Skip to main content

nr1 • 2003 • Nu mag u onder uw wijnstok en vijgenboom zitten

Oktober 2003 (18e jaargang nr. 1)

Nu mag u onder uw wijnstok en vijgenboom zitten
In gesprek met dr. A.A. Spijkerboer over Calvijn, vreemdelingschap en dew toekomst

Drs. P.L. de Jong en drs. A.J. Zoutendijk

We spraken af op maandagmorgen 10.15 uur in Santpoort-zuid. In de kleine studeerkamer, die de flat rijk is, zaten we dicht op de wanden met boeken, de koffie tussen ons in. Een soort duikbootachtige ambiance. Dat paste wel bij het onderwerp, waarover we hem wat expliciet wilden horen: vreemdelingschap, Calvijn, de waardering van het aardse leven, en: ˋmoeten we het op het moment niet meer over de hemel hebben?’ Gaandeweg werd het thema steeds meer Spijkerboer zelf, zijn visie op de samenleving, kerk en Israël. Maar toen riep mevrouw Spijkerboer ons weg voor een eenvoudige, maar voedzame lunch.
Dr. A.A. Spijkerboer (geb. 1928) maakte als hervormd predikant een opmerkelijke gang door de kerk. De meeste jaren was hij uiteindelijk predikant in Amsterdam. Als studentenpredikant (1966-1972) en als ˋgewoon’ predikant in Amsterdam-Noord en de Bijlmermeer (1980 tot emeritaat in 1993). Op zijn naam staat een respectabel aantal boeken en artikelen in een breed scala van tijdschriften. In 1979 promoveerde hij op een proefschrift, getiteld De Nieuwe Kern en Karl Barth. De synode benoemde hem eens spontaan tot kerkelijk hoogleraar, maar dr. Spijkerboer bleef dominee te Amsterdam. In 2001 kwam een autobigrafie van hem uit Een rondje om de kerk. Kroniek van een halve eeuw.

Vreemdelingschap
Ds. Spijkerboer, in Kontekstueel is een discussie gaande over de waardering van het aardse leven. Daarover laat Calvijn in zijn pleidooi voor vreemdelingschap zich niet echt juichend uit, hoe je het ook draait of keert. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hier in Santpoort zit u mogelijk dicht bij het Paradijs, maar hebt u zich bij uw werk in Oldenburg, Duinkerken, Berlijn, Parijs en vooral Amsterdam vaak een vreemdeling gevoeld?

Santpoort ligt niet dichter bij het Paradijs dan Amsterdam. Wij wonen hier omdat mijn vrouw veel van de duinen en de zee houdt en ik graag dicht bij Amsterdam zit. Maar als je vraagt vreemdelingschap, dan gaat het over wat de bijbel daarover zegt. Als je ziet hoe er in Noord-Amerika en Europa geleefd wordt: wij zijn wel bezig de aarde totaal uit te wonen. Daarmee halen we Gods oordeel over ons heen en daarvoor krijgen we een keer de rekening gepresenteerd. Al was het alleen maar in de stijging van de zeespiegel. Geweldenaars en rijken hebben op de aarde het heft in handen, maar volgens de bijbel zullen de zachtmoedigen de aarde beërven. Het gaat hierom dat het Koninkrijk van God in Jezus Christus aangebroken is en nu in zijn laatste en definitieve openbaring op ons af komt. De reformatie heeft mijn inziens de prediking van het Rijk niet het volle pond gegeven. Omdat het Rijk in Jezus Christus aangebroken is, is er nu al iets van te merken, dat de zachtmoedigen de aarde beërven.

Is het niet opmerkelijk, dat Calvijn ondanks zijn bijna platonische manier van denken en zijn nadruk op vreemdelingschap toch zoveel praktisch wist te realiseren van zijn theocratische visie, terwijl van de grote Koninkrijk Gods visioenen in Europa en Amerika weinig terecht is gekomen, terwijl die theologisch veel beter in elkaar staken?

