Skip to main content

nr2 • 2005 • Laatst geboekt

december 2005 (20e jaargang nr. 2)

Laatst geboekt
Wit-zwarte denkschema's


Mw. drs. A.L. Rijken-Hoevens 

Een nieuw tijdperk     

De kranten staan er vol van. Perets zet de verhoudingen op zijn kop: hij, in Marokko geboren, is de nieuwe leider van de Arbeiderspartij in Israël. Daarmee heeft hij de stereotype beeldvorming, dat uit Arabische landen afkomstige Joden voor de rechtse volkspartij, Likoed zijn, ontzenuwd. Bovendien heeft hij binnen de Arbeiderspartij de hegemonie van de asjkenazische (uit Europa afkomstige) hogere klassen doorbroken. De top kan deze veranderingen nauwelijks mee maken. En dat geldt ook voor buitenstaanders.
Amos Oz helpt met zijn lijvige roman Een verhaal van liefde en duisternis (647 bladzijden!) om meer inzicht in het ontstaan van dit nieuwe tijdperk te krijgen. Vanuit de leefwereld van een kind beschrijft hij de perikelen rond het ontstaan van de staat Israël. Europa speelt daarbij een cruciale negatieve rol.  

 Niet – Europa

Joden in Europa deden er volgens de verhalen van de familieleden alles aan om zo onopvallend mogelijk te zijn. ˋDuizend keer kreeg elk Joods kind in het hoofd geramd dat je je netjes en beleefd moest gedragen tegenover hen, ook als zij ruw of dronken waren, dat je hen nooit boos mocht maken, nooit in discussie moest gaan met een goj of moest marchanderen, je mocht hen niet irriteren, je mocht je nergens op laten voorstaan, en je moest enkel en alleen maar rustig en met een glimlach tegen hen praten, zodat ze ons niet luidruchtig zouden noemen, en altijd mooi en correct Pools spreken, zodat ze niet zouden zeggen dat we hun taal bezoedelden, maar we mochten ook geen te verheven Pools spreken, zodat ze niet zouden zeggen dat we ons te veel verbeeldden, en we moesten zorgen dat ze niet zouden zeggen dat we te inhalig waren en dat we vlekken op onze rok hadden. Kortom: we moesten heel erg ons best doen om een heel goede indruk op hen te maken, en geen enkel kind mocht die goede indruk bederven, want een enkel kind dat zijn haar niet goed gewassen had en luizen meebracht, kon het hele Joodse volk een slechte naam bezorgen. ‘
Voor velen was duidelijk dat er in Europa geen plaats meer was voor de Joden. ˋOnze nachtmerrie was dat de priesters op een dag het volk in de kerken zouden gaan ophitsen, dat het bloed van Jezus weer stroomde door de schuld van de Joden, en dat ze al die angstaanjagende klokken zouden gaan luiden, en dat de boeren het zouden horen en zich zouden volgieten met brandewijn en hun bijlen en hooivorken zouden nemen en zo zou het beginnen.’
Vanuit deze angsten is het verlangen naar een nationale staat gegroeid. Het was een mooie droom om daar met Arabieren samen te kunnen leven. Anderen verwierpen de gedachte aan een ˋgewapend apartheidsnationalisme’, dat wanhopige Joden vermoedelijk geleerd hadden van hun ergste vijanden. Oom David vond ˋhet officiële katholieke antisemitisme’, dat weerklonk tussen de stenen bogen van de verheven kathedralen, het kille giftige protestantse antisemitisme, het Duitse racisme, de Oostenrijkse moordzucht, de Poolse Jodenhaat, de Litouwse, Hongaarse, Franse wreedheid, de Oekraïense, Roemeense, Russische, Kroatische pogromlust, de Belgische, Nederlandse, Britse, Ierse, Scandinavische Jodenverachting een duister restant van barbaarse primitieve tijdperken. Hij geloofde in een verlicht Europa en ging niet met zijn familie naar Palestina. Deze verlichte David moest zijn keuze samen met zijn vrouw en driejarige zoon met de dood bekopen.  

 Een eigen nationale staat

Het leven in Jeruzalem gaat bepaald niet over rozen. De huizen zijn klein, er is nauwelijks werk, de sfeer is bedompt. Ben Goerion schrijft in zijn dagboek dat Jeruzalem uit 20% gewone mensen bestaat, 20% intellectuelen en 60% uit rare mensen. Die rare mensen bepalen voornamelijk het leefklimaat.
Amos’ intellectuele moeder is er niet tegen opgewassen. Zij pleegt op 38-jarige leeftijd zelfmoord. Haar zoon is boos op zijn moeder, omdat zij hem in de steek heeft gelaten. Daarover spreekt hij nooit met zijn vader. Tot aan diens dood is dit onderwerp een taboe. Later krijgt hij meer begrip voor haar moeite met de sjofelheid, waarin zij moest leven. Een klimaat waarin haar dichterlijke kwaliteiten gedoofd werden.

