen. Ze bonden de beheerder vast en gingen met geld ervandoor.

Integratie?

Over wie hebben wij het nu eigenlijk? In de wijk wonen vele migranten uit vele landen zoals Marokkanen, Turken, Afrikanen, Oost Europeanen? Hebben we het over de eerste generatie of over de derde generatie waarvan velen het Nederlands beheersen? Spreken we over hen die werken in de slachthuizen of over hen die in de apotheek staan? Praten we over de kinderen of de ouders, jongens of meisjes?
In onze wijk gaan Turken, ondernemend als zij zijn, in koophuizen wonen. Zij knappen een huis op met familie en vrienden. Zij kijken een beetje meewarig naar de Marokkanen, die bijna allemaal uit het Rif gebergte in Marokko komen. Zij worden ook Berbers genoemd, maar daarvan zijn zij niet gediend. Hun taal staat niet op schrift en velen kwamen hier als analfabeet. Voor hen betekent familie geborgenheid en sociale controle. Het kopen van een huis is voor hen nog een brug te ver. Zij mogen de Turken niet.
Globaal gesproken wordt nu de middenstand overgenomen. 20 allochtone middenstanders zijn er in de laatste vier jaar gekomen: bakkers, slagers, groenteboeren, bazaars in huishoudelijke artikelen, drie nieuwe kappers, theehuizen, en confectiezaken. Ook de winkels verkleuren! Andere migranten zijn niet in grote getale aanwezig. Daarom zoeken zij naar mensen van hun land om ook hun moedertaal te kunnen spreken.
Het probleem is niet op Kanaleneiland alleen, maar ook elders in Utrecht. We kennen de verhalen ook uit andere wijken in Rotterdam, Amsterdam, Tilburg etc. De problemen zijn ook West-Europees, zoals in Londen, Antwerpen en Parijs. Zo stond in de NRC van 3 januari jl een verhaal over het Bengaalse getto in Londen, om maar een groep te noemen. Wat zij zij eigenlijk? Bengaalse Brit, Britse Bengaal,  Aziatische Brit, Britse moslim? Wat is de identiteit? De hoofddoekjes spelen ook daar. De  Londense politie heeft daat zwart-witte hoofddoeken voor vrouwelijke moslim agenten ingevoerd.
In Frankrijke worden heftige debatten over het doek gevoerd en demonstreerden vrouwen voor dit teken van hun identiteit. In België roerde zich een politieke Europese Arabische Liga, die zich nu ook in Nederland manifesteert. Plakkaten zijn in de wijk aangebracht voor een demonstratie op 22 februari 2004  in Amsterdam, Brussel en Parijs voor de hoofddoeken met de leus ‘Muslims United Defend Their Rights’. Anderen in de wijk hebben zich beijverd door de aankondigingen te verscheuren.