Of die theologisch veel beter in elkaar staken, weet ik niet. Maar het is wel een heel merkwaardige paradox. Calvijn was heel sterk op God gericht en het effect van zijn visie op de staat en de maatschappij werd hem in de schoot geworpen. Die Koninkrijk Gods theologen gingen er vooral zelf mee aan de slag. En daar kwam niet zoveel uit, want het Rijk van God maak je niet. Dat staat nergens in de bijbel. In de bijbel verwacht je het Rijk en je gaat er in binnen. Maar het is aangebroken en daar komt verzet tegen. De schaduw van het kruis valt op mensen die het verwachten. Maar daarnaast is er ook veel waar een mens heel gelukkig mee mag zijn. Ik las in Bonhoeffers boek over de Navolging over de zachtmoedigen. Dat zijn mensen die zich niet wreken: ze hebben geen rekeningen te vereffenen. Een zachtmoedige weet de aarde op zijn juiste waarde te schatten: de warme kleuren, die geen schilder nog heeft kunnen evenaren, de wolken boven ons hoofd en echte goedheid, die er ook onder mensen is.

Wat U zegt klinkt erg persoonlijk. Meer individueel dan als een levensvorm die je ook anderen en vooral de gemeente zou kunnen leren. Het klinkt ook piëtistisch.

Een piëtist wil ik ook wel zijn, geen bezwaar. Kijk, ik ben 40 jaar dominee geweest. Ik heb in het pastoraat vreselijke dingen meegemaakt. Daarbij ook hele mooie en ontroerende dingen. Ook in de gemeente. Dat is geen stelletje achterlijke mensen, daar merk je op tal van momenten de kracht van de Heilige Geest. Een ander voorbeeld: ik heb de bezetting meegemaakt. Ik ben nog elke dag dankbaar voor onze rechtsstaat. Dat je niet bij het donker worden de kans loopt, dat er een paar figuren met pistolen voor je deur staan die je oppakken en afvoeren. Dat heeft er alles mee te maken, dat het Rijk van God is aangebroken..

Dat zal iedereen U toegeven. Maar hebben we dat niet vooral aan de Verlichting te danken? Zoiets wordt regelmatig gesuggereerd. Religie en dus ook het calvinisme, dat staat voor fanatisme en fundamentalisme. Calvinisme is in ons land een lelijk woord. Tolerantie, rechten van de mens, dat hebben we aan de Verlichting te danken.

Dat is veel te kort door de bocht. Men kent dan zijn geschiedenis niet. Ik weet niet of het echt leuk was in het Genève van Calvijn. Maar hij stelde wel heel de samenleving onder de tucht van het evangelie. Ik weet nog, dat mijn vader een keer zei: ˋJongen, je onder de tucht van het evangelie stellen.’ Ik dacht: wat gaan wij nu krijgen? Tucht is akelig en evangelie is mooi! Maar later ben ik dat wel gaan begrijpen: het evangelie brengt vreugde en tegelijk houdt het de misdadiger in de mens in bedwang. Bij Calvijn ging dat werken in de samenleving. In hulp aan vluchtelingen. Voor zwervers zorgde Calvijn voor werkplekken. Hij was heel praktisch. Geen bedelaars. Hekjes op de platte daken, zodat kinderen niet naar beneden konden dukelen. Calvijn heeft de mensen geleerd in eigen verantwoordelijkheid tegenover God te leven. Daar zie je de mensenrechten al om de hoek komen. Wat de geschiedenis betreft: de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens van 1789 is geënt op de Amerikaanse van 1776. Die is mede ontstaan door de invloed van het Puritanisme. Het is niet toevallig, dat de landen met een calvinistische traditie, zoals Nederland en Engeland, zich in de zeventiende eeuw met succes hebben verzet tegen de opkomende absolute monarchie. In die landen heeft de democratie het eerst wortel geschoten. Ik wil nog wel eens zien wat er van onze democratie terechtkomt, als er in onze samenleving geen spoor meer te bekennen is van de tucht van het evangelie. De verbranding van Servet was natuurlijk geen hoogtepunt. Maar Gunning heeft gezegd: ˋHad men Calvijn goed gelezen, dan was er geen Franse Revolutie nodig geweest.’ En volgens Jaspers moet je onderscheid maken tussen de ˋontspoorde Verlichting’ en de ˋware Verlichting’. De ˋontspoorde Verlichting’ meent alles met het verstand te kunnen doorlichten en te bevechten. De ˋware Verlichting’ laat zich niets opdringen, gebruikt z’n verstand, laat de raadselachtigheid van de mens intact en denkt daarover na.