Gespreksthema's

De thema's die als een rode draad door het boek lopen zijn, naast de verbijsterende invloed van het Avondland, de consequenties van de cultuur van het zwijgen in de Joodse families. Tot een heldere analyse van de situatie, waarin ook je eigen gedrag onder kritiek werd gesteld, komt het niet. Traditioneel denken bepaalt je zienswijze. Hoe je dingen van binnen beleeft, komt ook niet ter sprake.
Na de dood van zijn moeder kiest Amos voor het leven in een kibboets. Daar krijgt hij begrip voor andere zienswijzen. Bijvoorbeeld dat macht opium is voor de heersers in de wereld, eigenlijk voor de hele mensheid. Joden behoren niet in die valkuil van dat gevaarlijke spul te  trappen Maar ze doen dat wel, neemt hij verschrikt waar. Niemand neemt bijvoorbeeld het woord Palestijnen in de mond. ˋZe werden 'terroristen' genoemd, of 'fedajien', of 'de vijand' of 'wraaklustige Arabische vluchtelingen.’’ Op deze manier houd je wel het vijandsbeeld in stand.
Dit machtsdenken is ook in onze kerken aanwezig. De raad van Oz om met mensen op het grondvlak in gesprek te treden en waar mogelijk gezamenlijke acties ondernemen, kunnen we ter harte nemen. In de gemeentecontacten met Oost-Europa heeft deze zienswijze overigens zijn nut bewezen. Daar spraken gelovigen van beide culturen op het grondvlak over het dagelijkse leven met zijn mitsen en maren. Dat heeft aan de val van de muur bijgedragen (dissertatie van Beatrice de Graaf).
 
Twee botsende culturen  

Sommigen denken dat de verschillen in de manier van kleden zit. De meer ontwikkelde Arabieren - de mensen die een meer Westeuropese levenstijl voerden - schilderen de nieuwe Joden af als een grof, luidruchtig stelletje armoedzaaiers, onopgevoed en niet in staat zich met hen te meten op het gebied van de culturele verfijning. De Joden daarentegen achten hun cultuur van hogere morele waarden dan de Arabische.  Logisch dat deze zienswijzen met elkaar botsen. Je kunt de spiraalwerking daarvan alleen doorbreken wanneer je bereid bent je te verplaatsen in de positie en denkwijze van de ander.
ˋVanuit het gezichtspunt van de Palestijnen zijn wij buitenaardse wezens, die hier geland zijn en hun grondgebied zijn binnen gevallen…om ze te bevrijden van achterlijkheid, onwetendheid en het juk van feodale onderdrukking hebben we ze sluw nog meer grond ontfutseld. ….Dacht je dat ze ons respectvol de sleutels van het hele land zouden overhandigen, uitsluitend omdat onze voorouders hier ooit hebben gewoond? Is het een wonder dat zij de wapens tegen ons hebben opgenomen?’ Het heikele punt blijft waarom je dan in een eigen staat wil wonen. Het antwoord is ontroerend: ˋNergens ter wereld willen ze me. Niemand op de wereld wil me. Alleen daarom ben ik hier, alleen daarom draag ik een wapen, zodat ze me hier ook niet vandaan jagen. Als het land van het Joodse volk niet hier is, waar is het dan? Onder de zee? Op de maan? Of heeft alleen het Joodse volk, als enige volk op de wereld zelfs geen recht op een klein landje? In 1948 hebben de Palestijnen er zelf een kwestie van zij of wij van gemaakt, en wij hebben gewonnen en het land van ze afgenomen. Dat is niet iets om trots op te zijn! Maar als zij gewonnen hadden in 1948, dan was er nog minder om trots op te zijn: dan hadden ze geen Jood in leven gelaten.’
 
Anders zijn

Kunt u ons uitleggen hoe het komt dat Joden zo anders zijn en zo anders doen?
Het is onduldbaar anders te zijn. Want terwijl de vijand van de Jood hem ervan beschuldigt anders te zijn, wil de vriend van de Jood hem die ellende besparen: beiden zijn het dus op dit punt eens (citaat van Memmi in Minco). Ragfijn confronteert Minco ons met onze traditionele - antisemitische - denkpatronen.