Ontwikkelingen in Nederland

Maar het is eigenaardig om alleen in het nieuws te komen als er problemen zijn. Wij kunnen ook zaken noemen,  die goed zijn. Zo zijn er 200.000 Afrikanen in Nederland. Recent kregen wij een Afrikaanse krant, ‘Bulletin of Africa’ ofwel ‘Habari za Africa’. We lezen daarin het goede nieuws en zien foto’s van huwelijken tussen Afrikanen en Nederlanders. Een pagina is gewijd aan stukken uit de Koran en uit de bijbel. Het gaat over bijdragen van Afrika aan Nederland. Een krant van Afrikanen, voor Afrikanen en door Afrikanen, met tal van advertenties  van Afrikaanse middenstanders en zakenlui in Nederland, zoals uitzendbureau’s transportorganisaties, accountancy  etc.
Dan hebben we het nog niet eens over de honderden kerken die in Nederland  wortel hebben geschoten. De aantallen overtreffen onze stoutste gedachten. Er is een Unie van Arabische Christenen, die 70000 mensen tellen en eigen initiatieven ontplooien. Uiteraard zijn het gemeenschappen waar wij als calvinisten vragen bij hebben.
Een paar jaar geleden schreef Paul Scheffer over de multiculturele samenleving. Dat is waar in zekere zin, omdat iedere groep zijn cultuur meeneemt, die op een aantal punten anders is dan de Nederlandse met zijn plus- en minpunten. Het laatste jaar spreken we over de integratie. De tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid  bood op 18 januari 2004 een lijvig rapport aan. Al dagen tevoren werd door parlementariërs gesteld dat het integratiebeleid mislukt was, dat het een farce was, dat de aanbevelingen te soft waren. Het rapport was wel wat genuanceerder en stelde dat de integratie een prestatie van formaat was. Het rapport heette niet voor niets ‘Bruggen Bouwen. De debatten moeten geleverd worden. De maatregelen moeten genomen worden. De scholen moeten meer gemengd worden en als afspiegeling van de wijk moeten de migranten meer gespreid ‘gaan wonen. De Utrechtse burgermeester Brouwer vindt dat wel aardig, maar dit is een jarenlang proces, zeker op Kanaleneiland. Migranten moeten zich de taal eigen maken. De CDAer Verhagen was van mening dat nu geen werk, werk, werk nodig is, maar taal, taal, taal.
Integratie stelt niet alleen voorwaarden aan de nieuwkomers als taal, kennis van de geschiedenis en participatie in de voor hen nieuwe samenleving. Integratie vraagt van ons als Nederlander de migrant ontvangen als buur, buurtgenoot en medelander. In het proces van integratie wordt de migrant met zijn of haar identiteit deel van een groter geheel. Dat is te zien aan de veelkleurigheid van de samenleving. Ik vroeg in de week na het verschijnen van  het rapport aan verschillende wijkbewoners of zij zich geïntegreerd voelden. Zij moesten  allemaal om die vraag lachen  en merkten op ‘Hoe kunnen wij ons geïntegreerd voelen? Jullie leggen verplichtingen op, maar jullie communiceren niet. Als wij met vakantie naar Turkije gaan, dan horen wij dat wij ‘Hollanders’ zijn. Komen wij terug, dan zijn wij ‘die Turken’. Wij zijn nergens meer helemaal thuis. Alleen in de moskee’.    

Religie

Dit rapport ging niet in op de grote rol die de religie kan spelen.inzake de integratie. Voor christelijke migranten is dat de kerk. Ik wil daarbij nog even stilstaan. In alle veranderingen van land, huis, taal en werk is religie voor velen het enige ankerpunt, waarin de gemeenschap ervaren wordt. Een bezoek aan een dienst van de Evangelische Broedergemeente in Amsterdam maakte diepe indruk op burgermeester Cohen. Hij voelde daar, dat dit een ontmoetingsplaats van velen was, niet alleen zondags maar ook door de week. Je mag er zijn voor God en je naaste  Dat zingen en dansen zij uit. Zij prijzen de macht van God en verjagen de satan. De preek is daarbij een interactief gebeuren.
In de week zijn er vele bijeenkomsten zoals de bijbel-,  gebeds-  en koorgroepen. Bijzonder zijn de helingsdiensten. Zij vormen in meerdere opzichten een plaats van geborgenheid. ‘Het is zo goed dat wij gemeente zijn. Anders zouden de gevangenissen nog veel voller zijn.’ Zij halen ook mensen uit de prostitutie en richten zich ook op drugsverslaafden. Zij hebben aparte diensten waar zij voor de regering bidden. Dit zijn allemaal initiatieven van migranten, die in verrassende vormen gestalte geven aan geloof en getuigenis. Afrikaanse kerken hebben ook een organisatie gevormd onder de naam GATE, ˋGift from Africa To Europe’.  

Tot besluit

Ik ben voortdurend verbaasd en ook blij over de vele activiteiten die plaats vinden. Vele nieuwkomers zoeken werk en een thuis in onze samenleving. Daarom gaat onze samenleving als geheel er anders uitzien. Zij zijn ook gaven op allerlei gebied: sociaal, economisch spiritueel. Het is relevant voor de kerken om niet alleen over kerkverlating en fusie te spreken, want daarbuiten gebeurt zoveel, waarop wij kunnen inspelen. Verkleuring is niet een verschijnsel om bang voor te zijn. Zien wij de bijdragen van de ander? De aanwezigheid van ‘alle volk, stammen, natiën en talen’  haalt ons uit onze beperktheid en wij horen profetieën en zingen psalmen.