Is het niet begrijpelijk, dat men in ons land zo over calvinisme denkt? Dat roept toch meteen de namen op van Kuyper en Colijn en nu ook weer Balkenende en diens moraalprogramma? Calvinisme dat ingeruild is voor eigen partij en moraal?

Hebben de gereformeerden van Kuyper zoveel te maken met Calvijn? Bij het werk aan mijn proefschrift vond ik een citaat van Sal Tas, na de oorlog journalist bij Het Parool: ˋHun leer van de gemene gratie heeft in feite zo grote plaats gekregen, dat ze menen dat het wel meevalt met de zonde: ze hebben dat “met vrees en beven” verloren en zijn maatschappelijk behoudend geworden. Er zit geen spanning in hun calvinisme.’ Dat trof mij zeer en ik vrees dat het voor sommige gereformeerden inderdaad geldt. Op zich vind ik wel dat Balkenende het goed aanpakt. Als hij de rechten van mensen die zwak staan maar goed in het oog houdt.

Toekomst
Als je over vreemdelingschap spreekt, heeft dat alles te maken met de toekomst waarin je gelooft. Ook Balkenende heeft het steeds over de toekomst van de jongeren Dat is op zich goed. Maar wil je ze dieper motiveren, dan zul je ze toch een verder rijkend perspectief moeten geven, een geloof dat er iets komt?

Ik denk van wel. De kerk spreekt over de komst van het Koninkrijk. Ik ben iemand die erg bij de dag leeft. Bij de gedachte, dat het Rijk aangebroken is. En de zachtmoedigen het zullen beërven en de geweldadigen niet. Dat is een hele geruststelling. Maar de toekomst van het Rijk vind ik eigenlijk onvoorstelbaar. Bij begrafenissen lees je vaak 1 Korinthiërs 15. Paulus zegt daarin al gauw: ˋGij dwaas!’ Het is onvoorstelbaar. Het is de weg van de graankorrel naar de halm. Als je die graankorrel in je hand houdt, kun je je niet voorstellen dat die korrel die halm wordt. Wat wij nu zien is alleen te vergelijken met die miezerige korrel, niet met die halm. Dat is onvoorstelbaar, de herschepping. Wat we ervan zien, is maar heel schamel. Het Koninkrijk is geen verlengstuk van onze werkelijkheid. Het is de toekomst van Jezus Christus. Maar wat dat inhoudt?

Wat geeft een mens nu echt hoop voor de toekomst? Ook als alles tegen zit, als je er zelf aan gaat…. Bij nogal wat gelovigen, zeker van evangelische snit, is er nogal wat weerloosheid op dit punt. En er komt vrijwel altijd een moment, dat het niet meer lijkt te kloppen met God. En met heel dat gevoelige geloof in ˋGod als Helper’.

In de Bijlmer hadden we ook een groep evangelische mensen. Ik vond ze vaak hartverwarmend. Hun verbindingen met de hemel waren vaak erg kort, te kort denk ik ook. Je krijgt klappen te incasseren. Dat is niet gemakkelijk. Ik lees graag in de Psalmen. Daar merk je: soms is Hij er niet. De ervaring van de verlatenheid, God die Zijn gezicht verstopt. Maar dan is Hij er toch weer. Het gaat erom te geloven in Zijn heerschappij en zo ook Zijn geboden te leren. Daarbij kunnen die klappen je soms wel wat helpen.

Is dat een accent, dat in de PKN op het moment wel eens hard nodig zou kunnen hebben? Om ook eens zoiets als ˋeen vreemde club ’ te worden in de samenleving, een tegenbeweging? Heeft Calvijn hier niet een punt met zijn sterke relativering van dit aardse leven en zijn gerichtheid op de toekomst van God?

Calvijn heeft een moeilijk leven gehad. Hij leefde in een andere tijd als ik. De man heeft veel gezworven. Hij heeft zich letterlijk kapot gewerkt. Hij was vaak ziek, hij had in allerlei opzichten vaak heel zwaar, wel getrouwd, maar het huwelijk van Luther lijkt mij ook een stuk leuker dan dat van Calvijn. Maar prachtig, zoals Calvijn zich op het kerkhof van de armen liet begraven, zijn goederen wegschenkt, maar anoniem. Schitterend! Maar ik leef in een andere tijd. Ik heb een heel mooi leven. Ik heb ook hele aardige ouders gehad. Ik ben bijna nooit ziek geweest. Ik beleef de dingen ook heel anders dan Calvijn. Maar waarom mag dat niet allebei tegelijk?