Cultuur van het zwijgen
 
Jessiaca Durlacher maakt in Emoticon duidelijk hoe een Palestijns meisje er toe komt een Joodse jongen te vermoorden. Zelf kind van een overlevende van de holocaust meet ze breed uit wat er gebeurt,  wanneer er in gezinnen niet ˋgepraat’ wordt over diepere gevoelswaarden. Dat geldt voor Joodse en Palestijnse kinderen. De intelligente Palestijnse Aisja, 25 jaar oud, uit Ramallah, wordt door haar broer mishandeld. Met geweld wordt ze binnenshuis gehouden. Ze is slim in het vinden van ontsnappingswegen. Vol overgave maakt ze gebruik van een internetcafé. Ze gebruikt daarbij emoticons (emotional icons), dat zijn leestekens op hun kant om uitdrukking te geven aan stembuigingen, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.
Zo droeg Durlacher dit boek op aan: (((Leon))): xx en haar twee kinderen. Dat wil op deze manier uitgedrukt zeggen: Leon (de Winter, ARH), ik omhels je en twee kusjes van mij.
Als Aisja voor een Palestijnse krant gaat schrijven over de drama's in haar omgeving, krijgt ze de wind van haar strenge hoofdredacteur van voren. Ze mag niet te emotioneel schrijven. Er zijn allerlei ongeschreven regels waar ze aan moet voldoen. Ook hij kleineert haar. De enige vrijheid vindt ze op internet, waarop ze uren kan surfen. Op deze manier ontmoet zij Daniël, een Joodse jongen uit Nederland die op zoek is naar zijn vader. Er ontstaat een intieme uitwisseling tussen beiden en ze spreken af elkaar te ontmoeten. Bij de ontmoeting rekent deze vrouw koel en kil met deze jongen af, ze laat hem vermoorden. De gevangenisstraf deert haar niet. Haar frustraties over de vernederingen thuis en op haar werk heeft ze op haar vijand, de Joden, afgereageerd.
 
Macht

In De Joodse Messias laat Arnon Grunberg zien waartoe mensen in staat zijn, wanneer ze menen de beloofde Messias te zijn (het zogeheten messiassyndroom). De kleinzoon van een nazi-opa vat de waanzinnige gedachte op dat hij het Joodse volk moet troosten als verlosser van hun lijden. Hij wendt voor dat hij zelf Jood is en hij wordt door de Joodse gemeenschap geloofd. Hij laat zich op een illegale manier besnijden en brengt daarmee veel mensen in de problemen. Zelf meent hij echter wegens zijn hoge roeping vrijuit te kunnen gaan. Als kunstenaar mislukt hij in Amsterdam, waar hij met zijn Joodse vriend naar toe is verhuisd. Samen willen zij Mein Kampf in het jiddisch gaan vertalen omdat daar een markt voor zou zijn. Dat project vordert gestaag. Na een paar jaar vertrekken ze naar Israël. Daar weet hij het tot president te brengen. In die periode brengt hij de hele wereld tot razernij door via de aangeboden liefde van zijn eigen vriend aan de Palestijnse leider met deze aan te pappen. Zijn verlossingsleer blijkt uiteindelijk de vernietiging van de staat Israël te zijn. Het beeld van de pelikaan wordt daarvoor gebruikt. Dat is - volgens Van Dale - het zinnebeeld van de zelfopofferende liefde en van Christus. De pelikaan vliegt over en voorbij. De echte Messias komt naar de aarde en richt mensen uit de afgrond op. De vermeende Messias werkt andere mensen en ten slotte zichzelf de afgrond in.
Hoed je voor hen lijkt Grunberg te willen zeggen. Deze ijdele machtsliefhebbers zijn in alle volken te vinden, ook in het Joodse volk. Hoe bizar het ook klinkt, Hitler, ˋje-weet-wel-wie’ is nog steeds een voorbeeld voor hen. De massa volgt deze zwart-wit leiders graag en dat blijft een gevaarlijk fenomeen.
Amos Oz is dat - net als wij - van harte met hem eens. Als motto heeft dit boek:
ˋHet leven, dat de Jood als parasiet op het lichaam van andere staten en natiën leidt, is de oorzaak van een typische eigenschap, welke Schopenhauer eens tot de reeds genoemde uitspraak bracht, dat de Jood de ˋgrote meester van de leugen’ was. De levensomstandigheden van den Jood dwingen hem tot die leugen, en wel tot een altijd durende leugen, zoals de levensomstandigheden van de menschen uit de koude streken hen dwingen, om warme kleren te dragen.’

Ten slotte

Vier boeken over Joodse mensen in de gedaanten van slachtoffer, aanklager en redder. Deze mechanismen kun je het beste doorzien wanneer ze vanaf de basis waarop mensen samenleven worden beschreven. De kerk mag zich wat mij betreft hierin wat meer oefenen.

De genoemde boeken zijn:

Jessica Durlachter, Emoticon, Amsterdam, 2004
Arnon Grunberg, De joodse messias, Amsterdam, 2004
Marga Minco, Storing, Amsterdam, 2004
Amos Oz, Een verhaal van liefde en duisternis, Amsterdam, 2005 (vert.)

Mw. drs. Aafke Rijken-Hoevens is predikant in Lunteren (PKN)