Maar ook onze ervaring leert, dat je God het beste leert kennen aan de grenzen van het leven. Daar, waar je iets ontdek van de vaak ontstellende armoe van jezelf. Veel mensen doen niet anders dan God danken en prijzen. Voor hun mooie leventje waarvan ze maar niet genoeg genieten kunnen. Maar vele anderen hebben weinig om voor te danken. Zij worstelen met God en dat is meestal een zwaar gevecht. Zit die laatsten niet veel dichter bij Calvijn?

Je komt pas aan de grens wanneer je luistert naat de bijbel en ontdekt dat je geneigd bent God en je naaste te haten. Ja, dat wordt je wel aan je verstand gebracht in de gang van je leven. Bij ˋhaten’ moet je dan wel denken aan het bijbelse woord natuurlijk. Daar betekent het: achteruitzetten, links laten liggen. Maar het zit er inderdaad dik in, dat je God niet God laat zijn, maar Hem de rug toekeert. Ja, dat wordt je dan wel duidelijk. Die worstelaars, waarover je spreekt, die zitten inderdaad dichter bij Calvijn. Maar daarmee nog niet dichter bij de bijbel. In de jaren zeventig was er in mijn gemeente een man die Auschwitz had overleefd. Toen ik met emeritaat ging, schreef hij me: ˋNu mag u onder uw wijnstok en uw vijgenboom zitten.'’ Blijkbaar gunde hij me dat.

Genieten
Wordt er niet veel te veel genoten? Veel mensen hebben nog nauwelijks iets gedaan en ze zitten al onder hun vijgeboom. En ze hebben er ook een staan in Frankrijk en Zwitserland…Barnabas was een ˋgoed man’ en ˋvol van de heilige Geest’, maar juist hij leerde met Paulus, dat we ˋdoor veel verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnen gaan’. Hebben we het hier niet gewoon veel te goed? Christus volgen betekent toch kruis dragen, zelfverloochening, strijd en vijanden hebben?

Bij dat genieten mogen alle mensen zich wel eens afvragen op wiens kosten zij dat doen. Daar zit wel een punt. Ik hou ook niet van dat woord genieten. Het boek Prediker heeft mij echter veel te zeggen. God heeft alles op Zijn tijd gemaakt. Ook de ˋkwade dag’ heeft God gemaakt. Maar op alle sombere vragen, die Prediker opwerpt, is de vreugde toch steeds zijn eerste en voorlopige antwoord.

Maar moet je voor de vreugde, waarover Prediker het heeft, niet eerst zelf door al de vragen van de man heen gegaan zijn? Stappen de mensen vandaag aan de dag, ook in de kerk, niet erg snel in die vreugde zonder ook maar een moment aan de vragen van Prediker te tillen?

Het is zo moeilijk om mensen goed te taxeren. Ik geloof niet in het bestaan van oppervlakkige mensen. Zij zijn ook veel meer met God bezig, als je erg in hebt. Ze lijden veelal aan het leven, hoewel ze heel de dag bezig zijn met leuke dingen doen. Het zou ongetwijfeld in hun voordeel werken, als ze eerlijk met zichzelf om gingen. En ook met God. Want wat kun je nu echt? ˋDe mensen, ze kunnen nog geen madeliefje maken,’ zei eens een gemeentelid.

U citeerde met instemming Predikers opmerking, dat God ook de kwade dag heeft gemaakt. Ligt dat in de lijn van Calvijns overdenking van het toekomende leven? Volgens Calvijn hebben wij allemaal ˋeen beestachtige liefde tot deze wereld’. En daarom moet God ons op allerlei manier los weken. En dat doet Hij door veel ˋkwade dag’, op allerlei manier. Past dat ook bij de wijsheid van Prediker, denkt u?

Als het gaat over het graaien van de mensen, - daar tegen gaat de bijbel al in vanaf het begin. ˋWat hebt gij, dat gij niet ontvangen hebt!’ Denk daar eens over na. En als ik onder mijn wijnstok en mijn vijgeboom zit, dan geneer ik me daar geen ogenblik voor. Maar als ik om me heen kijk naar onze moderne samenleving, dat lijkt wel één grote samenzwering tegen de dankbaarheid. Laat voor ieder duidelijk zijn, dat niemand recht heeft op geluk. Dat wordt je gegeven.

Geeft Calvijn met zijn visie toch niet een visie, die kan verder helpen. Ook veel jongeren maken vreselijke dingen mee. Daarmee kunnen ze gewoon niet uit de voeten, ze kunnen het niet weg zetten. Geeft Calvijn met zijn visie op het aardse leven hen niet een stuk weerbaarheid? Ontbreekt het daar vandaag niet totaal aan? Volgens Calvijn blijft God ook in al die dingen, in het lot, bezig. En daar moet je van leren. Dat is de grammatica van de Geest. Het is tot je heil, zelfs tot je eeuwig heil.

Ik het gemeenteleven heb het lijden van de mens nooit kunnen plaatsen. Ik denk nu bijvoorbeeld even aan bepaalde mensen die ik kende en die heel jong hun gezin moesten achter laten. Als dominee sta je daar bij. Wat moet ik daar mee? Waarom moest hij of zij weg? De Katechismus zondag 10 vind ik niet mooi. Wel het oude Doopformulier, waarin gezegd wordt, dat God ˋons met alle goed verzorgen en alle kwaad van ons weren of ten onze beste keren wil’. Dat wel. Maar daar is God niet de oorzaak van het kwaad. Ik kan het niet plaatsen.

Hemel
Professor Van de Beek heeft recentelijk gezegd, dat het hoog tijd is om nadrukkelijker over de hemel te spreken. Volgens hem is Jezus Christus tenslotte niet gekomen om de wereld te verbeteren, maar om haar te dragen. De hemel is een woord, dat ons nadrukkelijk zegt, dat het heil aan gene zijde ligt. Vindt u ook, dat we dat verwaarloosd hebben?

Ik denk wel, dat we op dit punt tekort geschoten zijn, ik ook. Maar ik zou altijd blijven denken in termen van het Koninkrijk van God. In traditionele gemeenten kom je dat heel vaak tegen. Ik bedoel: dat men leeft richting de hemel. Kerkgang helpt daarbij, zo is het gevoel. En berouw over zonden al helemaal. Want God vergeeft. Maar volgens mij moet je dat allemaal in het perspectief zetten van het aangebroken Koninkrijk. Het kruis en de vijanden, alles. En de hemel van Openbaring 21 en 22, waar alle tranen worden afgewist. Daarbij gaat het niet zozeer om ons persoonlijk belang, dat ook. Maar om Christus’ eindoverwinning.

Vijanden
Nog een ander punt. Christus volgen levert ook vijanden op. Zijn veel preken in onze kerken niet erg uit op sussen van mensen? Wat vindt u van de amerikaan Stanley Hauerwas, die op het moment overal zegt, dat je zo moet preken, alsof het wemelt van de vijanden. Zo preken, dat de wereld wereld blijkt te zijn en de vijanden ineens heel zichtbaar worden? Zo preken, dat de kerk een schuilplek tegen de vijanden is?

Bij de vijanden, zoals je die in de psalmen steeds tegen komt, zul je ook moeten denken aan alle machten die tegen het Rijk van God in gaan. In onze kerken is er heel veel wereldgelijkvormigheid. En kijk eens wat er verder gebeurt, veel graaien, weinig dankbaarheid. In de samenleving, zeker in de medea, is er heel veel negeren van wat de kerk doet en beweegt. Een krant als de NRC heeft bijvoorbeeld nog nooit eens een behoorlijk artikel gewijd aan het Liedboek. ˋt Is hoge cultuur, hoor. En dan is er overal de macht van het platte, het tweedimensionale.

Er zijn geen oppervlakkige mensen, zei u zo even. Maar volgens Paulus houdt men de waarheid in ongerechtigheid gewoon ten onder…

Ja, vooral als ze bij elkaar zijn. En of het evangelie het geweten mee heeft? Of de kerk wel eens en beroep zou moeten doen op het geweten van de mensen? Ik weet dat zo niet. Ik heb nooit meegemaakt, dat de kerk daar een beroep op deed. Je weet overigens nooit hoever dat rijkt. Sodom was gered geweest met 10 rechtvaardigen. Het komt er voor ieder op aan, dat je je die gerechtigheid van God laat geven en in dat spoor bid je en ga je je weg.

Hoe zou u preken over Petrus’ woord: ˋUw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden?’

Heeft de duivel ons al niet bijna in zijn zak gestoken? In hoeverre zijn wij nog de moeite waard voor de duivel? Er is in de kerk veel gemoraliseer, gelijkvormigheid en matheid. En als het over vijanden gaat en Israël, men zit in de Protestantse Kerk het OT maar te lezen, alsof er alleen maar rabbijnen zijn om het uit te leggen. Alsof er geen NT is. In feite zitten ze te judaïseren. Via de bril van de Talmoed stroomt op het moment ˋde gerechtigheid die uit de wet is’ via open sluizen de gemeente in. God en mens zijn bezig de wereld te verlossen? Zoiets kun je wel zeggen in de synagoge, maar nooit in de kerk. Nee, zoals ˋChristenen voor Israël’ de dingen benaderen, zo kan het ook niet. Als je regelmatig het Nieuw Israëlitisch Weekblad leest, merk je, dat zij op het moment de enigen zijn, voor wie men zich interesseert. Maar dat komt, omdat 'Christenen voor Israël' op geen enkel punt de dialoog aangaan, alleen maar voor support zorgen. Zo kan het ook niet.
Maar laat Kerk in Actie ook de slachtoffers in Israël eens steunen. Hun steun aan de palestijnse christenen vind ik goed. Maar ze steken geen vinger uit naar de slachtoffers , die de palestijnen in Israël maken. Elke zelfmoordactie kost het Israëlisch Rode Kruis 21.000 dollar extra. Laat de Protestantse Kerk en Kerk in Actie zich daar eens voor in zetten. Zij participeren wel in de vrouwenorganisatie United Civilians for Peace. Maar dat is een organisatie met allemaal linkse vrouwen, Israëlische die het met de Arabische eens zijn. Daarover heb ik mijn licht eens opgestoken. Daarop reageerde Kerk in Actie onlangs in een brief aan mij, waarin ze zeggen: ˋOok wij zijn inmiddels in gesprek hierover of we hiermee wel kunnen doorgaan’ en verder dat er op ˋdirecteurennivo ‘ – raar woord – ˋgesprekken gevoerd’ worden. Er zit dus beweging in.

Ten slotte
Waaraan zou de kerk de komende jaren voorrang moeten geven volgens U?

Men moet goed nadenken over de vragen van de evangelische beweging aan de kerken. Men mag in die kringen wat korte verbindingen met de hemel hebben, zoals ik al zei, maar ze kunnen veel voor de kerk betekenen. In de Bijlmer heb ik regelmatig bij hun gebedsuren gezeten. Naar hun bijbelstudie en kringgebeden geluisterd. Hun vragen aan de kerken moeten we serieus nemen. Verder de vraag op wiens kosten wij aan het genieten zijn, wie is je naaste? Aandacht voor de gemeente, een leven in dankbaar besef naar God, nieuwe aandacht ook voor accenten als zondebesef, het geweten, de toorn van God. Want wie de woorden van God tot zich laat door dringen, die heeft geen hoog woord tegen God. Want ˋwie kan bestaan?’ Als je in de spiegel kijkt….. En verder: de aandacht voor Israël, zoals ik zoeven al opmerkte.

In de kringen van de Gereformeerde Bond heet het vaak: ˋde nood der kerk is de nood der prediking.’ Zegt Spijkerboer dat ook? Is de prediking nog steeds het medium voor vernieuwing?

Volgens mij is en blijft dat heel essentiëel, ja. Denk aan 1 Samuël 3. Wees attent, blijf wakker! Daarvoor heb je prediking nodig. Maar het echte medium van het heil is in deze lawaaimaatschappij, zo leerde Niemüller al, het persoonlijk gesprek. Dan ben je dicht bij elkaar. Zoals wij hier zitten te praten. Ogen die elkaar zien, de klank van de stem die je hoort. Daar gebeurt het.